in nieuwheid des levens - Rhemaprint

More documents

Recommendations

Info

niettegenstaande alle gebrek aan aardse hoop, zijn vertrouwen op de almachtige God. Zo bereikte het geloof in hem een dusdanige hoogte, dat hij de vader der gelovigen zou worden genoemd. 20-22. maar aan de belofte Gods heeft hij niet getwijfeld door ongeloof, doch hij werd versterkt in zijn geloof en gaf Gode eer, in de volle zekerheid, dat Hij bij machte was hetgeen Hij beloofd had ook te volbrengen. Daarom ook werd het hem gerekend tot gerechtigheid. Abraham is niet door ongeloof aan de belofte Gods gaan twijfelen. Ook de lange tijdsduur bracht hem niet tot wanhoop, hoewel er staat: 'Een langgerekt hopen maakt het hart ziek' (Spr. 13:12). Toen jaar na jaar verstreek, werd bij niet ontmoedigd door de 'hopeloze' situatie, maar 'hij werd versterkt' doordat God de beloften enkele malen herhaalde. Zo wordt ook nu iedere gelovige versterkt, wanneer hij in de bijbel telkens weer de toezeggingen Gods tegenkomt en deze aangrijpt. Ook kon Abraham getuigen: 'Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens, nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd' (2 Cor. 4:16). Hij werd dus in deze geloofsstrijd, waarin hij de woorden Gods vasthield, sterk (Hebr. 11:34). Een volhardend geloof wordt steeds door God gehonoreerd. Abraham gaf eer aan God, dus Deze werd geëerd, omdat Abraham op zijn beloften het onmogelijke bleef verwachten. Door ongeloof en wantrouwen onteert men God en maakt Hem tot een leugenaar (1 Joh. 5:10). Van Abraham kon gezegd worden: 'Groot is uw geloof, u geschiede gelijk gij wenst' (Matth. 15:28).
Hij werd niet als een baar der zee heen en weer geslingerd, maar wanneer hij zag op Degene die het beloofd had, was bij ten volle verzekerd dat de Heer zijn woord zou realiseren. Hij kende Hem immers als de EI-sjaddai, de almachtige God. Hij stelde niets tussen de Beloftegever en zichzelf in en opende zijn hand om de zegeringen te ontvangen. Deze onbeweeglijkheid en vastheid, dit karakter van het geloof, werd hem tot gerechtigheid gerekend. Slechts het standvastig geloof wordt beloond, maar voor de aarzelende geldt: 'Want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt. Want zulk een mens moet niet menen, dat bij iets van de Here zal ontvangen, innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen' (Jac. 1:6-8). 23-25. Echter niet om zijnentwil alleen werd geschreven: het werd hem toegerekend, maar ook om onzentwil, wie het zal worden toe gerekend, ons, die ons geloof vestigen op Hem, die Jezus, onze Here, uit de doden opgewekt heeft, die is overgeleverd om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging. Het betoog van de apostel krijgt nu zijn grote wending. Hij laat de tegenwerpingen van een mogelijke Joodse opponent verder buiten beschouwing om tot een positieve uiteenzetting te komen van de rijkdom die er is door het geloof in Jezus Christus. Vanuit het leven onder de wet kwam de apostel in zijn discussie bij Abraham, de vader der gelovigen. Nu ziet hij zijn eigen leven - dat niettegenstaande zijn trouwe wetsbetrachting was vastgelopen -en ook de weg waarlangs hij ontkomen was. Met blijdschap keert hij zich nu af van zijn bestrijders en
Page 2 and 3:
WWW.RHEMAPRINT.NL j.e. van den brin
Page 4 and 5:
WOORD VOORAF Het is voor mij een bi
Page 6 and 7:
Met deze toelichting op de Romeinen
Page 8 and 9:
Dr. J. de Zwaan schrijft in zijn 'I
