04.05.2013 Views

Kyahi Hamongkarsa - Gamelan group Marsudi Raras

Kyahi Hamongkarsa - Gamelan group Marsudi Raras

Kyahi Hamongkarsa - Gamelan group Marsudi Raras

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

pencon pangkon: liggende gongs/keteltjes van<br />

b.v. bonang en kenong.<br />

pencu: slagknobbel.<br />

pengesik: sikkelvormig mes.<br />

penjol: scheef trekken.<br />

penunggalan: kleine palu.<br />

penyingen: gietvorm, gebakken uit een mengsel<br />

van grijze klei, zand, steenslag en onverkoolde<br />

brambut.<br />

penyukat gogol: een lange ijzeren stang met<br />

omgebogen punt die met de rechterhand wordt<br />

gebruikt.<br />

penyugat lakon: korte stangen die vroeger<br />

werden gebruikt voor het vasthouden van de<br />

gongs.<br />

penyugat pengiwa: wat kleinere penyukat voor<br />

de linkerhand.<br />

dipepeh: bekloppen van de pasu vanaf de<br />

buitenkant. De toon wordt hoger.<br />

pepet: stomme of toonloze [e].<br />

perbahan: houten hamer.<br />

petèl: ijzeren, houweelvormige hamer.<br />

pikul: 100 kati = 61,761 kilo<br />

placak: ijzer pinnetje waarmee de wilah van de<br />

saron en de gambang op hun plaats worden<br />

gehouden.<br />

plandhan: een in de grond gemetselde en<br />

bepleisterde, ronde waterkuil, waarin<br />

werkstukken worden afgekoeld.<br />

plangkan: 1. houten bekisting voor gong<br />

kemodhong. 2. rebab-standaard.<br />

platar: vijl.<br />

ploncon: houten omhulsel van een kendhang.<br />

pluntur: 1. koord waarmee de klankstaven van<br />

slenthem en gendèr boven de resonantiebuizen,<br />

zijn opgehangen. 2. koord waarop de keteltjes<br />

van kenong en bonang rusten.<br />

prapeh: dikke cilindervormige houten hamer.<br />

prapèn: de haard van de smidse.<br />

propogan: een bolvormige verbinding tussen de<br />

congklok en de telale.<br />

punuk: afsluitsteen van de haardplaats, waardoor<br />

een of twee buizen of suling lopen.<br />

pura: vorstelijk paleis.<br />

pusaka: geëerd erfstuk.<br />

puspa rinonce: bloemenslinger.<br />

rai: het vlakke gedeelte direct naast de<br />

slagknobbel.<br />

rancakan: algemene benaming voor het onderstel<br />

van gamelaninstrumenten.<br />

ratus: geurige kruiden in de vorm van wierook.<br />

68<br />

rebab: twee-snarige van oorsprong Arabische<br />

viool, die rechtstandig wordt bespeeld.<br />

recep: 1. het gebied op pencon instrumenten<br />

tussen de rai en de dudu. 2. de zijvlakken van<br />

wilah blimbingan.<br />

rewang: leerling van de gongsmid.<br />

ros: natuurlijk tussenschot in een stuk bamboe.<br />

salung: koperen waterketel.<br />

santen: geconcentreerde kokosmelk.<br />

saron: slaginstrument met wilah polos staven.<br />

saron barung: de middelste gestemde saron.<br />

saron demung: laagst gestemde saron.<br />

saron panerus: hoogst gestemde saron ook wel<br />

peking genoemd.<br />

saron wilah sanga: als saron barung maar met<br />

extra hoge twee en drie.<br />

selèt: wegwerken van oneffenheden op de<br />

opstaande gongrand.<br />

sego golong: offergave in de vorm van nasi gurih<br />

balletjes ter grote van een tennisbal.<br />

semangka: meloen.<br />

sesajen: offerande.<br />

sila: kleermakerszit.<br />

sima: tijger<br />

singkong: cassave.<br />

siter peking: kleine, langwerpige siter, die aan<br />

twee kanten te bespelen is.<br />

slametan: gemeenschappelijk ceremoniële<br />

maaltijd.<br />

sléndro: zie laras sléndro.<br />

slenthem: laagst gestemde van de balungan-<br />

instrumenten.<br />

slentho: een slenthem met wilah pencon. Wordt<br />

soms nog in hofgamelans gebruikt.<br />

SMKI: Sekolah Marengah Kejuruan Indonesia,<br />

eerste middelbare opleiding voor musici in Solo.<br />

disok: het gieten van de gongspijs in de vorm.<br />

srimpi: ceremoniële Javaanse hofdans, gedanst<br />

door 4 en soms 5 danseressen.<br />

STSI: Sekolah Tinggi Seni Indonesia.<br />

Conservatorium te Solo, opvolger van ASKI.<br />

sudah: verlies, in dit geval van grondstoffen.<br />

suh: 1. leren of bamboe ringetje dat gebruikt<br />

wordt om de banden van een kendhang aan te<br />

spannen. 2. bamboeringetje dat om het mondstuk<br />

van een suling zit.<br />

suling: 1. bamboefluit. 2. tuit waaraan een<br />

blaasbalg kan worden bevestigd.<br />

supit: nijptang.<br />

Surakarta: Solo.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!