Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...
Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...
Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6.4.6 Algemene competenties (zie paragraaf 5.1) kunnen op verschillende manieren worden<br />
ontwikkeld.<br />
6.4.6.1 Met betrekking tot kennis van de wereld betekent het leren van een nieuwe taal niet helemaal<br />
opnieuw beginnen. Veel zo niet alle benodigde kennis kan bekend worden verondersteld. Toch is het<br />
niet zomaar een kwestie van nieuwe woorden <strong>voor</strong> oude ideeën leren, al is het opmerkelijk in welke<br />
mate het kader van algemene en specifieke noties dat in de Threshold Level-benadering wordt <strong>voor</strong>gesteld,<br />
gepast en geschikt is gebleken <strong>voor</strong> 20 Europese talen uit verschillende taalfamilies. Er is inzicht<br />
vereist om bij<strong>voor</strong>beeld de volgende vragen te kunnen beantwoorden. Impliceert de taal die moet<br />
worden onderwezen of worden getoetst kennis van de wereld die eigenlijk de maturiteit van de leerders<br />
of hun ervaringen als volwassene te boven gaat? Als dat het geval is kan die kennis niet bekend worden<br />
verondersteld. Het probleem moet niet uit de weg worden gegaan; bij het gebruik van een niet-moedertaal<br />
als onderwijsmedium in scholen of universiteiten (en in het moedertaalonderwijs zelf) is zowel<br />
de inhoud van het onderwerp als de gebruikte taal nieuw. In het verleden is in veel taalstudieboeken,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld in Orbis sensualium pictus van de beroemde zeventiende-eeuwse Tsjechische pedagoog<br />
Comenius, getracht het leren van taal uitdrukkelijk zo te structureren dat jonge mensen een geordend<br />
wereldbeeld wordt geboden.<br />
6.4.6.2 Wat betreft de ontwikkeling van socio-culturele kennis en interculturele vaardigheden is de<br />
positie enigszins anders. In bepaalde opzichten lijken Europese volken een gemeenschappelijke cultuur<br />
te delen. In andere opzichten is er sprake van aanzienlijke verschillen, niet alleen tussen de ene natie<br />
en de andere maar ook tussen regio’s, maatschappelijke lagen, etnische gemeenschappen, mannen en<br />
vrouwen, enzo<strong>voor</strong>t. De weergave van de doelcultuur en de keuze van de maatschappelijke groep(en)<br />
waarop de nadruk komt te liggen, dienen zorgvuldig te worden overwogen. Is er enige ruimte <strong>voor</strong><br />
de pittoreske, meestal archaïsche en folkloristische stereotypen van het soort dat men wel aantreft in<br />
kinderboeken (Hollanders met klompen en windmolens, Engelsen in cottages met een rieten dak en<br />
rozen bij de <strong>voor</strong>deur, Fransen met alpinopet en stokbrood)? Ze spreken tot de verbeelding en kunnen<br />
<strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> jonge kinderen motiverend zijn. Ze komen vaak op een of andere manier overeen met het<br />
zelfbeeld van het land in kwestie en worden bij feestelijke gelegenheden geconserveerd en gepromoot.<br />
In dat geval kunnen ze in dat licht worden gepresenteerd. Ze houden erg weinig verband met het alledaagse<br />
leven van de overgrote meerderheid van de bevolking. Er moet een balans worden gevonden in<br />
het kader van het overkoepelende onderwijsdoel: de ontwikkeling van de multiculturele competentie<br />
van de leerders.<br />
6.4.6.3 Hoe moeten de algemene, niet-taalspecifieke competenties aan bod komen in het taalonderwijs?<br />
a) worden geacht al te bestaan of elders voldoende te worden ontwikkeld (bij<strong>voor</strong>beeld bij andere<br />
vakken die worden gegeven in T1) om bekend te kunnen worden verondersteld in het T2-onderwijs;<br />
b) worden ad hoc behandeld indien er moeilijkheden ontstaan;<br />
c) door teksten te selecteren of te construeren die nieuwe kennisgebieden of -objecten illustreren;<br />
d) door middel van speciale lessen of studieboeken over landen of regio’s (Landeskunde, civilisation,<br />
enzo<strong>voor</strong>t) i) in T1 of ii) in T2;<br />
e) via een interculturele component die is bedoeld om het bewustzijn van de relevante cognitieve,<br />
socio-culturele en ervaringsachtergronden van respectievelijk leerders en moedertaalsprekers te verhogen;<br />
f) via rollenspel en simulaties;<br />
g) door het onderwijzen van vakken met T2 als onderwijsmedium;<br />
h) door direct contact met moedertaalsprekers en authentieke teksten.<br />
6.4.6.4 Met betrekking tot existentiële competentie kunnen de persoonlijkheidskenmerken, drijfveren,<br />
houdingen en dergelijke van de leerder (zie paragraaf 5.1.3) worden:<br />
a) genegeerd als persoonlijke zaken van de leerder;<br />
b) meegewogen bij de planning en controle van het leerproces;<br />
c) opgenomen in de doelstellingen van het lesprogramma.<br />
134<br />
<strong>Gemeenschappelijk</strong> <strong>Europees</strong> <strong>Referentiekader</strong> <strong>voor</strong> <strong>Moderne</strong> Vreemde Talen: Leren, Onderwijzen, Beoordelen