Page 10 and 11:
uitgekozen en u aangewezen, opdat g
Page 12 and 13:
Het eerste onderwerp van zijn verko
Page 14 and 15:
gerechtigheid van de mens en zijn v
Page 16 and 17:
Romeinen bezoeken om de weg des Her
Page 18 and 19:
Paulus stond ook voor deze verschri
Page 20 and 21:
echtvaardige in Juda door zijn gelo
Page 22 and 23:
20. Want hetgeen van Hem niet gezie
Page 24 and 25:
Hun overleggingen werden geïnspire
Page 26 and 27:
De ontwikkelde en bestudeerde athe
Page 28 and 29:
Deze doxologie of lofprijzing aan G
Page 30 and 31:
der zonde. Hoererij. overspel, homo
Page 32 and 33:
verwerpt God, maar de onreine geest
Page 34 and 35:
denken dat de apostel ieder mens va
Page 36 and 37:
kerkelijk of orthodox tintje bedekt
Page 38 and 39:
weerbarstig hart is weerstrevig en
Page 40 and 41:
toekennen. Paulus doelt hier dan op
Page 42 and 43:
niet dat men buiten de wet zondigen
Page 44 and 45:
Er zijn heidenen die door hun leven
Page 46 and 47: een krachtige hulp voor eigen geest
Page 48 and 49: afgescheidenen of afgezonderden ond
Page 50 and 51: van binnen geschreven is in het har
Page 52 and 53: Dit alles onder de vrome mom dat me
Page 54 and 55: 25. Want besneden te zijn heeft wel
Page 56 and 57: hemelen, dit is het evangelie van J
Page 58 and 59: Het rituele, zichtbare zegel der be
Page 60 and 61: door middel van Joden geschonken; e
Page 62 and 63: God overwint in zijn rechtsgedingen
Page 64 and 65: De apostel Petrus schrijft, dat in
Page 66 and 67: ontaard; er is niemand die goed doe
Page 68 and 69: getuigen van hardheid, ongerechtigh
Page 70 and 71: gezindheid altijd tegenover die van
Page 72 and 73: gemaakt dat ook degenen die onder d
Page 74 and 75: want nadat de mens gerechtvaardigd
Page 76 and 77: de onzienlijke wereld. Tegenover de
Page 78 and 79: het oude verbond was iemand een zon
Page 80 and 81: leefregel blijft dezelfde, maar reg
Page 82 and 83: gekend zou hebben, terwijl hij toch
Page 84 and 85: 'alle geslachten der aarde met hem
Page 86 and 87: David spreekt echter in Psalm 32 we
Page 88 and 89: Zacheüs een zoon van Abraham', omd
Page 90 and 91: God (dat is uit de geest) geboren o
Page 92 and 93: 14, 15. Want indien zij, die het va
Page 94 and 95: De apostel bepaalt ons bij deze rij
Page 98 and 99: schaart zich bij de broeders in de
Page 100 and 101: HOOFDSTUK 5 1, 2. Wij dan, gerechtv
Page 102 and 103: 'Er moet geroemd worden, het dient
Page 104 and 105: Het woord beproefdheid kan ook vert
Page 106 and 107: 7, 8. Want niet licht zal iemand vo
Page 108 and 109: vreze en beven, want God is het, di
Page 110 and 111: De zonde, de wetteloosheid, kon van
Page 112 and 113: oze machten), naar het eeuwige vuur
Page 114 and 115: van de erfzondeleer leest, zal moet
Page 116 and 117: Voor de wet op de Sinaï gegeven wa
Page 118 and 119: aanschouwen of smaken' (Joh. 8:51,
Page 120 and 121: Men moet door wat in dit vers gezeg
Page 122 and 123: Christus in geloof aanvaarden. Zo g
Page 124 and 125: einigingswetten en het onderhouden
Page 126 and 127: herstel zou heersen door Jezus Chri
Page 128 and 129: juist om ons tot rechtvaardigen te
Page 130 and 131: onder zijn leiding en gehoorzaamden
Page 132 and 133: daarna op te wassen tot de maat van
Page 134 and 135: dood en het dode lichaam is niet me
Page 136 and 137: Het sterven van Jezus was voldoende
Page 138 and 139: over de mens te heersen en hem als
Page 140 and 141: openbaren, als wapenen in de strijd
