Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
92 <strong>Archeologische</strong> kroniek Zuid-<strong>Holland</strong><br />
Lisse * Keukenhof 7 | In december 2003 is in opdracht van Agra-Matic BV door Jacobs &<br />
Burnier, archeologisch projectbureau, een inventariserend veldonderzoek door middel van<br />
grondboringen uitgevoerd op de locatie Keukenhof 7. Aanleiding voor het onderzoek was<br />
de voorgenomen aanleg van een werktuigberging. Volgens de Cultuurhistorische Hoofdstructuur<br />
Zuid-<strong>Holland</strong>, regio Duin- en Bollenstreek, bevindt het terrein zich in een gebied<br />
met een redelijke tot grote kans op de aanwezigheid van archeologische sporen die uit de<br />
bronstijd en daarop volgende perioden dateren. Uit het verrichte onderzoek (Van der Heiden<br />
2004) bleek dat op de locatie sprake is van ongestoorde Oude-Duinafzettingen waarin<br />
geen aanwijzingen zijn geconstateerd voor de aanwezigheid van archeologische waarden.<br />
Op basis van de verkregen resultaten is geen verder archeologisch onderzoek geadviseerd.<br />
Jacobs & Burnier archeologisch projectbureau, E. Jacobs<br />
Naaldwijk * Middelbroekweg (Trade Park Westland) | In 2003 werden een booronderzoek<br />
en een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd ten behoeve van de aanleg van een rotonde<br />
voor het nieuwe Trade Park Westland (TPW) in Naaldwijk. Een tweede proefsleuvenonderzoek<br />
vond plaats langs de Middelbroekweg, waar een reeks kantoorpanden voor het TPW<br />
zijn gepland. Uit het verkennend booronderzoek blijkt dat de locatie, gelegen langs het riviertje<br />
de Strijp, in de late prehistorie en Romeinse tijd deel uit maakte van het Gantelsysteem.<br />
Langs het krekenstelsel van de Gantel heeft zich in de Romeinse tijd een lint van<br />
bebouwing gevormd, waarvan ook ter plaatse van het TPW resten werden aangetroffen. Tijdens<br />
de diverse onderzoeken werd een uniforme bodemopbouw aangetroffen, bestaande<br />
uit mariene kleiafzettingen van Duinkerke-III op een Duinkerke-I-pakket. Hiertussen bevindt<br />
zich een ophogingspakket tot een dikte van 60 cm met materiaal uit de Romeinse tijd<br />
(IB-IIIA). De oude bewoningshorizont wordt afgesloten door een zogeheten laklaag, een<br />
oude vegetatiehorizont. Het Duinkerke-III pakket wordt op zijn beurt afgesloten door een<br />
70 cm dikke ophoging met tuineerdgrond die vanaf de 17de eeuw opgebracht is door bagger<br />
met duinzand te vermengen. De archeologische resten bestaan onder meer uit een deel<br />
van een huisplattegrond, afvalkuilen en een wijd vertakt stelsel van greppels, palenzwermen<br />
en een vroege vorm van bedijking.<br />
In werkput 1 (kabelsleuf) werd een groot deel van een wandpartij van een huisplattegrond aangetroffen.<br />
De wandpalen met een diameter van 20 cm hebben een onderlinge afstand van 25 cm.<br />
Parallel hieraan loopt op 50 cm afstand een tweede palenrij waarvan de onderlinge afstand<br />
van de palen 75 cm bedraagt. Hiertussen bevindt zich vlechtwerk, dat als een horde geïnterpreteerd<br />
kan worden. Op de vloer werden grote hoeveelheden verbrand leem aangetroffen.<br />
De vloer zelf is bekleed met riet en stro, waarin (vertrapt) aardewerk werd aangetroffen. Het<br />
aardewerk is van inheemse makelij en dateert uit de eerste helft van de 3de eeuw na Chr. Een<br />
deel van het aardewerk is versierd met indrukken (dellen) onder het oor. Opvallend zijn een<br />
rijgkraal voor een halssnoer en fragmenten van twee taps toelopende cilindervormige kokers<br />
(afb. 47) met een totale resterende lengte van 20 cm, die als een tuyère (blaaspijp voor een<br />
oven) geïnterpreteerd zijn. Op het aardewerk uit het vloerniveau in het huis zijn bryozoën aangetroffen.<br />
Deze schelpachtigen zijn zichtbaar als kalkkorsten en hebben minimaal een half<br />
jaar nodig om zich te vormen. Dit duidt erop dat er een langdurige periode van vernatting heeft<br />
plaatsgevonden na het einde van de bewoning. Waarschijnlijk is dit ook de reden dat er op