Rapport Psychosociale gevolgen hulpverleners rampen - Impact
Rapport Psychosociale gevolgen hulpverleners rampen - Impact
Rapport Psychosociale gevolgen hulpverleners rampen - Impact
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
na de Bijlmer- en Herculusramp blijkt dat de media een grote impact kunnen hebben op het ontwikkelen<br />
van psychische problematiek bij <strong>hulpverleners</strong> (9;11;12). De intensiteit van de verwerkingsklachten ten<br />
gevolge van de negatieve kritieken in de media zoals over (vermeende) vrijgekomen giftige stoffen,<br />
(veronderstelde) foutieve handelingen van bij de ramp betrokken personen of organisaties, mislukte<br />
maatregelen die de ramp (schijnbaar) hadden kunnen voorkomen, (gesuggereerde) pogingen van de<br />
betrokken organisaties om de ware toedracht te verdoezelen (1) wijzen erop dat, jaren later, deze negatieve<br />
kritieken net zo belastend kunnen zijn als de ramp zelf. Er is dan duidelijk sprake van secundaire<br />
traumatisering.<br />
3.5 Preventie en behandeling van PTSS<br />
Vroegtijdige detectie en interventie van PTSS-symptomen is van groot belang om het ontwikkelen van<br />
posttraumatische morbiditeit te voorkomen of de ernst van klachten te reduceren. Hoewel dit belang door<br />
verscheidene onderzoekers benadrukt wordt (38;45;56;66), is er nauwelijks onderzoek gedaan naar het<br />
effect van psychologische preventie en interventie bij professionele <strong>hulpverleners</strong>. Een onderzoek onder<br />
politieagenten laat wel een positief effect zien van eclectische psychotherapie (67). Van de mogelijke<br />
preventieve interventies en behandelmethoden voor PTSS, zoals debriefing, medicamenteuze therapie,<br />
Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) en psychotherapie, wordt in de<br />
wetenschappelijke literatuur alleen sporadisch aandacht besteed aan het effect van debriefing voor<br />
<strong>hulpverleners</strong>. Debriefing is een eenmalige nabespreking in groepsverband onder deskundige leiding,<br />
waarbij gesproken wordt over de ervaringen van de <strong>hulpverleners</strong> tijdens de reddingswerkzaamheden.<br />
Hulpverleners krijgen tijdens een debriefing de gelegenheid om hun emoties te uiten. Een debriefing vindt<br />
24-72 uur na een grootschalige calamiteit of ramp plaats. Het effect van debriefing op de preventie van<br />
PTSS bij <strong>hulpverleners</strong> is niet eenduidig (66;68;69) of wordt zelfs geheel ontraden (70). Er staat wel vast<br />
dat onjuist uitgevoerde debriefings zelfs een schadelijk effect kunnen hebben, daarom is het noodzakelijk<br />
een strikt protocol te volgen als er besloten wordt een debriefing te houden voor professionele<br />
<strong>hulpverleners</strong> (66;68). De NICE- en APA-richtlijnen ontraden het routinematig aanbieden van eenmalige<br />
debriefing, maar deze rapporten zijn niet specifiek gericht op professionele <strong>hulpverleners</strong> (71;72). <strong>Impact</strong><br />
ontwikkelde, in samenwerking met het Trimbos Instituut en onder auspiciën van de stuurgroep<br />
multidisciplinaire richtlijnontwikkeling, een richtlijn voor vroegtijdige psychosociale interventies na <strong>rampen</strong>,<br />
terrorisme en andere schokkende gebeurtenissen. Wat betreft debriefing wordt hierin aangesloten bij de<br />
NICE- en APA-richtlijnen. De Nederlandse richtlijn verschijnt in het najaar van 2007.<br />
Personen die behoefte hebben aan eventuele nazorg moeten goed geïnformeerd zijn over de<br />
mogelijkheden om nazorg te krijgen, de nazorg moet ook in de jaren na een ramp beschikbaar blijven en<br />
het is vooral voor <strong>hulpverleners</strong> van belang dat de nazorg laagdrempelig is (49;73). Ongeveer vier jaar na<br />
de Herculusramp gaf een op de vijf reddingswerkers aan nog behoefte te hebben aan nazorg of<br />
opvanggesprekken (9).<br />
Geüniformeerde <strong>hulpverleners</strong> bij <strong>rampen</strong>: psychosociale <strong>gevolgen</strong>, preventie en nazorg. 19