Page 142 and 143: In het oude verbond werd degene die
Page 144 and 145: 17, 18. Maar Gode zij dank: gij waa
Page 146 and 147:
denkwijze blokkeert de weg naar de
Page 148 and 149:
Vrucht is hetgeen voortkomt uit de
Page 150 and 151:
Wie de duivel dient, ontvangt hierv
Page 152 and 153:
De apostel gebruikt opnieuw een bee
Page 154 and 155:
De wet van de Sinaï gold alleen vo
Page 156 and 157:
de wet begon te prikkelen, begonnen
Page 158 and 159:
onderdrukt en functioneerde niet me
Page 160 and 161:
De zonde is als een gloeiend ijzer,
Page 162 and 163:
Paulus werd in het heidense Tarsus
Page 164 and 165:
zonde voerde tot de dood, want juis
Page 166 and 167:
Levende onder de wet ligt voor de m
Page 168 and 169:
van de boze geesten of wordt geheel
Page 170 and 171:
getuigt hij dat de wet goed is. Het
Page 172 and 173:
zijn wil en tegen zijn zin door de
Page 174 and 175:
apostel toont ons in deze perikoop
Page 176 and 177:
en 'woont in mij de overleggingen e
Page 178 and 179:
echtvaardige door het geloof in de
Page 180 and 181:
Er is een uitweg om vrij te zijn va
Page 182 and 183:
Efeziërs 4:18 betuigt hij van deze
Page 184 and 185:
HOOFDSTUK 8 1. Zo is er dan nu geen
Page 186 and 187:
opnieuw met de wet leven, dan komt
Page 188 and 189:
Paulus richt zich tot de Joodse chr
Page 190 and 191:
uit ons leven en niet zullen toesta
Page 192 and 193:
zich leiden door het Woord en de Ge
Page 194 and 195:
zich leiden door de omstandigheden,
Page 196 and 197:
leven en vrede. Deze vrede kan door
Page 198 and 199:
Zijn heerschappij blijkt uit iedere
Page 200 and 201:
haar leden aanbidden in geest en in
Page 202 and 203:
contact opneemt met de overste van
Page 204 and 205:
Geest en de menselijke geest zijn h
Page 206 and 207:
schokeffect. Van de innerlijke mens
Page 208 and 209:
14. Want allen die door de Geest Go
Page 210 and 211:
zijn' (Ex. 4:16). Aäron werd dus g
Page 212 and 213:
zich tot het christendom bekeerde w
Page 214 and 215:
maar wel herboren of vernieuwd. Zoa
Page 216 and 217:
en priesters in de onzienlijke were
Page 218 and 219:
en nauwkeurige overwegingen. Hij ov
Page 220 and 221:
overwinnaar kan zijn. Daarom gaat a
Page 222 and 223:
Zo zegt de psalmist en Jezus herhaa
Page 224 and 225:
Woord belooft dat de zonen Gods, ev
Page 226 and 227:
eschrijft Paulus een aantal van zij
Page 228 and 229:
de Geest zelf pleit voor ons met on
Page 230 and 231:
De apostel spreekt van heiligen, om
Page 232 and 233:
Hij verbindt zijn verkiezing of keu
Page 234 and 235:
Jezus Christus de eerste plaats. Go
Page 236 and 237:
'mede-erfgenamen' zijn (vers 17). G
Page 238 and 239:
zuchtende schepping te redden, te b
Page 240 and 241:
ons immers in Hem uitverkoren vóó
Page 242 and 243:
Christus is op positieve wijze met
Page 244 and 245:
Hij haat ons, kan ons niet gebruike
Page 246 and 247:
HOOFDSTUK 9 1, 2. Ik spreek de waar
Page 248 and 249:
leiding van de Heilige Geest. Het g
Page 250 and 251:
Ondanks deze smart blijft hij toch
Page 252 and 253:
inspirator door zijn Geest en als v
Page 254 and 255:
Genade en belofte hangen niet af va
Page 256 and 257:
gelovige man of vrouw', maar onmidd
Page 258 and 259:
Het geval van Jakob en Ezau spreekt
Page 260 and 261:
Van Mozes wordt gezegd, dat hij doo
Page 262 and 263:
Toen Jakob de voorvaderlijke zegen
Page 264 and 265:
Uit de mond van kinderen en zuigeli
Page 266 and 267:
edéling der schaduwen te zien was.
