30.08.2013 Views

Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland

Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland

Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

categorieën <strong>van</strong> instellingen, zoals hierna bij de toelichting op artikel 7.3<br />

wordt beschreven.<br />

In onderdeel E is het nieuwe artikel 37 Sr. opgenomen dat in hoofdstuk 6<br />

<strong>van</strong> het algemene deel <strong>van</strong> deze toelichting is besproken.<br />

Artikel 7.2 en 7.4 en 7.5<br />

Deze artikelen bevatten de zogenoemde indien-bepalingen, welke worden<br />

toegelicht in hoofdstuk 6 en hoofdstuk 13 <strong>van</strong> het algemene deel <strong>van</strong> deze<br />

toelichting.<br />

Artikel 7.3<br />

Zoals besproken in het hoofdstuk over de aanwijzing <strong>van</strong> instellingen (zie<br />

daarvoor het algemene deel <strong>van</strong> de toelichting), is het bestaande<br />

onderscheid tussen justitiële particuliere inrichtingen en niet-justitiële<br />

inrichtingen komen te vervallen. Deze categorie wordt in het nieuwe<br />

stelsel samengevoegd, aangezien alle instellingen (behalve de rijksinstellingen)<br />

op dezelfde wijze zullen worden gefinancierd. Dit zijn de private<br />

instellingen, mits daartoe aangewezen door de Minister <strong>van</strong> Justitie, op<br />

grond <strong>van</strong> artikel 3.2. Binnen deze categorie <strong>van</strong> private instellingen, zal<br />

een aantal instellingen in het bijzonder worden bestemd voor opneming<br />

<strong>van</strong> tbs-gestelden, waarvoor een bijzondere aanwijzing nodig is op grond<br />

<strong>van</strong> artikel 3.3, eerste lid. Deze bijzondere aanwijzing heeft geen gevolgen<br />

voor de financiering. Ook deze categorie wordt gefinancierd op de wijze,<br />

zoals beschreven in het onderhavige wetsvoorstel. Gelet op deze<br />

uniformering in de terminologie ter aanduiding <strong>van</strong> de instellingen voor<br />

forensische zorg, worden in dit artikel enkele bepalingen uit het Wetboek<br />

<strong>van</strong> Strafrecht in redactionele zin aangepast.<br />

Artikel 7.6<br />

In artikel 7.6 wordt een toevoeging gepleegd aan artikel 51 <strong>van</strong> de Wet<br />

bopz. Artikel 51 <strong>van</strong> de Wet bopz beoogt de medeverantwoordelijkheid<br />

<strong>van</strong> de Minister <strong>van</strong> Justitie tot uitdrukking te brengen voor personen die<br />

een behandeling ondergaan op grond <strong>van</strong> de Wet bopz, <strong>van</strong>wege een<br />

gepleegd strafbaar feit. Aan dit artikel wordt toegevoegd dat de beëindiging<br />

<strong>van</strong> het verblijf <strong>van</strong> de patiënt door de geneesheer-directeur slechts<br />

plaatsvindt met instemming <strong>van</strong> de Minister <strong>van</strong> Justitie. Op deze manier<br />

kan de Minister <strong>van</strong> Justitie zijn medeverantwoordelijkheid gestand doen.<br />

Artikel 7.7<br />

De wijzigingen die in de Beginselenwet verpleging ter beschikking<br />

gestelden (Bvt) worden aangebracht, vloeien voort uit het feit dat in het<br />

onderhavige wetsvoorstel de bepalingen die betrekking hebben op de<br />

organisatie <strong>van</strong> de forensische zorg worden opgenomen. Dit maakt<br />

vergelijkbare bepalingen in de Bvt overbodig. Het gaat hier om de<br />

bepalingen <strong>van</strong> de tweede paragraaf <strong>van</strong> hoofdstuk II, inzake bestemming<br />

en beheer <strong>van</strong> de inrichtingen, de artikelen <strong>van</strong> hoofdstuk III over<br />

plaatsing en overplaatsing en de bepalingen over de subsidiering <strong>van</strong> de<br />

<strong>van</strong> justitiële particuliere inrichtingen, zoals thans opgenomen in<br />

hoofdstuk XVIIIA. De artikelen 13 en 14 <strong>van</strong> de huidige Bvt, thans<br />

onderdeel <strong>van</strong> hoofdstuk III, vragen bijzondere aandacht. Artikel 13 Bvt<br />

wordt ver<strong>van</strong>gen door artikel 6.5 <strong>van</strong> het onderhavige wetsvoorstel,<br />

waarin een algemene bepaling is opgenomen voor observatieplaatsing<br />

<strong>van</strong> forensische patiënten en dus ook voor tbs-gestelden. Artikel 14 Bvt<br />

wordt ver<strong>van</strong>gen door artikel 6.7, waarin een algemene bepaling is<br />

opgenomen voor plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis, indien de aard<br />

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 398, nr. 3 57

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!