Beschrijving van gereedschappen en andere benodigdheden aarden tuit: bestaande uit congklok, popogan en telale. Het geheel zit vast aan de pijp van de blaasbalg. (pl.8, nr.7). aling-aling: gevlochten bamboescherm (pl.7, nr.10). antup: driehoekig boorijzer. banci: een kleine, houweelvormige, ijzeren hamer met een aangescherpt slageinde (pl.6, nr.8). batok wesi: ijzeren lepel aan een lange steel (pl.8, nr. 6). bubutan :draaibank om de gong af te draaien. contong: gevlochten handbeschermer (pl.7, nr.5). cocor mindhan : kort, vierkant blokje ijzer, met daaraan een zeer lange houten steel. Het slaggedeelte is wat verbreed en loopt schuin naar beneden af (pl.6, nr.7). cocor seletan : zeer klein, vierkanten ijzeren hamertje met een schuinsaflopend gedeelte en een korte houten steel (pl.6, nr.6). geblok : ijzeren hamer waarvan de kop aan de ene kant vierkant is en aan de andere kant rond. De hamerkop is aan een vrij korte, houten steel bevestigd (pl.7, nr.2). grebeg: drilboor, waarvan de aandrijving doet denken aan het principe van een vuurboog (pl.6, nr.2). kowi cucuk: kleine kroes, waarmee het metaal uit de smeltkroes wordt geschept (pl.8, nr.2). kowi leburan: smeltkroes voor de tweede smelting van de gong-spijs (pl.8, nr5). laga : een ongeveer 50 cm. lange, houten hamer, die min of meer een bootvorm heeft. De uiteinden zijn schuin naar buiten afgesneden en afgerond. De houten steel zit in het midden bevestigd (pl.7, nr.9). lamus: blaasbalg van geitenvel (pl.8, nr.8). mason : een ongeveer halve meter lange, houten, cilindervormige hamer, waarvan de uiteinden scherp zijn afgesneden en waarvan de steel in het midden bevestigd is (pl.7, nr.7). 33 munjulan : een kegelvormige houten hamer van ruim 50 centimeter lengte. De steel is dicht bij het dikste uiteinde bevestigd. Het andere uiteinde, dat rond toeloopt, is met een geelkoperen kap beslagen (pl.7, nr.3). palu : een ijzeren hamer van 13 tot 14 kati (ong. 8 kilo), met een lange houten steel. In het vierkante gedeelte van de hamerkop is de steel bevestigd. Het ongeveer 3 decimeter lange uiteinde is rond en wordt naar de punt toe geleidelijk dunner. De uiterste punt, die op het te smeden werkstuk neerkomt, is van staal gemaakt (pl.7, nr.1). palu alang: ijzeren, houweelvormig hamertje met zeer lang slageinde en afgeronde punt (pl.6, nr.14). pangur : instrument met ijzeren beiteltje, om oneffenheden af te vijlen (pl.6, nr.9). papak : De papak heeft een dikke, cilindervormige houten hamerkop, waarin in het midden een houten steel is bevestigd (pl.7, nr.4). pengesik : een sikkelvormig mes met houten handvatten, om het gongoppervlak af te schaven(pl.6, nr.12). penunggalan : een kleine palu met een gewicht van ongeveer 1 kilo en een korte steel (pl.6, nr. 11). penyingen: vormen waarin de metaalkoeken gegoten worden, die tot gongs worden uitgesmeed (pl.8, nr. 3 en 4). penyukat gogol: een lange ijzeren stang met omgebogen punt, die met de rechterhand wordt gebruikt om de gong in het vuur te kunnen draaien (pl.7, nr. 11). penyukat pengiwa: kleinere penyukat voor de linkerhand (pl.7, nr.8). perbahan : dit is een groot uitgevoerde papak. petèl: een gewone Javaanse timmermansdissel (pl.6, nr.13). platar : gebogen raspen met zeer grove tanden, bevestigd in een houten handvat (pl.6, nr.5). prapèh : een dikke, zeer korte, cilindervormige houten hamer. In het midden van de kop is een lange steel bevestigd. Het ene grondvlak van de cilinder is recht, het andere schuin naar binnen lopend
