Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Archeologische</strong> kroniek Noord-<strong>Holland</strong> 2003 57<br />
tingsterreinen, gesitueerd in het voormalige Oer-IJ estuarium, het strandwallen- en strandvlaktengebied,<br />
en het veengebied ten oosten van de strandwallen. De vindplaatsen bestaan<br />
in de regel uit cultuurlagen die rijk zijn aan organische resten. Voor het uitvoeren van het<br />
monitoringonderzoek is gebruik gemaakt van micromorfologisch onderzoek (slijpplaatjes),<br />
pollenonderzoek, hoogtemetingen, wormentellingen en is vier keer per jaar op de vindplaatsen<br />
de oxidatiediepte bepaald (de diepte waarop zuurstof in de boden kan dringen).<br />
Voor ruilverkavelingsgebied Waterland-Oost en -Midden werden uiteindelijk twaalf terpen<br />
voor het monitoringonderzoek geselecteerd. Teneinde goed inzicht te krijgen in de<br />
rol van de waterhuishouding op de aantasting van de archeologische resten werden vooral<br />
terpen uit verschillende waterhuishoudingssituaties geselecteerd:<br />
– Twee terpen buiten een blokbemalingsgebied (gebied met een lagere waterstand) en<br />
in het verleden niet particulier onderbemalen (opgenomen in een beheersgebied);<br />
– Twee terpen binnen een blokbemalingsgebied, maar beschermd door middel van<br />
peilscheidingsdammen en in het verleden niet particulier onderbemalen;<br />
– Vier terpen binnen een blokbemalingsgebied;<br />
– één terp buiten een blokbemalingsgebied, maar binnen een particuliere onderbemaling;<br />
– Drie terpen binnen een blokbemalingsgebied dat daarvoor particulier onderbemalen<br />
werd.<br />
Voor het ruilverkavelingsgebied Limmen-Heiloo werden uiteindelijk vijf terreinen geselecteerd<br />
voor het monitoringonderzoek. Het ging in alle gevallen om terreinen met cultuurlagen<br />
uit de Romeinse tijd. Deze cultuurlagen bleken meestal beter geconserveerd en<br />
bevatten een hoger klei- en humusgehalte dan oudere of jongere lagen. Ze waren<br />
daardoor beter geschikt voor monitoring. Om ook in dit gebied de rol van de waterhuishouding<br />
op de aantasting van de archeologische resten te kunnen onderzoeken, bevonden<br />
de terreinen zich in verschillende waterhuishoudingssituaties:<br />
– Eén terrein waar het waterpeil is aangepast om zowel agrarisch gebruik als natuurwaarden<br />
te realiseren (relatienotagebied);<br />
– Twee terreinen die buiten de polderpeilverlaging vallen, maar waar normaal agrarisch<br />
gebruik is toegestaan;<br />
– Twee terreinen die binnen de polderpeilverlaging vallen.<br />
Helaas werd kort na de start van het monitoringonderzoek de toestemming geweigerd<br />
om de twee terreinen die buiten de polderpeilverlaging vielen te betreden.<br />
Het onderzoek heeft belangrijke inzichten verschaft in de processen die tot aantasting van<br />
archeologische lagen leiden, de snelheid waarmee deze aantasting plaatsvindt en de invloed<br />
die de waterhuishoudingssituatie hierop heeft.<br />
Voor ruilverkavelingsgebied Waterland-Oost en Midden is bijvoorbeeld gebleken dat:<br />
– Invoering van blokbemaling waarbij plotseling een decimeters lager slootwaterpeil<br />
van kracht wordt, onmiskenbaar leidt tot aanzienlijke en diepgaande aantasting van<br />
veenterpen.