Observatieverslagen 13092012 - Politie & Wetenschap
Observatieverslagen 13092012 - Politie & Wetenschap
Observatieverslagen 13092012 - Politie & Wetenschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
19.30 uur: Erik en ik gaan langs bij een psychiatrische patiënt. De vrouw is net twee dagen gele-‐<br />
den ontslagen uit een psychiatrische inrichting en heeft afgelopen week bij het hoofdbureau van<br />
politie aangegeven dat haar voordeur – die destijds door het bezoek van de politie was gefor-‐<br />
ceerd – nog steeds niet gemaakt was. Haar vraag was daarom of de buurtbrigadier langs wilde<br />
komen.<br />
Erik belt aan. De vrouw laat ons binnen. Erik voelt zich schuldig over wat er is gebeurd. “Ik vind<br />
het erg vervelend hoe het is gegaan. Maar het ging niet goed met je. Snap je dat ik het raam van<br />
de deur kapot gemaakt heb om bij je binnen te komen? Ik en je ex-‐man maakte ons grote zorgen<br />
om je.” Het kost de vrouw moeite om in te zien dat ze inderdaad opgenomen moest worden,<br />
maar uiteindelijk geeft ze toe dat het beter was. De vrouw geeft aan dat ze het vervelend vindt<br />
dat de deur nog steeds niet gemaakt is. Erik zegt toe dat hij gaat zorgen dat de woningbouwcor-‐<br />
poratie de deur gaat maken. “Ik neem wel contact op met de woningbouwvereniging. Dat hoef jij<br />
niet te regelen. Zorg dat je je telefoon bij je hebt, want het zou goed kunnen dat de woningbouw-‐<br />
vereniging jou binnenkort belt om een afspraak te maken zodat ze een nieuwe voordeur kunnen<br />
plaatsen.”<br />
Ik vraag aan Erik waarom hij zich verantwoordelijk voelt voor deze mevrouw. “Ik weet niet of<br />
mijn bezoek aan de vrouw, en daarmee het houden van een vinger aan de pols, politiewerk is.<br />
Maar ik vind het belangrijk. Ook al vind je het geen politiewerk, als politie wordt je toch regelma-‐<br />
tig bij dit soort zaken betrokken. Ik heb destijds namelijk mailtjes van de bovenburen, onderbu-‐<br />
ren en andere buurtbewoners gekregen met daarin de vraag om iets aan die vrouw te doen. Ze<br />
maakten zich allemaal zorgen om haar. Ze verwachten dan ook, tenminste zo voel ik dat, dat de<br />
politie er iets aan gaat doen.” Ik vraag aan Erik waarom hij de e-‐mails niet doorstuurt aan de<br />
GGZ. Erik: “Ja, dat kan ik doen, maar dan heb ik geen garantie dat het probleem wordt opgelost.<br />
En in dit geval merk je ook aan zo’n iemand dat ze het fijn vindt dat ik ga regelen dat haar deur<br />
gemaakt wordt. Ik hoop dat ze nu beter begrijpt dat we echt het beste met haar voor hebben.”<br />
20.30 uur: We surveilleren door de wijken van Erik. Het is rustig op straat. Ik spreek met Erik<br />
over de integratie van de buurtbrigadiers binnen de politie. Erik zegt dat hij gemerkt heeft dat<br />
zijn collega’s nog niet altijd even goed gebruik weten te maken van zijn kennis en expertise.<br />
“Laatst begreep ik bijvoorbeeld dat de recherche onderzoek deed naar een bepaald figuur in<br />
mijn wijk. Maar ze hebben mij helemaal niet om informatie gevraagd. Het bleek dat ze maanden<br />
hadden gerechercheerd naar feiten die ik ze onmiddellijk had kunnen vertellen. Ik begrijp dat<br />
niet zo goed. Het lijkt wat dat betreft wel alsof wij niet echt serieus genomen worden binnen de<br />
politie.”<br />
Ook merkt Erik dat er binnen de basispolitiezorg nog te weinig buurtgericht gewerkt wordt.<br />
“Collega’s in de noodhulp blussen alleen maar brandjes. Ze komen ergens binnen en willen ver-‐<br />
volgens eigenlijk zo snel mogelijk weer door naar de volgende klus. Als het iets te moeilijk<br />
wordt, sturen ze mij een mail of ik even wil langsgaan. Ik denk alleen dat de politie veel meer<br />
baat zou hebben bij het meer structureel aangaan van contacten met burgers. Je krijgt daardoor<br />
meer vertrouwen van burgers en daarmee meer informatie”.<br />
21.00 uur: Erik werkt zijn administratie bij. Ik praat met een collega uit de noodhulp over gebied<br />
gebonden politiezorg. De agent: “In de noodhulp heb je het vaak druk. Je rijdt van de ene melding<br />
71