DE VERNIEUWING VAN DE STADSVERNIEUWING
DE VERNIEUWING VAN DE STADSVERNIEUWING
DE VERNIEUWING VAN DE STADSVERNIEUWING
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ontsluiting<br />
De typische kenmerken van de stadsvernieuwingsarchitectuur beperken zich echter niet tot de<br />
gevels. Ook in de woningtypologie onderscheidt de nieuwbouw zich van de oorspronkelijke<br />
woningen. Niet zelden heeft deze woningtypologie invloed op hoe de openbare ruimte wordt<br />
gebruikt en ingericht, en dus op het straatbeeld.<br />
Een belangrijk aspect in deze categorie is de manier van ontsluiting. De negentiende-‐<br />
eeuwse panden bestonden meestal uit vier woningen boven elkaar. Er waren op de begane<br />
grond meestal twee voordeuren, één voor de benedenwoning, en één die de woningen op de<br />
verdiepingen ontsloot. Als de woningen werden gespiegeld, waren er steeds vier deuren naast<br />
elkaar. Tijdens de stadsvernieuwing werden er andere ontsluitingstypen in de oude wijken<br />
geïntroduceerd. In de nieuwbouw werden de twee aparte trappenhuizen bijvoorbeeld<br />
vervangen door een gemeenschappelijk trappenhuis, met één entree voor zes tot acht<br />
woningen. Een andere mogelijkheid was de galerijontsluiting aan het binnenterrein. Aan de<br />
straatkant is er dan één deur die tien of meer woningen ontsluit.<br />
Door deze nieuwe ontsluitingstypen is het aantal voordeuren aan de straat drastisch<br />
afgenomen. Daar komt bij dat de eerste woonlaag vaak werd opgetild ten opzichte van het<br />
maaiveld om plaats te maken voor (halfverdiepte) bergingen op de begane grond. In andere<br />
gevallen werd zelfs de hele plint gereserveerd voor parkeergarages, zoals in de Schilderswijk.<br />
Zo ontstond er een (halve) verdieping met een blinde muur, soms met enkele kleine raampjes<br />
er in, of een plint met slechts massieve garagedeuren. Op deze manier werd het contact tussen<br />
de woningen en de straat verminderd, ten eerste doordat de voordeur niet meer direct aan de<br />
straat lag en ten tweede omdat de benedenwoningen niet op straatniveau lagen, maar<br />
daarboven. [blad 11]<br />
Deze ontwikkeling heeft er onder andere voor gezorgd dat de straat op een heel<br />
andere manier wordt gebruikt. Waar de stoep voorheen een verlengde was van de woning,<br />
wordt het nu nadrukkelijk iets wat buiten de woning valt. Vooral daar waar de woningen zijn<br />
georiënteerd op het collectieve binnenterrein. Behalve dat de levendigheid op straat mede<br />
hierdoor een stuk minder is geworden, komt de verandering ook niet ten goede aan de sociale<br />
controle. De vermindering van de levendigheid op straat is overigens ook te wijten aan het<br />
verdwijnen van kleine bedrijven, winkels en horeca. Met de stadsvernieuwing lag de nadruk op<br />
het creëren van een woonwijk. Bedrijfjes werden als hinderlijk beschouwd en moesten<br />
verdwijnen. Winkels en horeca werd zoveel mogelijk geclusterd in bepaalde straten, waardoor<br />
de buurtwinkels en cafés op de meeste straathoeken zijn verdwenen.<br />
Renovatie<br />
Behalve de nieuwbouw heeft ook de renovatie van de bestaande bebouwing op veel plaatsen<br />
een stempel gedrukt op het straatbeeld. Ook, en misschien wel vooral, aan de<br />
renovatieoplossingen is de stadsvernieuwing te herkennen. Het is hierbij belangrijk om te<br />
weten dat de voorkeur voor renovatie in plaats van nieuwbouw weinig te maken had met<br />
nostalgie, zoals tegenwoordig meestal het geval is. De redenering achter renovatie was niet<br />
dat er erfgoed moest worden behouden, of dat de oude woningen zoveel karakter gaven aan<br />
de buurt, maar was van een praktische en economische aard. (Tijdelijke) renovatie was<br />
namelijk goedkoper dan sloop en nieuwbouw. Bovendien leverde het sneller resultaat op,<br />
waardoor bewoners makkelijker in de buurt of zelfs hun eigen woning konden blijven wonen.<br />
In de Afrikaanderwijk heeft men bijvoorbeeld in eerste instantie veel gerenoveerd om de<br />
woningen zo snel mogelijk op een acceptabele woonstandaard te krijgen, met het idee dat de<br />
woningen na een jaar of tien alsnog zouden worden vervangen. Veel nieuwbouw is hier dan<br />
ook van na de stadsvernieuwingsperiode en op sommige plekken in de wijk is de<br />
stadsvernieuwing – tegenwoordig stedelijks vernieuwing of wijkverbetering genoemd – nog<br />
steeds in volle gang.<br />
Omdat het voornaamste doel was de woningen weer bewoonbaar te maken volgens<br />
de minimum eisen, zijn voornamelijk woontechnische en bouwtechnische<br />
De Vernieuwing van de Stadsvernieuwing | Renate van Schaik | mei 2012<br />
22