30.08.2013 Views

Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland

Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland

Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

inhoudelijk minder geïndiceerde behandeling opleggen. De NVvP vraagt<br />

verder wie precies beroep kunnen instellen tegen een forensische<br />

indicatie. De Raad voor de rechtspraak heeft grote bedenkingen tegen het<br />

betrekken <strong>van</strong> het indicatieadvies binnen het beslissingskader <strong>van</strong> de<br />

rechter. De rechter is hiervoor onvoldoende geëquipeerd. Het óverleggen<br />

<strong>van</strong> een indicatieadvies vormt een inbreuk op de beslissingsvrijheid <strong>van</strong><br />

de rechter meent de Rvdr. De NVvR heeft vraagtekens bij het werkelijkheidsgehalte<br />

<strong>van</strong> de indicatieadvisering, gezien de formele eisen die<br />

worden gesteld en gelet op het feit dat er diverse instanties bij zijn<br />

betrokken. Verder plaatst de NVvR vraagtekens bij de bevestiging <strong>van</strong> het<br />

indicatieadvies door de rechter, gelet op de positie <strong>van</strong> de rechter. Verder<br />

merkt de NVvR op dat de rechter niet de bevoegdheid lijkt te hebben om<br />

zelfstandig een indicatieadvies aan te vragen en op welke gronden de<br />

rechter kan afwijken <strong>van</strong> een indicatieadvies bij de oplegging <strong>van</strong><br />

forensische zorg. Verder vraagt de NVvR naar de rol <strong>van</strong> het indicatieadvies<br />

als processtuk en wordt gewezen op het belang <strong>van</strong> het horen. Tot<br />

slot wijst de NVvR op het ontbreken <strong>van</strong> een nadere regeling voor het<br />

beroep tegen het vonnis waarin het indicatieadvies is opgenomen.<br />

Op grond <strong>van</strong> het vorenstaande overzicht <strong>van</strong> de adviezen, zien wij<br />

aanleiding om de procedure opnieuw te bezien. Wij constateren een grote<br />

voorkeur voor een procedure waarbij de rechter geen rol heeft bij de<br />

indicatiestelling. Wij beogen hiermee tegemoet te komen aan bezwaren<br />

<strong>van</strong> principiële aard, namelijk dat de rechter vrij en onafhankelijk moet<br />

kunnen beslissen over de op te leggen straf of maatregel. Met inachtneming<br />

<strong>van</strong> het voorgaande hebben wij in hoofdstuk 5 <strong>van</strong> het<br />

wetsvoorstel een nieuwe procedure neergelegd. Deze procedure voorziet<br />

in een indicatie dat wordt afgegeven door één <strong>van</strong> de instanties die in het<br />

huidige stelsel de indicatiestelling verricht. Deze indicatie is beschikbaar<br />

op het moment dat de rechter vonnis velt. De indicatie wordt vervolgens<br />

samen met het vonnis <strong>van</strong> de rechter betrokken bij het plaatsingsbesluit.<br />

Van de rechter wordt niet verwacht dat hij de indicatie bevestigt in zijn<br />

vonnis. Hij wordt slechts in staat gesteld om met de indicatie rekening te<br />

houden. Voor het overige wordt de indicatie betrokken bij het plaatsingsbesluit,<br />

samen met de justitiële titel.<br />

De Federatie Op<strong>van</strong>g beveelt aan om de indicatiestelling voor de<br />

forensische zorg zoveel mogelijk in samenhang en met medeneming <strong>van</strong><br />

de lessen in de AWBZ-indicatiestelling te ontwikkelen en uit te voeren,<br />

waarbij het voor de hand ligt om gebruik te maken <strong>van</strong> de door het CIZ<br />

ontwikkelde expertise. Zoals hiervoor uiteengezet, wordt een nieuwe<br />

procedure ten behoeve <strong>van</strong> de indicatiestelling ontwikkeld. De wens <strong>van</strong><br />

de Federatie Op<strong>van</strong>g zal hierbij worden betrokken. De NVvP vindt de<br />

afbakening <strong>van</strong> de reguliere en de forensische zorg te ingewikkeld. De<br />

indicatiestelling voor ambulante zorg is verder veel de bureaucratisch,<br />

aldus de NVvP. Plaatsingsbesluiten worden genomen zonder afstemming<br />

met de oorspronkelijke hulpverlener of zorgaanbieder. Verder is bij de<br />

indicatiestelling en het plaatsingsbesluit niet in alle gevallen een<br />

psychiater betrokken en is ook niet altijd een psychiatrische rapportage<br />

nodig, wat de NVvP ongewenst vindt. De RSJ beveelt aan om de eisen die<br />

het conceptwetsvoorstel Wet verplichte ggz stelt aan de indicatiestelling<br />

over te nemen in het conceptwetsvoorstel forensische zorg, waardoor de<br />

kwaliteit kan worden gewaarborgd en kan worden voldaan aan het<br />

equivalentiebeginsel. In reactie op de opmerkingen <strong>van</strong> de NVvP wijzen<br />

wij op de mogelijkheid om aanvullende regels te stellen in het Besluit<br />

forensische zorg. .<br />

De Van der Hoevenstichting ervaart het onafhankelijke karakter <strong>van</strong> de<br />

indicatiestelling ten opzichte <strong>van</strong> de financier als betrekkelijk. Om die<br />

reden vindt de stichting een verankering <strong>van</strong> de aanspraak op zorg<br />

conform de Zvw en de AWBZ in het conceptwetsvoorstel nodig. De Van<br />

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 398, nr. 3 40

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!