12.07.2015 Views

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

6 BesluitHet hoofddoel van dit <strong>onderzoek</strong> was na te gaan <strong>in</strong> welke mate de betrokkenheid van leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>het</strong> vierdeleerjaar van <strong>het</strong> lager onderwijs en de klas/leerkracht-variabelen een effect hebben op <strong>het</strong> schoolwelbev<strong>in</strong>den vande leerl<strong>in</strong>gen en op hun prestaties en leerw<strong>in</strong>st voor begrijpend lezen en wiskunde. Betrokkenheid speelt <strong>in</strong> ditverhaal een dubbele rol: als afhankelijke variable, d.w.z. wat bepaalt dat leerl<strong>in</strong>gen of klassen zich meer ofm<strong>in</strong>der betrokken voelen, en als onafhankelijke variabele of predictor voor schoolwelbev<strong>in</strong>den enprestaties/leerw<strong>in</strong>st. Door middel van correlaties en multilevel analyses kregen we hier een duidelijker zicht op.In de eerste plaats g<strong>in</strong>g onze <strong>in</strong>teresse uit naar de mate waar<strong>in</strong> leerl<strong>in</strong>gen betrokken zijn bij <strong>het</strong> klasgebeuren. Debetrokkenheid van leerl<strong>in</strong>gen hangt samen met de leerkrachtstijl. Een leerkrachtstijl gekenmerkt door veelgevoeligheid voor de belev<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen, stimulerende tussenkomsten van de leerkracht en een grote portieautonomie voor de leerl<strong>in</strong>gen, hangt samen met een hogere betrokkenheid bij <strong>het</strong> klasgebeuren. Daarnaast hangteen hogere betrokkenheidscore ook samen met de mate waar<strong>in</strong> de leerkracht <strong>het</strong> leerproces van leerl<strong>in</strong>genbevordert en aandacht heeft voor diversiteit en <strong>in</strong>tegratie <strong>in</strong> de klas. Echter, deze resultaten konden nietgegeneraliseerd worden naar de totale proefgroep, wat ons tot voorzichtigheid noopt. In toekomstig <strong>onderzoek</strong> zalnog moeten nagegaan worden of deze samenhangen tussen de variabelen overe<strong>in</strong>d blijven <strong>in</strong> de verschillendetypes scholen: methodeschole, GOK-scholen, enz.Vervolgens willen we ook weten welke variabelen samenhangen met <strong>het</strong> schoolwelbev<strong>in</strong>den van leerl<strong>in</strong>gen uit <strong>het</strong>vierde leerjaar. Om een zicht te krijgen op de mate waar<strong>in</strong> leerl<strong>in</strong>gen zich goed voelen op school, beschikken weover drie maten, namelijk de beoordel<strong>in</strong>g door de ouders, door de leerkracht en door de leerl<strong>in</strong>g zelf. Correlatiestonen aan dat als leerl<strong>in</strong>gen zichzelf een hoge score geven voor zich goed voelen op school, de ouders enleerkracht dit gemiddeld ook doen. Het oordeel van de ouders en de leerkrachten over <strong>het</strong> schoolwelbev<strong>in</strong>den vanleerl<strong>in</strong>gen hangt eveneens samen. Als ouders <strong>het</strong> welbev<strong>in</strong>den van een leerl<strong>in</strong>g hoog <strong>in</strong>schatten, geven ook deleerkrachten een meer positieve beoordel<strong>in</strong>g over <strong>het</strong> schoolwelbev<strong>in</strong>den (en andersom). Echter, de beoordel<strong>in</strong>genvan leerl<strong>in</strong>gen, leerkrachten en ouders zijn geensz<strong>in</strong>s identiek. Ze variëren voor een deel samen, maar er zijn ookaanzienlijke verschillen tussen. Blijkbaar steunen de drie beoordelaars bij hun beoordel<strong>in</strong>g op andere criteria of<strong>in</strong>formatiebronnen.De betrokkenheid van leerl<strong>in</strong>gen is voor leerkrachten een <strong>in</strong>formatiebron waarop men steunt om zich een oordeelte vormen over de mate van schoolwelbev<strong>in</strong>den van de leerl<strong>in</strong>g. Leerl<strong>in</strong>gen nemen andere criteria op <strong>in</strong> hunoordeel: de stijl van de leerkracht en <strong>het</strong> percentage zorgleerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de klas (als de maat voor mate waar<strong>in</strong>leerkracht <strong>in</strong>zit met leerl<strong>in</strong>gen) verklaren een groot deel van de verschillen op klasniveau (44%). Echter, 90% vande verschillen <strong>in</strong> welbev<strong>in</strong>den situeren zich op leerl<strong>in</strong>gniveau, en daarvoor biedt de voorliggende studie geenverklar<strong>in</strong>g. Ouders laten zich <strong>in</strong> hun oordeel over <strong>het</strong> welbev<strong>in</strong>den van hun k<strong>in</strong>deren op school leiden door <strong>het</strong>klasklimaat, waarbij een betere sfeer samenhangt met een hoger welbev<strong>in</strong>den; 58% van de verschillen tussenklassen kan verklaard worden door deze variabele. Een belangrijke nuance hierbij is weerom dat <strong>het</strong> grootsteaandeel van de verschillen zich situeert tussen leerl<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen klassen (95%) en dat voor deze verschillen geenverklar<strong>in</strong>g geboden wordt <strong>in</strong> <strong>het</strong> huidige <strong>onderzoek</strong>.In de derde plaats hebben we onze aandacht verlegd naar de prestaties die leerl<strong>in</strong>gen op <strong>het</strong> e<strong>in</strong>de van <strong>het</strong> vierdeleerjaar leveren voor begrijpend lezen en wiskunde. Een hoge score voor begrijpend lezen hangt samen met eenhoge score voor wiskunde, en omgekeerd. De behaalde leerw<strong>in</strong>st voor begrijpend lezen en die voor wiskundevertoont b<strong>in</strong>nen de referentiesteekproef geen samenhang, terwijl dit b<strong>in</strong>nen de totale proefgroep wel <strong>het</strong> geval is.Bij leerl<strong>in</strong>gen van deze laatste proefgroep betekent een grotere leerw<strong>in</strong>st voor <strong>het</strong> ene vak ook een grotereleerw<strong>in</strong>st voor <strong>het</strong> andere vak, net zoals klassen die sterk scoren voor lezen gemiddeld ook sterk scoren voorwiskunde en omgekeerd.We stellen vast dat er geen éénduidige verbanden bestaan tussen de prestaties voor begrijpend lezen en wiskundeen <strong>het</strong> schoolwelbev<strong>in</strong>den van leerl<strong>in</strong>gen. Het is immers zo dat we soms positieve en soms negatieve correlaties47

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!