Jaarboek Thomas Instituut 1995 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1995 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1995 - Thomas Instituut te Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
DESCRlPTIVISME VOORBU? 121<br />
kwalificaties voor delen van de godsleer en kent ook niet de indeling<br />
in afzonderlijke trakta<strong>te</strong>n. In<strong>te</strong>gendeel, de gedeel<strong>te</strong>n waarin hij spreekt<br />
over de kennis Gods en de wil Gods zijn voorbereidingen op de<br />
gedeel<strong>te</strong>n waarin hij spreekt over Zoon en Geest. De neo-scholastieke<br />
handboeken die ik op dit punt bekeken heb verschillen ook op een<br />
lager niveau van <strong>Thomas</strong>: <strong>Thomas</strong> kent de kwalificatie attributa Dei<br />
niet echt. Hij gebruikt wel het werkwoord attribuere, maar dat<br />
gebruikt hij dan in verband met God in een heel brede zin, ook om<br />
bijv. verschillend taalgebruik met betrekking tot God, zoals analoog<br />
gebruik en metaforisch gebruik, in kaart <strong>te</strong> brengen. Ook de volgorde<br />
waarin de thema's behandeld worden verschilt en aan de hele discussie<br />
van de eigenschappen Gods gaat dikwijls een discussie over kennis<br />
vooraf. Daarmee komen we aan het tweede onderscheid: het<br />
onderscheid tussen natuurlijke godskennis en bovennatuurlijke<br />
godskennis. Dat wat onder de Deo uno valt is het <strong>te</strong>rrein van de<br />
natuurlijke godskennis, is dus ook het <strong>te</strong>rrein van de filosofie, dat wat<br />
onder de Deo trino valt is het <strong>te</strong>rrein van de bovennatuurlijke<br />
godskennis, is dus het <strong>te</strong>rrein van de eigenlijke theologie. Dit<br />
onderscheid en de prominen<strong>te</strong> plaats van de discussie over de<br />
godskennis weerspiegelen de historische omstandigheden, de<br />
ontwikkelingen op het gebied van kerk en maatschappij en de<br />
ontwikkelingen op het gebied van het denken. Maar dit onderscheid is<br />
bij <strong>Thomas</strong> niet zo <strong>te</strong> vinden. En, wanneer <strong>Thomas</strong> in de Summa over<br />
de godskennis komt <strong>te</strong> spreken dan doet hij dat in nauw verband met<br />
ons spreken over God en nadat hij eerst in een serie quaestiones het<br />
quomodo non sit, het hoe-niet zijn van God onderzocht heeft. De<br />
discussie over de godskennis heeft dus een andere plaats en een andere<br />
functie.<br />
Die la<strong>te</strong>re ontwikkeling, het onderscheid de Deo uno - de Deo<br />
trino, gekoppeld aan dat andere onderscheid natuurlijke godskennis -<br />
bovennatuurlijke godskennis, wordt op het ogenblik in de theologie<br />
betreurd en de hernieuwde aandacht binnen de Rooms-Katholieke<br />
theologie voor de trini<strong>te</strong>itstheologie kan dan ook gezien worden als een<br />
poging om die theïstische benadering in de godsleer <strong>te</strong> overwinnen en<br />
<strong>te</strong> komen tot een echt trinitair verstaan van God; Vader, Zoon en<br />
Geest.<br />
Het is op basis van deze overwegingen en ontwikkelingen dat<br />
ik gro<strong>te</strong> overeenkoms<strong>te</strong>n zie tussen de ops<strong>te</strong>llen in de bundel en die