Jaarboek Thomas Instituut 1995 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1995 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1995 - Thomas Instituut te Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
158 E.LUUTEN<br />
de genoegdoening (satisfactio) en vraagt zich in dat verband af wie de<br />
begunstigden zijn van de genoegdoening. De groots<strong>te</strong> begunstigde is<br />
volgens hem de zondaar zelf: alle straffen zijn immers medicinaal, in<br />
de zin dat ze de onthechting bevorderen van veranderlijke goederen,<br />
<strong>te</strong>n guns<strong>te</strong> van een gericht zijn op het onveranderlijke goed, namelijk<br />
God. De eeuwige strafwaardigheid (reatus poenae ae<strong>te</strong>rnae) wordt<br />
weggenomen door de zondenvergeving, de tijdelijke strafwaardigheid<br />
(reatus poenae <strong>te</strong>mporalis) deels door de zondenvergeving, namelijk in<br />
de ma<strong>te</strong> waarin met de wilook de andere zielsvermogens op God<br />
geordend worden, deels door de genoegdoening, en na de dood door<br />
het vagevuur. Het lijkt er op dat een mens door enkel met zijn wil op<br />
God gericht <strong>te</strong> staan, nog niet waardig is om God zonder meer van<br />
aangezicht tot aangezicht <strong>te</strong> schouwen. Daarvoor zijn zijn overige<br />
zielsvermogens nog <strong>te</strong>veel in wanorde, want gehecht aan veranderlijke<br />
goederen. Deze gehechtheid van de zielsvermogens aan het andere dan<br />
onveranderlijke goed, is de verzwakking van het natuurlijke goed,<br />
waarover <strong>Thomas</strong> hier spreekt. De gees<strong>te</strong>lijke genezing omvat dus<br />
meer dan de vergeving van schuld alleen, waardoor de genaderelatie<br />
tussen mens en God wordt hers<strong>te</strong>ld (m.i. het best omschreven als<br />
"heroriëntatie van de wil op God"). Zij omvat ook het verdere hers<strong>te</strong>l<br />
van de ziel, namelijk de ordening van de overige zielsvermogens op<br />
God. De driedeling hier door <strong>Thomas</strong> <strong>te</strong>r sprake gebracht lijkt vooruit<br />
<strong>te</strong> grijpen op de par<strong>te</strong>s in<strong>te</strong>grales van het boe<strong>te</strong>sacrament: contritio,<br />
confessio en satisfactio. Wissink merkt op dat de drie gezamenlijk in<br />
<strong>Thomas</strong>' la<strong>te</strong>re werken (in het bijzonder zijn Summa Theologiae) de<br />
ma<strong>te</strong>ria (het bepaalbare) van het boe<strong>te</strong>sacrament vormen, <strong>te</strong>rwijl de<br />
absolutie (kwijtschelding, absolutio) de forma (het bepalende) vormt<br />
van het sacrament. Het sacramen<strong>te</strong>le <strong>te</strong>ken wordt volgens <strong>Thomas</strong> in<br />
beide, in dat wat de boe<strong>te</strong>ling aandraagt aan innerlijke boe<strong>te</strong> en<br />
ui<strong>te</strong>rlijke handelingen, en in dat wat de kerkelijke bedienaar van het<br />
sacrament aandraagt, gezamenlijk gevonden, en niet in de absolutie<br />
alleen of in de ui<strong>te</strong>rlijke handelingen van de boe<strong>te</strong>ling (i.h.b. de<br />
werken van genoegdoening) alleen. Leget en Vosman merken op dat<br />
de drieslag contritio cordis, confessio oris en satisfactio operis in het<br />
boe<strong>te</strong>sacrament een parallel heeft in de drieslag die ook <strong>te</strong> vinden is in<br />
de zonde, namelijk de eers<strong>te</strong> in<strong>te</strong>rne aandrift, vervolgens de articulatie