Etnisch gerelateerde verschillen in de straftoemeting.pdf

Recommendations

Info

statistische kennis en overige stereotypering van etnische groepen (zie hoofdstuk 3). De focal concerns-theorie, een veelgebruikte theorie binnen het straftoemetingsonderzoek, benadrukt dat etnisch gerelateerde verschillen in de straftoemeting op kunnen treden omdat stereotiepe beelden, wel of niet gebaseerd op statistische informatie over bepaalde dadergroepen, een rol spelen binnen de straftoemetingsbeslissing. Verwacht wordt dat stereotiepe attributies op grond van daderkenmerken door rechters worden gebruikt om de verwijtbaarheid en gevaarlijkheid van de dader zo volledig mogelijk in te schatten. Uit het huidige onderzoek blijkt dat het inderdaad mogelijk is dat dergelijke processen een rol spelen bij het nemen van beslissingen in het strafproces, want ook al hebben rechters kennis van veel sociale omstandigheden en andere straftoemetingsfactoren, etnisch gerelateerde verschillen in de straftoemeting blijven bestaan. Deze verschillen staan op gespannen voet met het gelijkheidsbeginsel en het verbod op discriminatie. Binnen het huidige onderzoek kan echter niet worden vastgesteld of ‘ongemeten’ straftoemetingsfactoren ten grondslag liggen aan de overgebleven etnische verschillen en om preciezer vast te stellen wat nu de oorzaak is van deze verschillen, is toekomstig onderzoek van belang. 9.2 Aanbevelingen voor verder onderzoek Met deze studie is een grote stap vooruit gezet op het gebied van Nederlands onderzoek naar etnisch gerelateerde verschillen bij de straftoemeting. Toch moeten de resultaten van het huidige onderzoek met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd, omdat er sprake is van een aantal beperkingen. We besteden kort aandacht aan elk van deze tekortkomingen en doen suggesties voor toekomstig onderzoek. Een eerste aanbeveling voor toekomstig onderzoek is om nog meer straftoemetingsfactoren erin te betrekken. Het betreft dan factoren die ‘ongemeten’ waren in onderhavig onderzoek. Hoewel we rekening hebben gehouden met een breed scala aan overige straftoemetingsfactoren, is het uiteraard onmogelijk in 1. Verschillen in resultaten tussen de gegevensbestanden kunnen worden verklaard door de populatie die centraal stond, de overige straftoemetingsfactoren en hoe etnisch gerelateerde verschillen gemeten zijn. Zo staan in het 2007 cohort alle veroordeelden in dat jaar centraal, gaat het RISc-bestand alleen over die daders waar een RISc is afgenomen voorafgaand aan de strafzitting en werden binnen het Prison Project alleen daders geselecteerd die minimaal drie weken in het Huis van Bewaring zaten. Aangezien de straftoemetingsvrijheid bij met name deze laatste groep beperkt is – de meeste daders zullen een gevangenisstraf opgelegd krijgen – is het minder goed mogelijk dat etnisch gerelateerde verschillen in die dadergroep optreden. Verder zou er minder sprake kunnen zijn van etnisch gerelateerde verschillen in de straftoemeting in het RISc-bestand en in het Prison Project-bestand, omdat daar uitgebreider dan in het 2007 cohort rekening gehouden kon worden met sociale omstandigheden van de dader. Tot slot kunnen in het 2007 cohort alleen eerstegeneratieallochtonen van autochtonen worden onderscheiden, terwijl in de andere bestanden (ook) tweedegeneratieallochtonen van autochtonen worden onderscheiden. In het 2007 cohort kunnen tweedegeneratieallochtonen niet worden onderscheiden, waardoor ze als autochtoon in de analyse zijn meegerekend. Aangezien de verwachting is dat allochtonen zwaarder worden gestraft, leidt dit tot een onderschatting van de gevonden verschillen. 100
Conclusie observationeel onderzoek om rekening te houden met alle kenmerken die potentieel van belang zijn. In de huidige studie is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met het gedrag van de verdachte tijdens de zitting en met de taal die de dader sprak. 2 Verder hadden we geen gegevens tot onze beschikking over delictomstandigheden, kenmerken van het slachtoffer, kenmerken van de persoon van de rechter en de kwaliteit van de advocaat. Ook de interactie tussen de verdachte, zijn raadsman, de officier van justitie en de rechter valt buiten het bereik van dit onderzoek, terwijl te verwachten is dat de bovengenoemde factoren een rol spelen bij de straftoemeting. Toekomstig onderzoek zou daar zeker aandacht aan moeten besteden. Een tweede aanbeveling voor toekomstig onderzoek is om er niet alleen naar te streven om meer relevante straftoemetingsfactoren in de studie te betrekken, maar ook de interacties tussen die factoren te onderzoeken. Etniciteit kan immers ook in combinatie met andere factoren samenhangen met de straftoemeting. Zo zou etniciteit met name bij bepaalde sociale groepen een rol kunnen spelen. Uit Amerikaans onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat vooral werkloze Afro-Amerikaanse en Latijns-Amerikaanse mannen zwaarder worden bestraft (Spohn & Holleran, 2000). Door in toekomstig onderzoek aandacht te besteden aan de rol die etniciteit in combinatie met andere factoren bij