Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Archeologische</strong> kroniek Noord-<strong>Holland</strong> 2003 23<br />
weerszijden van deze weg lagen naast elkaar verschillende boerenerven, bestaande uit een<br />
woonstalhuis, een enkel bijgebouw in de vorm van een schuur en een waterput. Het feit dat<br />
boerderijen niet op dezelfde plaats zijn herbouwd is een aanwijzing dat meerdere erven gelijktijdig<br />
in gebruik waren. Het is echter nog te vroeg om iets te zeggen over de dichtheid van<br />
de bebouwing langs de weg, omdat de gebouwen nog niet precies gedateerd zijn. De oriëntatie<br />
van de boerenerven was niet dwars op de weg gelegen, maar min of meer oost-west.<br />
Kennelijk is de ligging van de weg bepaald door het verloop van de noordoever van het voormalige<br />
Oer-IJ. De weg is vooralsnog te dateren tussen de 8ste en de 12de/13de eeuw, waarna<br />
zij is overbouwd door enkele boerderijen. Deze jongste bewoningsfase houdt vast aan de<br />
oost-westelijke oriëntering.<br />
De oudste groep gebouwen heeft rechthoekige plattegronden, tot wel 30 m lang. Vanaf ca<br />
1050 komen boerderijen met licht gebogen langszijden hiervoor in de plaats, die over het algemeen<br />
wat korter zijn. Enkele daarvan hebben een ingangspartij in het midden van de zuidelijke<br />
langszijde. Omdat de buitenwand van een boerderij ondiep kan zijn ingegraven of<br />
gebouwd op houten grondliggers is niet altijd duidelijk of we met één- of drieschepige<br />
boerderijen te maken hebben. De huisplattegronden zijn een belangrijke aanvulling op het<br />
beeld van de boerderijontwikkeling in het westelijk kustgebied. De rechthoekige plattegronden<br />
uit de vroege fase vertonen gelijkenis met de gebouwen van de veenontginners van<br />
Assendelft (Besteman 1990). Dit versterkt de gedachte dat deze ontginners afkomstig zijn<br />
uit het aangrenzende strandwallengebied.<br />
De waterputten zijn doorgaans opgebouwd uit plaggen, een aantal keren met funderingen<br />
in de vorm van een karrewiel of een houten raamwerk, vaak van hergebruikte palen en<br />
planken. Op sommige houtvondsten konden zelfs de inslagen van de bijl waargenomen<br />
worden. Een bijzondere vondst was de vroegmiddeleeuwse boomstamput (afb. 14). Voor<br />
deze put werd een uitgeholde stam van een beuk met een diameter van ca 90 cm gebruikt.<br />
De stam werd met de onderkant in de put geplaatst. Rondom de boomstam bevond zich een<br />
vierkante plankenconstructie.<br />
Een van de speerpunten van het onderzoek is de vraagstelling hoe het landschap er ten tijden<br />
van de bewoning heeft uitgezien. Daarvoor zijn monsters genomen voor archeobotanisch<br />
onderzoek. In het zand blijven van de organische materiaalgroepen meestal alleen<br />
verkoolde plantenresten en zaden bewaard. Onder gunstige omstandigheden – zoals onder<br />
de grondwaterspiegel en in zuurstofarm water – kan organisch materiaal echter goed bewaard<br />
zijn gebleven. Dit was het geval bij de talrijke waterputten die in 2003 zijn opgegraven.<br />
Uit de waterputten kwam goed geconserveerd hout aan het licht. Ook zijn er pollenmonsters<br />
genomen voor een lokale reconstructie van het omliggende landschap.<br />
De kuilen die zijn bemonsterd voor archeobotanisch onderzoek, hebben naast verkoold<br />
graan – voornamelijk gerst – ook visbotten opgeleverd. Tussen de verkoolde graankorrels<br />
werd akkeronkruid zoals vogelmuur, perzikkruid en melganzenvoet gevonden. Opmerkelijk<br />
is het voorkomen van de zaden van bolderik, een giftig akkeronkruid dat in de Middeleeuwen<br />
nogal eens tussen rogge stond. Het voorkomen van meeverbrand akkeronkruid<br />
wijst erop dat geoogst graan in de nederzetting zelf werd verwerkt.