afgesneden (pl.7, nr.6). supit : een ijzeren nijptang, waarvan de halvemaanvormige nijpers wijd uitgebogen zijn en enkel met de afgeplatte uiteinden tegen elkaar komen (pl.6, nr.4). umbul cendhak: kort houten blokje dat bij de metakan gebruikt wordt (pl.6, nr.3) plaat 6. 2 6 7 8 9 13 14 1 3 4 5 10 11 12 34 umbul dawa: lang houten blokje dat bij de metakan gebruikt wordt (pl.6, nr.1). urik-urik : eenvoudig stukje staal in houten handvat om de raspen mee aan te scherpen (pl.6, nr.10). watu jujutan: steen met een ondiep geultje om de gietproeven in te nemen (pl.8, nr.1). plaat 7. 7 8 9 10 11 1 2 3 4 5 6 plaat 8. 7 8 1 2 3 4 5 6
- Page 1 and 2: KYAHI HAMONGKARSA constructie, inwi
- Page 3 and 4: Voorwoord In het voorjaar van 1981
- Page 5 and 6: gambang kayu Ook de houten gambang
- Page 7 and 8: slenthem zijaanzicht De pencon-inst
- Page 9 and 10: De instrumenten van het pencon pang
- Page 11 and 12: De instrumenten van het wilah penco
- Page 13 and 14: Op de ketipung na, die meestal aan
- Page 15 and 16: Hoofdstuk II, De vervaardiging van
- Page 17 and 18: In de gongsmederij (besalèn) worde
- Page 19 and 20: gewone omstandigheden plaatsvinden.
- Page 21 and 22: Het smelten van de stukgeslagen stu
- Page 23 and 24: - knop a wordt door de gongmakers t
- Page 25 and 26: Na elke hamerslag draait de panji d
- Page 27 and 28: met de laga de recep (fig. 2, e) va
- Page 29 and 30: Loopt de scheur door en door, of is
- Page 31 and 32: op de rai te geven. De slagen worde
- Page 33: van deze handvatten, die links en r
- Page 37 and 38: 5. Tot slot is er ook in de termino
- Page 39 and 40: In oktober 2008 hebben Geert Jan va
- Page 41 and 42: Om de hoogwandige bronzen keteltjes
- Page 43 and 44: Hoofdstuk V, Slendro gamelan Kyahi
- Page 45 and 46: De eerste drie fases van de sarons
- Page 47 and 48: Alle instrumenten zijn eerst een ke
- Page 49 and 50: Kyahi Hamongkarsa en aan drie kante
- Page 51 and 52: 9. Dranken: Eén glas zoete koffie,
- Page 53 and 54: Zondag 18 november was iedereen om
- Page 55 and 56: Het officiële gedeelte was nu afge
- Page 57 and 58: 5. Gendhing betekent muziekstuk en
- Page 59 and 60: Uitspraak en schrijfwijze van Javaa
- Page 61 and 62: Bronvermelding en verantwoording Ge
- Page 63 and 64: Nawoord In de afgelopen dertig jaar
- Page 65 and 66: cakilan: ronde, houten pin die voor
- Page 67 and 68: kowi besotan: grote smeltkroes voor
- Page 69 and 70: pencon pangkon: liggende gongs/kete
- Page 71 and 72: wilah polos: rechte en gladde klank
- Page 73 and 74: Saron demung 72
- Page 75 and 76: Saron panerus 74
- Page 77 and 78: Gambang kayu 76
- Page 79 and 80: Gambang kayu, half gedeelte grootst
- Page 81 and 82: Gong kemodhong 80
- Page 84:
Kendhangstandaard 83