12.09.2013 Views

DE VERNIEUWING VAN DE STADSVERNIEUWING

DE VERNIEUWING VAN DE STADSVERNIEUWING

DE VERNIEUWING VAN DE STADSVERNIEUWING

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

de woningen betaalbaar te houden werden allerlei subsidies en regelingen het leven in<br />

geroepen. Ook werd woningrenovatie voor het eerst een serieuze optie. Uiteindelijk leidde<br />

deze vernieuwingsmethode tot een zeer herkenbare periode in de architectuur-­‐ en<br />

stedenbouwgeschiedenis, zoals zal blijken.<br />

Dit was echter niet het vernieuwingsbeleid dat minister Schut in 1968 voor ogen had<br />

toen hij de nota De toekomst van het oude woningbestand presenteerde. Aanvankelijk was<br />

stadsvernieuwing een ander woord voor stadssanering en krotopruiming: de oude vervallen<br />

woningvoorraad moest vervangen worden door nieuwbouw naar de modernistische<br />

maatstaven. De oude stad was ‘ziek’ en moest worden gesaneerd: ‘weer gezond worden<br />

gemaakt’. Het idee was om de oude woonwijken compleet af te breken en te bebouwen met<br />

hoogbouw in het groen, zoals de nieuwe uitbreidingswijken aan de rand van de stad.<br />

Stadsvernieuwing was dus§ in eerste instantie bedoeld als een soort grootschalige<br />

krotopruiming. De sanering van de stad was sinds de invoering van de Woningwet in 1901<br />

onderdeel van de landelijke wetgeving. Woningen moesten aan bepaalde eisen voldoen en<br />

konden als dit niet het geval was onbewoonbaar worden verklaard. Tot de stadsvernieuwing<br />

waren de krotopruimingen relatief kleinschalige ondernemingen geweest. Er werden wel<br />

grotere plannen gemaakt, maar doordat na de oorlog alle aandacht ging naar het bouwen van<br />

nieuwe woningen aan de stadsrand kwam daar niet veel van terecht. 12 In Den Haag<br />

bijvoorbeeld werd al in 1953 een saneringsnota gepresenteerd, maar de stadssanering kwam<br />

tussen 1960 en 1970 slechts op weinig plaatsen verder dan afbraak, waardoor sanering<br />

synoniem werd met kaalslag. Er kwamen veel terreinen leeg te staan, die vervolgens braak<br />

kwamen te liggen of werden gebruikt als parkeerplaats. Van de grootschalige nieuwbouw<br />

kwam weinig terecht. 13<br />

In Rotterdam werd in 1966 de Saneringsnota gepresenteerd. Hier waren de<br />

omstandigheden rond de bestaande woningvoorraad schrijnender dan elders, aangezien de<br />

stad in de oorlog te maken had gehad met bombardementen, waardoor een groot deel van de<br />

oude bebouwing was beschadigd of zelfs verwoest. Volgens de toen geldende verwachtingen<br />

zou het woningtekort rond 1970 zijn opgelost en zou de gemeente binnen korte tijd kunnen<br />

starten met de vernieuwing van de oude wijken. Deze wijken zouden onder de vlag van<br />

wijksanering volledig worden gesloopt en opnieuw opgebouwd, volgens de principes licht,<br />

lucht en ruimte, met veel groen en voldoende parkeervoorzieningen. 14 De gemeente was zich<br />

er terdege van bewust wat dit voor de zittende bewoners zou betekenen: “Het moet nl.<br />

uitgesloten worden geacht dat men, onder de geldende financiële regelingen, de huidige<br />

bewoners rechtstreeks naar de nieuw te bouwen woningen zou kunnen laten verhuizen, hoe<br />

wenselijk dit ook in vele opzichten zou zijn.” Het was dus evident dat de huidige bewoners<br />

naar elders zouden moeten verhuizen, in het belang van de stad. 15 Dat bewoners het liefst in<br />

hun eigen buurt zouden willen blijven kwam toen blijkbaar niet bij de bestuurders op, of was<br />

tenminste van ondergeschikt belang.<br />

Overigens hing de saneringswoede niet alleen samen met de noodzaak tot<br />

krotopruiming, maar ook met de gemeentelijke wensen tot cityvorming. In de jaren vijftig en<br />

zestig stond het stedenbeleid in het teken van de vooruitgang en geloof in de toekomst; het<br />

ging economisch steeds beter met Nederland en daar moesten de steden op worden<br />

aangepast. Het stadscentrum moest huisvesting gaan bieden aan banken, kantoren,<br />

uitgaansleven en educatie, terwijl het wonen naar de periferie moest worden verplaatst. Deze<br />

perifere woongebieden zouden met de city worden verbonden door brede verkeerswegen;<br />

alles voor de mobiliteit van de burger. Grachten zouden gedempt worden en huizenblokken<br />

doorbroken ten behoeve van verkeersaders en ringwegen. 16<br />

Het probleem met de oude binnensteden was, dat in de huidige centrumstad<br />

ruimtegebrek was voor de grootschalige stedelijke functies die het gemeentebestuur voor<br />

ogen had. Sloop en grootschalige nieuwbouw met vernieuwde infrastructuren leek de enige<br />

oplossing. 17 De sanering van de verkrotte panden werd zelfs vaak gebruikt als een manier om<br />

cityvorming te rechtvaardigen en te versnellen. Vooral in binnensteden zijn veel panden<br />

De Vernieuwing van de Stadsvernieuwing | Renate van Schaik | mei 2012<br />

10

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!