Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland
Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland
Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>van</strong> de psychische stoornis of verstandelijke beperking <strong>van</strong> de forensische<br />
patiënt hiertoe aanleiding geeft. Dit artikel 6.7 geldt voor alle forensische<br />
patiënten, niet alleen voor tbs-gestelden, maar ook voor gedetineerden,<br />
waarmee artikel 6.7 tevens artikel 15, lid 5, <strong>van</strong> de Penitentiaire beginselenwet<br />
ver<strong>van</strong>gt, zoals bij artikel 7.4 zal worden toegelicht. In het<br />
algemene deel <strong>van</strong> deze toelichting wordt aangekondigd dat zal worden<br />
bezien in hoeverre de rechtspositionele bepalingen <strong>van</strong> de Bvt zouden<br />
moeten worden aangepast. De wens hiertoe is opgekomen <strong>van</strong>uit de<br />
dagelijkse praktijk <strong>van</strong> de instellingen. Een door GGz-<strong>Nederland</strong><br />
ingestelde werkgroep buigt zich hierover. Indien aanpassing <strong>van</strong> de<br />
rechtspositionele bepalingen wenselijk blijkt, zullen deze wijzigingen in de<br />
Bvt worden aangebracht, zodat het onderhavige wetsvoorstel het karakter<br />
krijgt <strong>van</strong> een organisatiewet voor de forensische zorg (inclusief de<br />
terbeschikkingstelling) en de Bvt het karakter krijgt <strong>van</strong> een rechtspositionele<br />
wet voor tbs-gestelden. De overige bepalingen die worden<br />
gewijzigd door middel <strong>van</strong> dit artikel 8.3, vloeien voort uit wijzigingen in<br />
terminologie, zoals besproken bij artikel 8.1 en 8.2.<br />
Artikel 7.8<br />
In het algemene deel <strong>van</strong> deze toelichting hebben wij de verhouding tot<br />
de Penitentiaire beginselenwet besproken. Het huidige artikel 15, lid 2,<br />
Pbw wordt ver<strong>van</strong>gen door artikel 6.6. Artikel 15, lid 5, wordt ver<strong>van</strong>gen<br />
door artikel 6.7, dat zal gelden voor alle forensische patiënten. Doordat de<br />
bepalingen inzake de plaatsing, overplaatsing en overbrenging in de<br />
Penitentiaire beginselenwet, voor zover betrekking hebbende op de<br />
forensische zorg, worden overgeheveld naar het onderhavige<br />
wetsvoorstel, dienen er in artikel 15 (overbrenging naar een psychiatrisch<br />
ziekenhuis) en 43 (overbrenging ten behoeve <strong>van</strong> sociale verzorging en<br />
hulpverlening, zoals een behandeling voor verslaving) <strong>van</strong> de Penitentiaire<br />
beginselenwet enige aanpassingen te worden verricht. Bepaald<br />
wordt dat bij overbrenging <strong>van</strong> de gedetineerde ten behoeve <strong>van</strong> de<br />
verlening <strong>van</strong> de forensische zorg, de overbrenging geschiedt overeenkomstig<br />
de bepalingen <strong>van</strong> de Wet forensische zorg.<br />
Als vervolg op de in het algemene deel <strong>van</strong> deze toelichting aangekondigde<br />
harmonisatie <strong>van</strong> de plaatsingsbepalingen, wordt de rechtstreekse<br />
attributie <strong>van</strong> bevoegdheden aan de selectiefunctionaris geschrapt.<br />
Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat de Minister <strong>van</strong> Justitie,<br />
somtijds in samenspraak met de Minister <strong>van</strong> VWS, verantwoordelijk is<br />
voor alle facetten <strong>van</strong> de forensische zorg, zoals neergelegd in dit<br />
wetsvoorstel. Op welke wijze de nieuwe plaatsingsprocedure vorm krijgt<br />
zal worden neergelegd in lagere regelgeving, waarbij de rol <strong>van</strong> de<br />
selectiefunctionaris betrokken wordt.<br />
Artikel 7.10 en 7.11<br />
Nu forensische zorg niet meer tot de AWBZ-aanspraken behoort, kan<br />
artikel 6, vijfde lid, AWBZ vervallen. Dientengevolge dienden vervolgens<br />
de artikelen 10, 12, 15 en 40 AWBZ technisch te worden aangepast.<br />
Indien iemand in een penitentiaire inrichting, een TBS-instelling of een<br />
instelling voor gesloten jeugdzorg is opgenomen, blijft hij verzekerd voor<br />
AWBZ-zorg. Dat komt doordat de AWBZ een verzekering <strong>van</strong> rechtswege<br />
is. Betrokkene behoudt derhalve ook de aanspraken, bedoeld in artikel 6<br />
AWBZ. Artikel 9c AWBZ regelt echter dat betrokkene zijn aanspraken op<br />
AWBZ-zorg in dit geval niet tot gelding zal kunnen brengen.<br />
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 398, nr. 3 58