Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Archeologische</strong> kroniek Zuid-<strong>Holland</strong> 83<br />
Gorkum in de vorm van geuldekafzettingen (klei) op geulafzettingen (zand) aangetroffen.<br />
In het zuidelijke deel van het plangebied verloopt in de ondergrond een stroomrug van Gorkum<br />
4-ouderdom. Waarschijnlijk betreft het hier de flank van de stroomrug en ligt het plangebied<br />
in een overgangszone van de stroomrug naar het komgebied. Op de natuurlijke afzettingen<br />
is een ophoogpakket opgebracht. Het betreft een terplichaam, waarop de kerk en<br />
de oude dorpskern van Giessen-Oudekerk zijn gebouwd.<br />
In alle uitgevoerde boringen werden archeologische indicatoren aangetroffen. In drie boringen<br />
werd (naar alle waarschijnlijkheid menselijk) botmateriaal aangetroffen. Daarnaast<br />
zaten in alle uitgevoerde boringen fragmenten van bakstenen. Het puin werd met name aangetroffen<br />
in de bovenste, 0,6 m tot 1,1 m dikke, laag van opgebracht zand. In de boringen 1<br />
en 2 werden ook dieper in de kleilagen wat minuscule puinfragmentjes aangetroffen. Uit de<br />
AAI blijkt aanwezigheid van een archeologische vindplaats in het plangebied. Het betreft<br />
hier, en dan met name in het noordwestelijke deel van het plangebied, waarschijnlijk restanten<br />
van fundamenten en kelders, die deels bij het in 1838 gesloopte koor van de Nederlandshervormde<br />
Kerk hebben gehoord. Dit gesloopte gedeelte van de kerk dateert uit de Late<br />
Middeleeuwen. Het aangetroffen menselijk botmateriaal kan met de aanwezigheid van<br />
menselijke begravingen in of net buiten de kerk in verband worden gebracht.<br />
Omdat het hier een klein onderzoeksgebied betreft, waarin tijdens de AAI een boorgrid met<br />
een maximale afstand tussen de boringen van 10 m is aangehouden, lijkt de uitvoering van<br />
een Waarderend Archeologisch Onderzoek (AAI-2) door middel van extra boringen hier<br />
weinig effectief te zijn. Zoals opgemerkt, werden in alle boringen archeologische indicatoren<br />
aangetroffen. In het noordelijk deel van het plangebied is sprake van ondoordringbaar<br />
puin. Uit een hier in 1997 uitgevoerd milieuonderzoek is gebleken dat dit puinpakket ca<br />
80 cm dik is. Voor het terrein wordt daarom de uitvoering van een Inventariserend Veldonderzoek<br />
(IVO) aanbevolen. Hierbij zou dit terrein middels het aanleggen van een proefsleuf<br />
nader op de aanwezigheid van archeologische resten moeten worden onderzocht. Anderzijds<br />
kan door middel van een planaanpassing worden bewerkstelligd dat de aangetroffen<br />
archeologische resten niet worden aangetast.<br />
SOB Research, J. Ras<br />
Giessenlanden – Giessen-Oudekerk * ontsluitingsweg begraafplaats | In opdracht van<br />
Van der Padt & Partners Ontwerp & Bouwmanagement is namens de Gemeente Giessenlanden<br />
door SOB Research een Aanvullende <strong>Archeologische</strong> Inventarisatie (AAI) uitgevoerd<br />
ten behoeve van het project ‘Ontsluitingsweg Begraafplaats, Giessen-Oudekerk’. Op basis<br />
van het door SOB Research uitgevoerde booronderzoek blijken in het centrale en noordelijke<br />
deel van het plangebied Afzettingen van Tiel (komafzettingen) op <strong>Holland</strong>veen, op Afzettingen<br />
van Gorkum (kom- en oeverafzettingen) voor te komen. In het zuidelijke deel van<br />
het plangebied ontbrak het <strong>Holland</strong>veen en werden Afzettingen van Tiel (komafzettingen)<br />
op Afzettingen van Gorkum (kom- en oeverafzettingen) aangetroffen. Volgens de Geologische<br />
Kaart verloopt in de ondergrond van het plangebied een stroomrug van Gorkum<br />
2/Gorkum 3-ouderdom. De bijbehorende afzettingen kunnen op een diepte van ca 7,5 m<br />
onder NAP worden verwacht. In geen van de zes uitgevoerde boringen werden relevante archeologische<br />
indicatoren aangetroffen. Op basis van de tijdens de Aanvullende Archeologi-