de straftoemeting speelt, kan meer inzicht worden verkregen in de meer subtiele manier waarop etniciteit een rol kan spelen. Zo kan niet alleen duidelijk worden of etniciteit een rol speelt bij de straftoemeting, maar ook voor wie en in welke omstandigheden. Een derde aanbeveling is om informatie over het beslissingsproces bij straftoemeting direct bij de betrokken rechters te verzamelen. In dit onderzoek staat de beslissing van rechters centraal, maar met rechters zelf is nooit gesproken. Door in toekomstig onderzoek interviews bij rechters af te nemen, kan meer inzicht worden verkregen in de achtergrond van etnisch gerelateerde verschillen in de straftoemeting. Is het misschien zo dat rechters denken dat allochtonen een straf anders zien of anders ervaren dan autochtonen en schatten zij de effectiviteit van straffen voor hen anders in In ieder geval zou op die manier meer inzicht kunnen worden gekregen in de overwegingen die rechters maken bij het opleggen van straffen. Het ingewikkelde hieraan is dat rechters zich niet per se bewust hoeven te zijn van het onderscheid dat ze eventueel maken naar de etniciteit van de verdachte. Bovendien is het mogelijk dat rechters sociaalwenselijke antwoorden op vragen geven. Een oplossing hiervoor zou mogelijk zijn om via experimenteel onderzoek bij rechters de invloed van etniciteit op straftoemeting vast te stellen. Men zou rechters bijvoorbeeld een fictieve zaak kunnen voorleggen waarbij ze gevraagd worden een straf op te leggen. De zaken zullen dan in het experiment overal hetzelfde zijn, maar één kenmerk zal dan 2. Indirect is hier in de Prison Project gegevens overigens wel rekening mee gehouden aangezien iedereen in dat gegevensbestand Nederlands spreekt. 101
Page 1 and 2:
Research Memoranda Nummer 1 / 2015
Page 3:
Hilde Wermink Sigrid van Winger
Page 6 and 7:
5.3 Operationalisatie 48 5.4 De met
Page 8 and 9:
Voorwoord In 2012 verscheen in het
Page 10 and 11:
Samenvatting Enerzijds kan vanuit h
Page 12 and 13:
Het is van belang om in toekomstig
Page 14 and 15:
In hoeverre zijn er verschillen in
Page 16 and 17:
naire bevoegdheid bij het bepalen v
Page 18 and 19:
2007 cohort Om aan te tonen of in N
Page 20 and 21:
18 bevat hoofdstuk 9 conclusies ove
Page 22 and 23:
gerekend. Uit verscheidene onderzoe
Page 24 and 25:
ing. Zo wordt bijvoorbeeld iedere a
Page 26 and 27:
Hoewel de straftoemetingsvrijheid v
Page 28 and 29:
leeftijd, woon-, werk- en gezinssit
Page 30 and 31:
Verklaringen voor etnische verschil
Page 32 and 33:
C Straftoemeting op basis van stere
Page 34 and 35:
maatschap van een bepaalde groep on
Page 36 and 37:
Eerder onderzoek naar etnisch gerel
Page 38 and 39:
Tabel 4.1 Overzicht kwantitatieve N
Page 40 and 41:
geen noemenswaardige verschillen ge
Page 42 and 43:
Johnson en collega’s (2010) en Va
Page 44 and 45:
vens op individueel niveau, zodat k
Page 46 and 47:
Tabel 5.1 Vergelijking van de drie
Page 48 and 49:
het OM en van de rechter, waaronder
Page 50 and 51:
5.3 Operationalisatie 5.3.1 Opgeleg
Page 52 and 53: Nederland is geboren, wordt de herk
Page 54 and 55: Tabel 5.3 Kenmerken waar in de anal
Page 56 and 57: ciale arrondissementen of type stra
Page 58 and 59: Tabel 6.1 Beschrijvende resultaten
Page 60 and 61: tredingen van de Opiumwet een hoger
Page 64 and 65: problemen op alle leefgebieden die
Page 68 and 69: 6.5 Conclusie Voor de gemeten straf
Page 70 and 71: afgaand aan de strafoplegging in ee
Page 72 and 73: Tabel 7.2 Samenhang tussen etnicite
Page 74 and 75: Om een beeld te geven van de samenh
Page 76 and 77: Tabel 7.4 maakt duidelijk dat er oo
Page 78 and 79: Tabel 7.5 Kansen op gevangenisstraf
Page 82 and 83: 7.5 Voorbeelden van verschillen in
Page 84 and 85: In hoeverre hangt de etniciteit van
Page 86 and 87: een gevangenisstraf zijn veroordeel
Page 90 and 91: legde onvoorwaardelijke gevangeniss
Page 92 and 93: Tabel 8.4 Duur van de opgelegde gev
Page 94 and 95: Tabel 8.5 Duur van de opgelegde gev
Page 98 and 99: de analyses op het RISc-bestand en
Page 100 and 101: Conclusie 9 9.1 Samenvatting en con
Page 104 and 105: worden gemanipuleerd: de etniciteit
Page 107 and 108: Literatuur Albonetti, C. A. (1991).
Page 109 and 110: Literatuur Crow, M. S. (2005). Flor
Page 111 and 112: Literatuur Johnson, B. D., Van Wing
Page 113 and 114: Literatuur Roberts, J. & Doob, A. (
Page 115 and 116: Literatuur Ulmer, J. & Johnson, B.
Page 117 and 118: Literatuur Wermink, H., Apel, R., N
Page 119 and 120: Bijlagen - Tekst Bijlage A Kenmerke
Page 121 and 122: Bijlage A Kenmerken per gegevensbes
Page 123 and 124: Bijlage A Kenmerken per gegevensbes
Page 125 and 126: Bijlage C Etnisch gerelateerde vers
Page 127: Bijlage C Etnisch gerelateerde vers
Page 130 and 131: Daderkenmerken 2007 cohort^ (N = 89
Page 132 and 133: Effectparameters (odds ratio’s) 2
Page 134 and 135: NB: de vetgedrukte cijfers geven de
Page 136 and 137: Effectparameters 2007 cohort RISc P
Page 138 and 139: Effectparameters 2007 cohort RISc P
show all

Etnisch gerelateerde verschillen in de straftoemeting.pdf

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?