01.09.2013 Views

De laatste melkbus (tekst) - Zuivelhistorie Nederland

De laatste melkbus (tekst) - Zuivelhistorie Nederland

De laatste melkbus (tekst) - Zuivelhistorie Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

de andere dagen met twee man. Om zeven uur was ik op het werk, eerst de kiepbakken<br />

schoonmaken. Tegen acht uur kwamen de eerste melkrijders, dat ging zo tot rond twaalf<br />

uur door. Het was erg vochtig werk. Je kleren [091] werden nat en je liep vanwege de<br />

nattigheid op klompen. 's Winters had je ook last van koude handen. Daarvoor had je<br />

dan halve handschoenen, de vingers vrijlatend. Toch heb ik van al die kou en dat vocht<br />

niks overgehouden, zelfs geen spiertje reumatiek. Ik was tevreden met het werk, ik heb<br />

ook nooit om ander werk gevraagd.<br />

Omstreeks 1960 werd het vak van melkontvanger makkelijk. Je zag wel een hoop bussen,<br />

maar die kwamen automatisch via de rolbaan op je aan. Dat mechanisch melkontvangen<br />

was een hele vooruitgang. Je hoefde alleen maar met de hand op een knop te<br />

drukken. Later kon je dat zelfs met de knie doen. Dat ging veel vlugger. Zodra de bussen<br />

van één boer gekiept waren, stopte je zijn kaart in het apparaat, waarop de kilogrammen<br />

werden afgedrukt. <strong>De</strong> mechanisering van de bussenmelkontvangst vereiste wel dat<br />

alle bussen van één maat waren, dat werden toen 30 liter bussen.<br />

Als er nog ééntje van 20 tussen zat, moest je die met de hand kiepen.<br />

Alcohol<br />

Ik heb op de melkontvangst ook jarenlang [092] de melk gekeurd. Dat gebeurde op<br />

maandagmorgen. Met behulp van de alcoholproef controleerde je dan of de melk zuur<br />

was. Ik herinner me van die tijd ook een collega die de alcohol, haast vergif, als een borreltje<br />

gebruikte, aangelengd met water. Hij kon op het laatst niet meer lopen.<br />

Het werk als melkontvanger was in zekere zin ook vertrouwenswerk. Zeker in de begintijd.<br />

Je moest immers opschrijven hoeveel melk er was afgeleverd. Dat deed je heel eerlijk,<br />

waarbij je rekening hield met ongelukjes. Het kon wel eens gebeuren dat bij de<br />

melkontvangst per ongeluk een bus omviel. Dan vroeg de melkrijder, Willem kun je me<br />

matsen. Nou dan werd er gematst, daar wil ik best voor uitkomen. Je schatte hoeveel<br />

melk er verloren was gegaan en je noteerde dat als geleverd. <strong>De</strong> boer kreeg dan wat hem<br />

toekwam. Als de chef getuige was van zo'n ongelukje met een <strong>melkbus</strong>, kon je natuurlijk<br />

niet zelf corrigeren. Dan moest je met de chef overleggen, die dan weer in de fabriek<br />

moest gaan praten of er wat aan gedaan kon worden. Als het werk op de melkontvangst<br />

klaar was brachten we de papieren naar de administratie. Die controleerde vervolgens de<br />

cijfers.<br />

[093] Als een bepaald cijfer teveel afweek van het normale afleverpatroon veranderde<br />

hij het in die zin. Toen de mechanische melkontvangst kwam, hoefden we niet meer te<br />

noteren. <strong>De</strong> directeur, die wel wist dat we zo nu en dan een melkrijder matsten, maakte<br />

toen nog een spottende opmerking: 'met dat potloodje is het nu afgelopen, het noteren<br />

gebeurt nu automatisch'.<br />

Vijf liter cognac<br />

Ik had dagelijks contact met de melkrijders, gemoedelijke maar soms ook felle kerels.<br />

Toen de melkrijder uit Elst ermee ophield, had hij die morgen vijf liter cognac bij zich.<br />

Die hebben we met een heel stel - de vijftien melkrijders en het melkontvangstpersoneel<br />

- in de kantine geledigd.<br />

▲ Heruitgave zuivelhistorienederland.nl 70 © Coberco P. H. L. Willemsens

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!