geschiedenis - Koninklijke Bibliotheek

V
BOEK
IX
Hoofdft.
na C. G
Jaario73
tot 1517
272 K E R K E L IJ K E
eigen begunftigde. Maar des te ttotfcher en woes«
ter ging een Pausfelijk Legaat, PELAGIUS, te werk,
zoodat zijn onverftandige drift een' opfland te Kon-
ftantiuopokn veroorzaakte. De voornanmlte inwo­
ners beklaagden zich over zijn gedrag bij den Kei­
zer, hem verzoekende, of hen van alle gevaar te
bevrijden, of als vrije menfchen bij hunne medebur­
gers te laten brengen. De Keizer, zoo veel eerlijke
mannen niet willende misfen, deed, tegen wil en
dank van den Legaat, de Kerken der Grieken we­
der openen, de gevangene Priesters en Monniken in
vrijheid {lellen, en de verwekte oproeren bedaren.
Midden nogtans onder deze vijandelijkheden wer­
den fomtijds vredesonderhandelingen tusfehen de bel­
de Kerken geopend; de Latijnen trouwens bemerk­
ten al ras, hoe zwak hun gezag in het Griekfche
Rijk was, eerlang zag de Keizer ROBERT zijn ge­
bied flechts binnen Konfiantinopolen bepaald, INNO-
CENTIUS III hield echter nog op de Kerkvergadering
van Lateranen in het jaar 1215 denzelfden gebie­
denden toon, als in het begin van zijn Pausfchfip,
toen hij in het jaar nop zoo wel den Griekfchen
Keizer ALEXIUS als deszelfs Patriarch, aanfehreef,
dat zij niet alleen de verlosfing van het Heilige Land
van deOngeloovigen bevorderen, maar ook de fcheu-
ring der Kerk wegnemen zouden, door zich aan de
Roomfche Kerk te onderwerpen. Na de groote om­
wenteling van het jaar 1204 zette INNOCENTIUS de­
ze onderhandelingen voort door den Kardinaal BE-
NEDICTUS, die zich in zijnen naam te Konftanti-
vopolen onthield , die daar over verfcheidene ge-
fprek-