Observatieverslagen 13092012 - Politie & Wetenschap
Observatieverslagen 13092012 - Politie & Wetenschap
Observatieverslagen 13092012 - Politie & Wetenschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
20.15 uur: Johan belt naar het slachtoffer van de brandstichting. De receptionist van het politie-‐<br />
bureau heeft namelijk een briefje in zijn postvak gelegd met de boodschap dat de sleutels en<br />
telefoon van de brandstichter zijn opgehaald. Johan meldt aan het slachtoffer dat de brandstich-‐<br />
ter dus weer op vrije voeten is.<br />
20.30 uur: Omdat Johan kermisdienst heeft, rijden we een aantal keer langs de kermis in de ge-‐<br />
meente (niet in een wijk van Johan). Er is vrij weinig te doen en daarom besluit Johan om door<br />
zijn wijken te gaan surveilleren. Onderweg moet ik van hem een aantal kentekens noteren van<br />
auto’s die Johan nog niet eerder gezien heeft bij bepaalde huizen.<br />
Ik vraag aan Johan hoe vaak hij deelneemt aan de burgernetwerken in zijn twee wijken. Johan: “1<br />
keer per maand wordt er in een van mijn wijken een wijkplatform georganiseerd. In het begin<br />
van mijn carrière als buurtbrigadier ging ik daar iedere maand naar toe. Maar vaak bleek dat de<br />
onderwerpen voor mij helemaal niet interessant waren. Het ging veel meer over kleine onge-‐<br />
makken waar burgers tegenaan liepen en vaak zelden over ‘echte’ politieonderwerpen. Ik vraag<br />
Johan wat ‘echte’ politieonderwerpen zijn. Johan: “Bijvoorbeeld vragen van burgers over een<br />
inbraakgolf. Hoe kunnen ze hun huis beveiligen?” Johan stelt dat sommige collega’s van hem wel<br />
iedere maand naar het wijkplatform gaan. “Ik vind dat echt zinloos. Sommige collega’s zeggen<br />
dat ze tijdens de pauze van zo’n wijkplatform meer horen dan tijdens het formele gedeelte van<br />
het wijkplatform. Dat zal allemaal wel, maar ik vind dat er over het algemeen weinig uit komt. Ik<br />
doe het meer voor de burger dan voor onszelf.”<br />
Ik vraag aan Johan of hij een voorbeeld geven van een probleem dat hij onlangs in een netwerk-‐<br />
setting heeft opgelost en waarom het noodzakelijk was dat dit probleem met de ketenpartners<br />
werd opgelost. Johan: “Onlangs hadden we een ernstige zaak. Een oude man mishandelde zijn<br />
bedlegerige vrouw. Op enig moment hadden we voldoende bewijs tegen de man. Je kunt zo’n<br />
man dan wel oppakken, maar wie zorgt er voor zijn vrouw? Wie vangt de vrouw op? Ik vind dat<br />
wij in zo’n geval ook de verantwoordelijkheid hebben als politie om verder te denken aan de<br />
gevolgen die zo’n aanhouding heeft. Op initiatief van de gemeente is er toen een overleg geweest<br />
tussen de burgemeester, GGZE, de thuiszorgorganisatie, ambtenaar OOV en de politie. Ik zat sa-‐<br />
men met de netwerkinspecteur in dat overleg. We hebben toen gezamenlijk besloten dat de ou-‐<br />
de man aangehouden moest worden, en de gemeente heeft toen gezorgd in samenspraak met de<br />
thuiszorgorganisatie dat de zieke vrouw verzorging zou krijgen.”<br />
Johan vertelt dat hij regelmatig geconfronteerd wordt met problemen van burgers die niet direct<br />
voor de politie zijn, maar waarbij hij wel een taak heeft om de juiste instantie op het probleem te<br />
zetten. “Ik kreeg onlangs een telefoontje van een meneer uit mijn wijk. Deze meneer heeft een<br />
zoon en zijn zoon had onlangs een nieuwe vriendin. De vriendin van zijn zoon vertelde aan hem<br />
dat ze mishandeld wordt door haar ouders en wilde daarom niet meer terug naar huis. De me-‐<br />
neer belt mij op en vraagt wat hij moet doen. Hij wil de vriendin van zijn zoon wel in huis nemen,<br />
maar mag dat wel en is dat wel verstandig? Ik leg de meneer uit dat de vriendin van zijn zoon<br />
aangifte moet komen doen en vertel hem dat ik bureau Jeugdzorg ga bellen om te vragen of ze<br />
contact willen opnemen met hem. Want de zorg voor de vriendin van zijn zoon is natuurlijk niet<br />
voor ons. Daar zijn andere instanties voor verantwoordelijk.”<br />
45