Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
Archeologische Kroniek - Historische Vereniging Holland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
56 <strong>Archeologische</strong> kroniek Noord-<strong>Holland</strong> 2003<br />
verdroging die hiermee gepaard gaat, leidt tot krimp, klink, verstoring van het bodemleven,<br />
ontkalking en veraarding van de archeologische vondstlagen. Uit voorgaand onderzoek<br />
bleek echter dat ook bij een verhoging van het polderpeil aantasting van archeologische<br />
waarden optrad. Bij een verhoging van het polderpeil zal het bodemleven zich verplaatsen<br />
naar de hoger gelegen delen in het terrein zoals bijvoorbeeld terpen. Op deze<br />
plaatsen zal door de toename van de bodemfauna een versnelde afbraak en/of doorgraving<br />
(homogenisatie) van archeologische waarden plaatsvinden.<br />
De provincie Noord-<strong>Holland</strong> wil een beleid voeren dat de langdurige bescherming van<br />
archeologische waarden in de provincie mogelijk maakt. Helaas moest men echter constateren<br />
dat kwantificeerbare gegevens met betrekking tot de effecten van bijvoorbeeld<br />
polderpeilverlaging voor de conservering van archeologische vindplaatsen nagenoeg ontbraken.<br />
Dergelijke gegevens zijn van groot belang om effectieve beschermende maatregelen<br />
te kunnen nemen. De provincie Noord-<strong>Holland</strong> heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau<br />
opdracht gegeven om door middel van een monitoringonderzoek gegevens te verzamelen<br />
over de kwalitatieve en kwantitatieve achteruitgang van de archeologische resten ten<br />
gevolge van verlaging van de grondwaterstand. In de periode 1994 tot en met september<br />
2001 zijn hiervoor archeologische monitoringonderzoeken uitgevoerd in twee ruilverkavelingsgebieden<br />
in Noord-<strong>Holland</strong>. Het betreft het ruilverkavelingsgebied Waterland-Oost<br />
en -Midden en ruilverkavelingsgebied Limmen-Heiloo. Deze onderzoeken hielden in dat<br />
op de verschillende terreinen zogenaamde ‘monsterpunten’ zijn ingericht waar, over een<br />
periode van enkele jaren, herhaaldelijk metingen en monstername zijn uitgevoerd. Voor<br />
beide ruilverkavelingsgebieden geldt dat de archeologische sporen zich vrijwel direct onder<br />
de zodenlaag bevinden en daardoor extra gevoelig zijn voor aantasting.<br />
Op basis van de resultaten zou men vervolgens kunnen bepalen:<br />
– Wat het effect is van de verschillende waterhuishoudingssituaties (die na de ruilverkaveling<br />
zijn te onderscheiden) op de archeologische resten;<br />
– Wat het effect is van specifieke beschermingsmaatregelen die worden getroffen ten<br />
behoeve van de archeologische waarden.<br />
In het ruilverkavelingsgebied Waterland-Oost en -Midden heeft het onderzoek plaatsgevonden<br />
op een aantal archeologisch waardevolle vindplaatsen in het veenweidegebied die<br />
gedurende de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd in gebruik zijn geweest als huisplaatsen<br />
(Exaltus e.a. 2003). Huisplaatsen in het veenweidegebied bestaan in het algemeen uit een<br />
met plaggen opgebouwd terplichaam. Dergelijke uit veen- en kleiplaggen bestaande ophogingslagen<br />
vormen in het centrum van de terplichamen vaak pakketten van meer dan<br />
1m dikte. In veel gevallen worden deze plaggenpakketten afgewisseld door haardpakketten<br />
die uit lagen gebakken klei, as en houtskool bestaan. Op een enkele aan het huidige<br />
maaiveld zichtbare terp na, zijn de meeste terplichamen weggezakt in het veen.<br />
In het ruilverkavelingsgebied Limmen-Heiloo had het onderzoek betrekking op archeologische<br />
vindplaatsen uit de late ijzertijd, Romeinse tijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd (Molenaar<br />
e.a. 2003). Het gaat hier voornamelijk om voormalige woonplaatsen of nederzet-