05.12.2012 Views

Pieter Schelte Heerema - Igitur - Universiteit Utrecht

Pieter Schelte Heerema - Igitur - Universiteit Utrecht

Pieter Schelte Heerema - Igitur - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Duitscher.” 117 Ondanks enkele contractuele verbeteringen die <strong>Heerema</strong> weet te<br />

onderhandelen, komt van een gelijke behandeling tussen Nederlandse arbeiders en de Duitse<br />

werkgevers niet veel terecht.<br />

Zoals hij eerder opmerkte, kenmerkt “een zeker gemis aan kritisch vermogen en een zekere<br />

overmaat aan fantasie .. alle door Berlijn gelanceerde plannen”. <strong>Heerema</strong> beschrijft in zijn<br />

Rapport met onverholen leedvermaak hoe steenbakkers, na zeer veel moeite en<br />

onderhandelingen met het Ostmi afreizen naar Minsk om fabrieken te bezichtigen. In deze<br />

fabrieken zou men de werkzaamheden willen hervatten. Eenmaal aangekomen echter blijkt<br />

dat de fabrieken al door de OT zijn bezet. 118<br />

<strong>Heerema</strong> stelt dat het Ostmi, de Organisation Todt en Herman Goering Reichswerke vaak in<br />

elkaars vaarwater zitten. “Wat de een goedkeurde werd door de ander verboden. Zodoende<br />

werd er ondanks veel besprekingen zelfs in verhouding tot de mogelijkheden weinig tot stand<br />

gebracht”. In deze gang van zaken “als Nederlander verandering brengen” was volgens<br />

<strong>Heerema</strong> “van tevoren tot mislukking gedoemd”. Want merkt hij cynisch op: “alles wisten de<br />

Duitsers immers beter. Een ware triomf der geleide economie”. 119<br />

Maar het falen ligt niet alleen aan de Duitsers. Binnen de NOC zijn ook tegenkrachten<br />

werkzaam. <strong>Heerema</strong> stelt dat de organisatie vanaf de oprichting eronder lijdt “dat zij haar<br />

medewerkers slechts uit weinige N.S.B’ers of sympathiseerenden kon kiezen”. Daarom<br />

ontbreken “bekwame mannen met ervaring”, en mede daarom “is er weinig tot stand gebracht<br />

tegen onevenredig hooge kosten”. <strong>Heerema</strong> stelt dat ook het Nederlandse industriële aanbod<br />

“beneden kwaliteit” is. “Kundige industrieelen waren niet tot medewerking te bewegen”. Wat<br />

zich wel aanmeldt voor de NOC zijn “doorgaans NSB’ers, kleine scharrelaars, die hoopten in<br />

het oosten te bereiken wat hen in het westen steeds ontzegd was gebleven”. De meesten zijn<br />

“zelfs niet in staat het schema eener kostprijsberekening of financieel programma hunner<br />

voorgenomen onderneming op te stellen”. 120<br />

In deze situatie blijken ook lieden met minder onbaatzuchtige principes hun slag te kunnen<br />

slaan. Twee Duitse bedriegers genaamd Fickert en Böckker slagen erin om Rost van<br />

Tonningen voor in totaal 250.000 Reichsmark op te lichten. Rost van Tonningen introduceert<br />

deze heren als “hervorragendste Fachmänner” aan enkele Duitse industriëlen. Het plan is om<br />

een ‘Textilgemeinschaft Ost’ op gang te brengen. De oplichters vragen hiervoor van elk van<br />

beide partijen een startkapitaal van RM 125.000. Vervolgens verdwijnen zij. Rost van<br />

117 ‘Groen folio, de NOC’, NIOD, 176.76.<br />

118 Rapport, 16, NIOD, DOC I.653.1.<br />

119 Rapport, 19, NIOD, DOC I.653.1.<br />

120 Rapport, 17, NIOD, DOC I.653.1.<br />

39

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!