De laatste melkbus (tekst) - Zuivelhistorie Nederland
De laatste melkbus (tekst) - Zuivelhistorie Nederland
De laatste melkbus (tekst) - Zuivelhistorie Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
val te zijn.<br />
In de landbouw gaan veranderingen meestal geleidelijk aan, maar dit is beslist vlugger<br />
[077] gegaan dan ik gedacht had. Het is waarschijnlijk bij Coberco ook bevorderd door<br />
de gunstige kleine-tankmelkregeling, zonder dat dit de grote boeren geld kostte. Die<br />
overgang van bussen naar tankmelken is fundamenteel geweest. Vooral in Gelderland/<br />
Overijssel, omdat er een massa boeren gedwongen waren te stoppen met hun 'liefhebberij',<br />
waaruit ze ook nog een klein stukje inkomen haalden. Ik heb er nooit licht over gedacht.<br />
Het was bij Coberco wel zo dat, ieder die dat werkelijk wilde, kon blijven melken. Ik<br />
herinner me twee gevallen van boeren die elk vier koeien molken, en die op vrijwillige<br />
basis tankmelker zijn geworden. Toen was men nog niet aan sanering van het gebied<br />
toe. <strong>De</strong> oorzaken van de ondergang van de bus was de bedrijfsvergroting. Dus het aantal<br />
melkkoeien per boerderij. Dat dwong tot rationeler werken en minder rompslomp. Tegelijkertijd<br />
kwamen er de technische mogelijkheden om melk voor een redelijke prijs op<br />
de boerderij te kunnen koelen. Waarbij men natuurlijk niet moet vergeten dat Amerika<br />
en Zweden <strong>Nederland</strong> jaren vooruit waren. Wij hebben van die ervaring daar dankbaar<br />
gebruik gemaakt.<br />
Op vergaderingen was er meer dan alleen zakelijke tegenstand tegen die overgang. Zakelijke<br />
weerstand is een keer te beredeneren. Wanneer iemand zei: ik wil graag die twee<br />
koeien blijven melken, en je antwoordde hem dat kan, maar dan krijg je wat minder<br />
voor de melk, dan is het niet zo moeilijk. Maar als een boer zei: ik wil per se bussenmelker<br />
blijven, dan kon dat slechts tijdelijk en men moest op 't laatst tevens extra ophaalkosten<br />
betalen (1 cent per liter).<br />
Als hij dat weigerde, dan zat je op een punt waarbij het onderwerp van de kant van de<br />
boer zuiver gevoelsmatig benaderd werd. Daar kon je niks aan doen. <strong>De</strong> meeste mensen<br />
zijn wel voor verandering als het hen materieel of anderszins voordeel oplevert. Als iemand<br />
dat niet ziet, is hij geneigd nee te zeggen tegen alles wat nieuw is. <strong>De</strong> boer voelt<br />
dat soms als een dwang. Ik heb destijds gezegd: 'de leden zijn gekomen met het verzoek<br />
om over te gaan tot tankmelken, hetgeen in een goede coöperatie mogelijk moet zijn.<br />
Dan zal dat gebeuren, maar dan gaan er wel dingen veranderen'!<br />
In de zeventiger jaren kwam ook de vraag of een grotere boer voor zijn melk niet méér<br />
moest hebben dan een kleine boer. Omdat in het verleden die verschillen zo klein waren,<br />
is dat nooit aan de orde gekomen. In onze tijd wél, zie de toerekening van de vaste kosten,<br />
dat was natuurlijk ook billijk. Dat toerekenen (profijtbeginsel) was niet nodig zolang<br />
de melkvervoerskosten en de melkontvangkosten per boer niet zo bar veel uiteenliepen.<br />
In feite dus het verschil tussen tank- en bussenmelk. <strong>De</strong> gemiddelde grote boer is<br />
dan wel geneigd om dit op z'n beloop te laten.<br />
Dat de verschillen zo groot zijn geworden, is niet de schuld van de bussenboeren. Daar<br />
kan in het algemeen de vereniging als zodanig niks aan doen, het waren een aantal leden,<br />
die het op gang brachten. Op een gegeven moment - pakweg 1973 - kwam het mo-<br />
▲ Heruitgave zuivelhistorienederland.nl 60 © Coberco P. H. L. Willemsens