Pieter Schelte Heerema - Igitur - Universiteit Utrecht
Pieter Schelte Heerema - Igitur - Universiteit Utrecht
Pieter Schelte Heerema - Igitur - Universiteit Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
te aanvaarden. Daar zijn vraagtekens bij te plaatsen. Een kantoorbaan in Nederland is<br />
natuurlijk te verkiezen boven het zo zware beleid in de Waffen SS. Hiernaast legt <strong>Heerema</strong> uit<br />
dat zijn weigering zou hebben geleid tot een indeling bij een ‘Himmelfahrtkommando’. Dit<br />
betekent plaatsing in een eenheid in een zwaar bevochte sector aan het front, met kleine<br />
overlevingskansen. 99<br />
De aanbieding van de NOC kan <strong>Heerema</strong> zeker ook financieel helpen. <strong>Heerema</strong> zal als<br />
directeur het royale salaris van f 14.000 per jaar gaan ontvangen. 100 Omdat <strong>Heerema</strong> naar<br />
eigen zeggen geen keus heeft besluit hij “de Nederlandsche belangen in engere zin naar<br />
vermogen te dienen”. Bij zijn werkzaamheden voor de NOC, zo verklaart hij na de oorlog, is<br />
het zijn streven zo veel mogelijk de positie van de Nederlanders in het oosten te verbeteren.<br />
<strong>Heerema</strong> streeft hier naar een soort Gleichberechtigung. 101<br />
Bij terugkomst in Nederland volgt allereerst een gesprek met Rauter. Deze vertelt <strong>Heerema</strong><br />
dat de NOC hem kan gebruiken vanwege zijn werkervaring in het buitenland. <strong>Heerema</strong> zal<br />
zich met Rost van Tonningen in verbinding moeten stellen. De twee hebben elkaar al eenmaal<br />
eerder ontmoet, op de Haagse werkplek van Rost van Tonningen op het Departement voor<br />
Bijzondere Economische Zaken. <strong>Heerema</strong> vertelt dat deze tweede ontmoeting “verward en<br />
onrustig” verloopt, daar het “door onophoudelijke telefoongesprekken” onderbroken wordt.<br />
Enige daarvan zijn zelfs zo geheim, dat <strong>Heerema</strong> verzocht wordt het vertrek even te willen<br />
verlaten. Uiteindelijk stuurt Rost van Tonningen hem door naar F.B.J. Gips, voorzitter van de<br />
Raad van Toezicht van de NOC. 102<br />
<strong>Heerema</strong> heeft van Gips al een briefje ontvangen aan het front. Gips maakt hem daarin<br />
duidelijk: “economisch is hetgeen zich in Oost-Europa afspeelt voor ons land van het<br />
allergrootste gewicht”. 103 In het gesprek maakt Gips op <strong>Heerema</strong> “een prettige indruk”. Hij<br />
vertelt <strong>Heerema</strong> dat hem een baan als “agent van de NOC” in Riga wacht, maar voorlopig zal<br />
hij in Den Haag gehouden worden. Hier wordt hij ingewerkt als naaste medewerken van mr.<br />
D. Krantz, directeur van de NOC. Krantz is tevens directeur van een kleine bank in Dordrecht<br />
geweest en lid van de NSB. <strong>Heerema</strong> vindt dat Krantz “geen organisator van aanleg” is en<br />
99<br />
Rapport, 18, NIOD, DOC I.653.1. <strong>Heerema</strong> spreekt herhaaldelijk over dit zogenaamde<br />
‘Himmelfahrtkommando’.Het spreekt voor zich dat dit geen officiële term is, of een bestaande eenheid. Ik<br />
interpreteer het hier te betekenen een soort ‘zelfmoordcommando’ aan het oostfront. Het heeft een dramatiserend<br />
effect in zijn verklaring. Of het berust op een reële mogelijkheid is betwijfelbaar, er wordt in ieder geval nooit<br />
direct van Duitse zijde mee gedreigd.<br />
100<br />
Rapport, 19, NIOD, DOC I.653.1.<br />
101<br />
“Verdediging”, NIOD, Doc I.653.2.<br />
102<br />
Rapport, 16, NIOD, DOC I.653.1;<br />
103<br />
Brief F.B.J. Gips aan <strong>Heerema</strong>, 19.5.1942, NIOD, Doc I.653.5.<br />
35