Page 268 and 269:
is nu het zaad van Abraham en naar
Page 270 and 271:
Vanuit de onzienlijke wereld, oudte
Page 272 and 273:
Toen de Heer gesproken had over de
Page 274 and 275:
werd door God weggenomen, omdat zij
Page 276 and 277:
kenden, Hem niet als God verheerlij
Page 278 and 279:
Maar Paulus is het met deze redener
Page 280 and 281:
estemming. Het had de belofte dat h
Page 282 and 283:
De pottenbakker wil goede voorwerpe
Page 284 and 285:
geheel erfgenaam der beloften was e
Page 286 and 287:
een vraagteken. Het is of Paulus ze
Page 288 and 289:
wordt centraal gesteld: 'tot eervol
Page 290 and 291:
natuurlijke wereld, en verzameld wo
Page 292 and 293:
weinige ontkomenen'. Temidden van h
Page 294 and 295:
esten onder hen die zich inspanden
Page 296 and 297:
overwonnen worden en de gevolgen va
Page 298 and 299:
2, 3. Want ik getuig van hen dat zi
Page 300 and 301:
die nog niet openlijk tentoongestel
Page 302 and 303:
mens te brengen. Zo sprak Paulus ee
Page 304 and 305:
ziekte als een zegen voorstelt en d
Page 306 and 307:
God heeft Jezus deze 'naam boven al
Page 308 and 309:
die de leer der dubbele predestinat
Page 310 and 311:
ij het klimaat of aan de zeden en d
Page 312 and 313:
Ook de apostel accentueert het gewo
Page 314 and 315:
zeker. Mozes was de eerste van de l
Page 316 and 317:
HOOFDSTUK 11 1. Ik vraag dan: God h
Page 318 and 319:
Hij dit met Sodom en Gomorra had ge
Page 320 and 321:
omdat zijnageslacht van Abraham zij
Page 322 and 323:
maar dat het de genade van Christus
Page 324 and 325:
ewandeld. Hun was veel toevertrouwd
Page 326 and 327:
ogen verduisterd worden, zodat zijn
Page 328 and 329:
Er is immers sprake van een gedeelt
Page 330 and 331:
werken der wet, plaats had moeten m
Page 332 and 333:
15. Want, indien hun verwerping de
Page 334 and 335:
Paulus spreekt niet over een lege,
Page 336 and 337:
verbonden is door het geloof met Ch
Page 338 and 339:
superioriteitsgevoel als Romeinen t
Page 340 and 341:
Wie meent te staan en meent tot God
Page 342 and 343:
Daar staat: 'Wij hebben een altaar,
Page 344 and 345:
Het is opmerkelijk dat deze dwaling
Page 346 and 347:
Tot de heidenen zegt Paulus dat zij
Page 348 and 349:
waarde, noch het onbesneden zijn, m
Page 350 and 351:
Onze Heer is niet meer op aarde, ma
Page 352 and 353:
de wereld en hun tekort rijkdom voo
Page 354 and 355:
De tijd is aanstaande dat de volhei
Page 356 and 357:
Wanneer Paulus tot staving van zijn
Page 358 and 359:
zich de gelovigen van hun dagen. Te
Page 360 and 361:
Hetgeen Davids huis was toegezegd,
Page 362 and 363:
Deze heidenen moesten evenwel niet
Page 364 and 365:
het brengen van offers, in het geve
Page 366 and 367:
Geest onderzoekt alle dingen, zelfs
Page 368 and 369:
zijn best, het jaagde een wet der g
Page 370 and 371:
en ook in eeuwigheid zal blijven be
Page 372 and 373:
wetten functioneren mag. Het is hei
Page 374 and 375:
De christen die vroeger net zo dach
Page 376 and 377:
Daarmee moet hij tevreden zijn en g
Page 378 and 379:
spreekt niet over een vage, onzicht
Page 380 and 381:
opbouw van het geheel geschiedt doo
Page 382 and 383:
Een profeet is dus iemand die op du
Page 384 and 385:
wandelen in de hemelse gewesten met
Page 386 and 387:
