12.09.2013 Views

DE VERNIEUWING VAN DE STADSVERNIEUWING

DE VERNIEUWING VAN DE STADSVERNIEUWING

DE VERNIEUWING VAN DE STADSVERNIEUWING

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

die elke gemeente verplicht moest opstellen, bestonden voornamelijk uit functionele en<br />

maatschappelijke doelen. Het ging niet meer om de vormgeving van de ruimte, maar om de<br />

ordening van de ruimte: “Niet te ontkennen valt bij dit alles dat de radicale verruiming van het<br />

arbeidsveld in de richting van de ruimtelijke ordening veler aandacht heeft weggetrokken van<br />

de typische stedebouw in engere zin naar het nieuwe terrein van het grootschalige werk. Een<br />

verschuiving van aandacht die ongetwijfeld ten koste is gegaan van de minutieuze zog voor de<br />

voor de burger zo belangrijke details van het lokale leefmilieu,” 97 aldus stedenbouwkundige S.<br />

van Embden. De architectuur en het stedenbouwkundig ontwerpen schoven dus nog verder<br />

naar de achtergrond, ten gunste van planningsmechanismes: “Na 1970 evolueerde de<br />

ruimtelijke ordening in luttele jaren tot geleiding van ruimtelijke processen met behulp van<br />

flexibele en aanpasbare plannen. Zij maakte zich daarmee definitief los van haar wortels, de<br />

architectuur en stedenbouw, en betrad het terrein van de strategische besluitvorming,” stellen<br />

Hans van der Cammen en Len de Klerk. 98 De stedenbouw was overgenomen door de<br />

ruimtelijke ordening en de architect was slechts een spil in het totale ruimtelijke<br />

ordeningsproces geworden.<br />

Architectuurkritiek<br />

Stedenbouw was dus verworden tot een beleidsvorm, en de architect was slechts een schakel<br />

in de planningsmachine geworden. Het gekke was, dat in de architectuurkritiek ook geen<br />

tegenwicht werd geboden. Namelijk, ook hier had de ‘sociologisering’ toegeslagen. Volgens<br />

Weeber was de architectuurkritiek sinds de democratiseringsgolf eind jaren zestig niet meer<br />

wat het geweest was: “Weinig is sindsdien over architectuur gesproken en geschreven. In<br />

bladen als Plan en Wonen-­‐TA/BK staat veel zinnigs, maar weinig meer over architectuur. […]<br />

De architectuurkritiek bestaat niet meer en voor kunsthistorici lijkt architectuur nog steeds na<br />

1880 te zijn opgehouden te bestaan.” 99<br />

Met name in Wonen-­‐TA/BK ging het gros van de artikelen betreffende de<br />

stadsvernieuwing over inspraakprocedures, bewonersprotesten, politiek en beleidsvoering,<br />

sociale problematiek, huurprijzen en de toepassing van nieuwe subsidieregelingen.<br />

Stadsvernieuwing werd boven alles beschouwd als een volkshuisvestelijke opgave. Het<br />

voornaamste doel was om goede woningen te bouwen in de vervallen en verafschuwde<br />

negentiende-­‐eeuwse woonwijken rond de binnenstad. Wát er precies werd gebouwd kwam<br />

nauwelijks aan de orde, behalve als het om aantallen woningen of vierkante meters ging.<br />

Deze houding gold overigens niet alleen tijdens de stadsvernieuwing, maar is daarna<br />

voortgezet. Het blijkt nog steeds moeilijk inhoudelijke informatie te vinden over wat de<br />

stadsvernieuwing architectonisch en ruimtelijk voor een stad of wijk heeft betekend. Dit heeft<br />

er voor een groot deel mee te maken dat de belangrijkste boeken over stadsvernieuwing zijn<br />

geschreven door sociologen, planologen en politicologen, zoals in de inleiding van deze scriptie<br />

reeds ter sprake kwam. Kunst-­‐ en architectuurhistorici nemen nauwelijks het woord, behalve<br />

bij het beschrijven (en verdedigen) van de oorspronkelijke stedelijke structuur en bebouwing<br />

van de gesloopte wijken. 100<br />

In 1981 verwoordt architectuurhistoricus Ed Taverne in Stad als object voor historisch<br />

onderzoek zijn kritiek op dit ‘cultureel onvermogen’ om de ontwerppraktijk, het ruimtelijk<br />

beleid, de geschiedenis en de reflectie hierop met elkaar in verband te brengen. Hij spreekt<br />

van een ‘cultureel vacuüm’, waarin de architectuurtijdschriften, de massamedia en de<br />

kunsthistorische opleidingen niet in staat zijn het architectonisch vakgebied voldoende<br />

tegenwicht en kritiek te bieden. Taverne constateert dat inmiddels ook architecten,<br />

stedenbouwkundigen en critici zich van dit cultureel vacuüm bewust zijn, maar dat het debat<br />

hierover voornamelijk uiting geeft aan hun gevoel van onvermogen om dit te kunnen<br />

oplossen. 101<br />

Als er in 1984 onderzoek wordt gedaan naar de verdiensten na tien jaar<br />

stadsvernieuwing in Rotterdam wordt er geen woord gerept over ruimtelijke problemen. De<br />

onderzoekers – die overigens allen afkomstig zijn van verzets-­‐studiegroepen binnen de TH<br />

De Vernieuwing van de Stadsvernieuwing | Renate van Schaik | mei 2012<br />

33

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!