04.09.2013 Views

Observatieverslagen 13092012 - Politie & Wetenschap

Observatieverslagen 13092012 - Politie & Wetenschap

Observatieverslagen 13092012 - Politie & Wetenschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Zijn medicijnen heeft hij in ieder geval niet gekregen waardoor de man mogelijk in de problemen<br />

kan komen. De psychiater maakt zich daar zorgen over. De medewerker van verslavingszorg vraagt<br />

daarom of Twan een keer langs wil gaan bij de man. Twan stemt in en belooft dat hij even langsgaat<br />

bij de man. Ik vraag aan Twan waarom hij langsgaat en het niet gewoon aan verslavingszorg over-­‐<br />

laat. Twan: “Ik ken deze man niet en ik vind het wel belangrijk dat ik dit soort mensen ken. Daar-­‐<br />

naast kan de man volgens de psychiater gekke dingen gaan doen wanneer hij z’n medicijnen niet<br />

inneemt. Wat dat betreft heb ik er dus wel een zeker belang bij dat we deze meneer weer vinden.”<br />

Twan vindt dat de geestelijke gezondheidszorg in Nederland vreemd georganiseerd is. “Als wij ie-­‐<br />

mand van straat plukken en naar de spoedopvang brengen, kost het ons tussen de twee en drie uur<br />

wachten en overdragen. Het probleem is namelijk dat we niet zomaar weg kunnen als we iemand<br />

hebben afgeleverd. Eerst moet er een overdracht plaatsvinden en moet de GGZ een ‘intake’ doen.<br />

Daarna pas kunnen we weer vertrekken. Veel van mijn collega’s hebben geen zin om drie uur te<br />

wachten in een psychiatrisch ziekenhuis. Het is zonde van je tijd. Daarom nemen ze zo’n geestelijk<br />

zieke man mee naar het bureau en gaat hij achter een dikke deur totdat een medewerker van de GGZ<br />

hem meeneemt. Maar je begrijpt wel dat zo’n persoon van het wachten in een cel nog veel gekker<br />

wordt. Dus voor het welzijn van de patiënt zou het beter zijn wanneer wij zo’n iemand direct naar de<br />

GGZ kunnen brengen en zij het daarna van ons overnemen. Maar dat is kennelijk in Nederland niet<br />

mogelijk.”<br />

Ik vraag aan Twan hoe de samenwerking verloopt tussen verslavingszorg en de politie. “Ik heb zelf<br />

niet zoveel aan de medewerker van verslavingszorg. Het lukt deze medewerker niet echt om contact<br />

te krijgen met die verslaafden. Hij zou de persoon moeten zijn die een veel beter contact heeft met<br />

die mensen dan ik. Sterker nog, dat weet ik wel zeker. Tijdens overleggen hoor ik altijd terug van<br />

mijn netwerker dat hij informatie inbrengt in het bemoeizorg-­‐overleg dat van mij afkomstig is. Hij<br />

biedt zelf dus geen enkele meerwaarde aan mijn werk of aan de samenleving. Toch denkt zijn baas<br />

waarschijnlijk dat hij goed werk levert want in ieder overleg weet hij wel weer informatie van mij zo<br />

te brengen, alsof het lijkt dat het zijn informatie is.” Ik vraag aan Twan of hij dat niet vervelend vindt.<br />

“Ik vertel hem natuurlijk niet meer zoveel als ik in het begin deed. Maar aan de andere kant kan het<br />

mij niet zoveel interesseren. Ik heb mijn strepen toch al lang verdiend.”<br />

17.00 uur: Twan legt uit dat hij vindt dat de regionaal georganiseerde recherche meer gebruik zou<br />

kunnen maken van de kennis en informatie van buurtbrigadiers. “Laatst waren ze bezig met een<br />

zaak naar een bewoner uit mijn wijk. Ik vind het vreemd dat ze mij niet op de hoogte brengen van<br />

dat onderzoek. Ze waren op zoek naar de verblijfplaats van de vriendin van deze man terwijl ik die<br />

al lang wist. Je ziet dat de afstand tussen de recherche en ‘wij op straat’ te groot is. Bovendien zou ik<br />

ook informatie voor hun kunnen verzamelen. Criminelen kijken niet raar op als ik door de wijk fiets.<br />

Ze kennen mij. Maar wanneer een andere agent door de straat rijdt, of rechercheurs in burger, zullen<br />

ze veel meer achterdochtig zijn.”<br />

105

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!