armhartig zijn gelijk onze Vader di
Page 388 and 389:
trekken zij dit zich persoonlijk aa
Page 390 and 391:
Wanneer de zinnen geoefend zijn in
Page 392 and 393:
zij een geest die weer actief kan w
Page 394 and 395:
wanneer het weken, maanden of zelfs
Page 396 and 397:
taak ten opzichte van hun vervolgde
Page 398 and 399:
apostel dit woord en dringt hij de
Page 400 and 401:
Jezus herstelt evenwel het natuurli
Page 402 and 403:
De christenen moeten in goede harmo
Page 404 and 405:
maar hem vergeven, zoals wijzelf ve
Page 406 and 407:
De christen kan beter beledigingen
Page 408 and 409:
HOOFDSTUK 13 1. Ieder mens moet zic
Page 410 and 411:
'wereldgeesten' (Gal. 4:3, 9 en Col
Page 412 and 413:
egeringsvormen in staat en maatscha
Page 414 and 415:
haar ergste vorm wordt dit openbaar
Page 416 and 417:
overheid haar onderdanen niet vrij
Page 418 and 419:
Paulus als Petrus onder een dikwijl
Page 420 and 421:
Zij doen geen onrecht, maar lijden
Page 422 and 423:
Het is goed hier op te merken dat G
Page 424 and 425:
te worden. Hij schreef daarom in Fi
Page 426 and 427:
Tot Nathanaël zei Hij: 'Voorwaar,
Page 428 and 429:
Wie rijk is in de Heer, kent geen j
Page 430 and 431:
HOOFDSTUK 14 1. Aanvaardt de zwakke
Page 432 and 433:
Het Oude Testament kende het onders
Page 434 and 435:
kruiste zo'n zwakke broeder zijn pa
Page 436 and 437:
6. Wie aan een bepaalde dag hecht,
Page 438 and 439:
gemeenschap 'in Christus', dus omda
Page 440 and 441:
(2:2). Dit oordeel begint bij het h
Page 442 and 443:
Wie daarentegen wel eet, kan dit oo
Page 444 and 445:
Daar was de wetsbetrachting primair
Page 446 and 447:
17. Want het Koninkrijk Gods bestaa
Page 448 and 449:
het rustig om hem heen is en hij ee
Page 450 and 451:
Door het wettisch houden van de zon
Page 452 and 453:
Hij zou het goed achten. Maar nu hi
Page 454 and 455:
goed hetzij kwaad, inzonderheid of
Page 456 and 457:
2, 3. Ieder onzer trachte zijn naas
Page 458 and 459:
Jezus heeft ons een voorbeeld nagel
Page 460 and 461:
wiens kracht wij opgroeien tot de m
Page 462 and 463:
aangenomen en is Hij de mensen geli
Page 464 and 465:
hun vertrouwen stellen, omdat Hij z
Page 466 and 467:
certificaat van volmaaktheid, want
Page 468 and 469:
van hetgeen Christus door mij bewer
Page 470 and 471:
vond hij wel gelovigen, maar hij le
Page 472 and 473:
Want de boodschap van het Koninkrij
Page 474 and 475:
om de tempeldiensten bij te wonen,
Page 476 and 477:
passage voorkomt, die meedeelt dat
Page 478 and 479:
De reis naar Jeruzalem mocht zwaar
Page 480 and 481:
HOOFDSTUK 16 In de brief aan de Rom
Page 482 and 483:
1, 2. Ik beveel Fébe, onze zuster,
Page 484 and 485:
Zo begaven zij zich over Corinthe n
Page 486 and 487:
Deze landslieden van Paulus waren r
Page 488 and 489:
Rufus betekent de 'rooie'. Hij word
Page 490 and 491:
urgerrecht bezaten, waren verplicht
Page 492 and 493:
door hun schoonklinkende en vrome t
Page 494 and 495:
laten zich gemakkelijk verleiden, o
Page 496 and 497:
Het zal spoedig gebeuren, want 'wel
Page 498 and 499:
verwantschap van deze personen met
Page 500 and 501:
Persoonlijk was hij geroepen en had
show all

in nieuwheid des levens - Rhemaprint

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?