Jaarboek Thomas Instituut 1995 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1995 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1995 - Thomas Instituut te Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
130 P.VALKENBERG<br />
volgorde besproken: Scriptum super libros Sen<strong>te</strong>ntiarum I, distincties<br />
40 en 41; Quaestiones disputatae de verita<strong>te</strong>, de kwesties 6 (en 7);<br />
Summa contra gentiles III, hoofdstuk 163; Summa theologiae I,<br />
kwestie 23 (en 24), en <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> Quaestiones de quolibet XI, q.3 en<br />
XII, q.34•<br />
Voor een poging om deze <strong>te</strong>ks<strong>te</strong>n geduldig <strong>te</strong> lezen en <strong>te</strong><br />
beproeven moet men ui<strong>te</strong>raard de uitgebreide behandeling van<br />
Jonckheere zelf lezen; zelfs een poging om hieraan in mijn bespreking<br />
maar enigszins recht <strong>te</strong> doen, is bij voorbaat onvoldoende. Daarom<br />
beperk ik mij tot enige saillan<strong>te</strong> pun<strong>te</strong>n. In de eers<strong>te</strong> plaats: <strong>Thomas</strong><br />
richt zich in zijn bespreking van de predestinatie op God als de<br />
predestinerende, en veel minder op mensen als de gepredestineerden.<br />
In de tweede plaats: predestinatie is altijd een bes<strong>te</strong>mming <strong>te</strong>n goede;<br />
er is ook een bes<strong>te</strong>mming <strong>te</strong>n kwade, maar deze is niet gelijkoorspronkelijk<br />
bij God aan de bes<strong>te</strong>mming <strong>te</strong>n goede. In de derde<br />
plaats: er is geen <strong>te</strong>genstrijdigheid tussen goddelijke voorbes<strong>te</strong>mming<br />
enerzijds en menselijk vrij handelen anderzijds, omdat deze twee geen<br />
gelijksoortige oorzaken betreffen.<br />
Nu is het niet zo dat het geheel van de <strong>te</strong>ks<strong>te</strong>n op eenzelfde<br />
manier doorlopen wordt; met name bij de lezing van Summa<br />
theologiae I, q. 23 a.4 en 5 blijkt de <strong>te</strong>kstlezing op weerbarstigheden<br />
<strong>te</strong> stui<strong>te</strong>n, hetgeen dan ook een uitgebreide behandeling (pp. 135-158)<br />
vergt. Met behulp van Pesch wijst Jonckheere op de ambivalentie van<br />
<strong>Thomas</strong>' verwerpingsconcept: dat God het kwade 'toelaat' is geen<br />
oplossing van het probleem, maar een boekstaving ervan'. Ook is er<br />
de voor de huidige tijd aanstootgevende behandeling van I Timotheüs<br />
2,4 waarbij de algemene heilswil van God door <strong>Thomas</strong> geformuleerd<br />
De ti<strong>te</strong>l van de laats<strong>te</strong> verzameling wordt door Jonckheere overigens<br />
hardnekkig Quaestiones de quodlibet genoemd, waarschijnlijk onder invloed<br />
van het grammaticaal wel correc<strong>te</strong> Quaestiones quodlibetales (zie bij<br />
Jonckheere, p. 168).<br />
5 Pesch spreekt over begrijJliche Festschreibung, hetgeen door<br />
Jonckheere onvertaald wordt gela<strong>te</strong>n (p. 140) of vertaald wordt met<br />
"vastschrijving" (p. 31). Dit laats<strong>te</strong> is natuurlijk geen Nederlands. Mijns<br />
inziens bedoelt Pesch in de aangehaalde passage uit <strong>Thomas</strong> von Aquin, p. 152<br />
dat <strong>Thomas</strong> een taalkundig signaal afgeeft dat het probleem onoplosbaar is.<br />
Het woord 'toela<strong>te</strong>n' is dus een codificatie of boekstaving van dit signaal.