Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Archeologische</strong> kroniek Zuid-<strong>Holland</strong> 107<br />
Keizerstraat. In twee werkputten werden de aanwezige grondsporen en vondsten gedocumenteerd.<br />
De oudste vondsten en grondsporen dateren uit de 14de eeuw. Langs het Hang<br />
werd op twee punten de voet aangesneden van de dijk of kade die het Westelijk Nieuwland<br />
omringde. Ook werd de voorloper van het Zijl aangesneden. Dit was een binnendijks gelegen<br />
oost-west georiënteerde waterloop die zorgde voor de ontwatering van het Westelijk<br />
Nieuwland door bij laag tij het overtollige water op het buitenwater te lozen.<br />
De opgraving heeft uitgewezen dat dit deel van de stad voortdurend werd opgehoogd. Nadat<br />
het gebied in het derde kwart van de 14de eeuw was opgehoogd, vond een tweede ophoging<br />
in het begin van de 15de eeuw plaats. Op de hoek van de Vissersdijk en het Hang verscheen<br />
toen de eerste (stenen) bebouwing. Ook het Zijl werd toen dichtgegooid en vervolgens<br />
iets noordelijker van het oorspronkelijke tracé in een bredere versie opnieuw uitgezet.<br />
Vanwege wateroverlast bleven de bewoners ook in de 15de en 16de eeuw genoodzaakt om<br />
regelmatig de aanwezige bebouwing af te breken en het terrein op te hogen.<br />
Bij het archeologisch onderzoek zijn diverse vondsten aangetroffen. Ze dateren voornamelijk<br />
uit de 15de tot en met de 17de eeuw en zijn afkomstig uit de ophogingslagen, de vulling<br />
van het in het begin van de 18de eeuw buiten gebruik gestelde Zijl en uit verschillende<br />
afvalkuilen en beerputten. Enkele puinlagen alsmede misbaksels wijzen op de aanwezigheid<br />
van steen-en (vloer)tegelbakkerijen in dit deel van de stad in de 15de eeuw.<br />
Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam, A.J. Guiran & E. Jacobs<br />
Schiedam * Oude Stadhuis | In november 2003 heeft het BOOR een kleinschalig onderzoek<br />
uitgevoerd in het Oude Stadhuis aan de Grote Markt te Schiedam. De aanleiding vormde<br />
de restauratie van het stadhuis dat in 1537 is gebouwd. De opdracht aan het BOOR was<br />
om de 16de-eeuwse funderingen van het pand vast te leggen. Het gaat om muren met poeren<br />
ten behoeve van een kruisgewelfconstructie, die deel uitmaakten van de voormalige kelder<br />
van het stadhuis. Ook latere bouwaanpassingen zijn gedocumenteerd. Voorts is vastgesteld<br />
dat het oude stadhuis gebouwd is op een laatmiddeleeuws ophogingspakket, waarin<br />
aardewerk, bot, mest en hout aanwezig waren.<br />
Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam, F.J.C. Peters<br />
Schoonhoven * Scheepmakershaven | In opdracht van Kuiper en Burger Advies- en Ingenieursbureau<br />
is door SOB Research ten behoeve van het project Scheepmakershaven 11 te<br />
Schoonhoven een Aanvullende <strong>Archeologische</strong> Inventarisatie (AAI) uitgevoerd, waarbij de<br />
geologische opbouw, de aardkundige waarden en de archeologische en cultuurhistorische<br />
waarden ter plaatse zijn bestudeerd. Op basis van dit onderzoek kan worden vastgesteld dat<br />
in het noordelijke deel van het plangebied later opgebrachte pakketten op een afwisseling<br />
van <strong>Holland</strong>veen met Afzettingen van Gorkum (kom- en oeverafzettingen) en ten zuiden<br />
hiervan later opgebrachte pakketten op geuldekafzettingen behorende tot de Afzettingen<br />
van Tiel voorkomen.<br />
De aangetroffen ophogingspakketten van klei en zand variëren in dikte van 3,1 tot 3,75 m.<br />
Voor een deel bevinden deze opgebrachte lagen zich in het gedempte deel van de Scheepmakershaven.<br />
Onder deze ophogingen werden natuurlijke afzettingen aangetroffen in de<br />
vorm van <strong>Holland</strong>veen en Afzettingen van Tiel. Met name in het oostelijke deel van het plangebied<br />
blijkt de bodem tot op een diepte van zeker 3 m beneden het maaiveld met minerale