20.01.2014 Views

Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...

Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...

Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

• Voor VT1 wordt een ‘normaal’ programma, bedoeld om de verschillende vaardigheden te ontwikkelen,<br />

<strong>voor</strong>tgezet tot het einde van de middelbare school maar dit wordt met zekere tussenpozen<br />

aangevuld met revisie- en bespreeksessies over de middelen en methoden van onderwijzen en leren<br />

om een steeds grotere differentiatie tussen de profielen van verschillende leerlingen en hun verwachtingen<br />

en belangen mogelijk te maken.<br />

• Voor VT2 kan in deze fase bijzondere nadruk worden gelegd op de sociaal-culturele en sociolinguïstische<br />

elementen zoals die worden waargenomen door toenemende vertrouwdheid met de<br />

media (populaire pers, radio en televisie), mogelijk gekoppeld aan het moedertaalprogramma en<br />

gebruik makend van wat in VT1 is behandeld. In dit curriculummodel is VT2, die wordt <strong>voor</strong>tgezet<br />

tot het einde van de middelbare school, het belangrijkste forum <strong>voor</strong> culturele en interculturele<br />

discussie, gevoed door contact met de overige talen in het leerplan en met teksten uit de media als<br />

brandpunt. Hierin zou ook de ervaring van een internationale uitwisseling kunnen worden opgenomen,<br />

met de nadruk op interculturele betrekkingen. Tevens dient aandacht te worden besteed<br />

aan de inzet van andere vakken (zoals geschiedenis of aardrijkskunde) die kunnen helpen een<br />

doordachte benadering van multiculturalisme van de grond te krijgen.<br />

Bovenbouw middelbare school:<br />

• VT1 en VT2 worden elk in dezelfde richting <strong>voor</strong>tgezet maar op een complexer en veeleisender<br />

niveau. Leerlingen die <strong>voor</strong> een derde vreemde taal (VT3) kiezen, doen dit hoofdzakelijk uit<br />

‘beroepsmatige’ overwegingen en betrekken het leren van de taal op een meer professioneel<br />

gericht of ander academisch onderdeel van hun opleiding (bij<strong>voor</strong>beeld door de taal van handel,<br />

economie of technologie te kiezen).<br />

Benadrukt moet worden dat in dit tweede scenario, net als in het eerste, het uiteindelijke meertalige en<br />

multiculturele profiel van de leerders ‘ongelijkmatig’ kan zijn in die zin dat:<br />

• het vaardigheidsniveau in de verschillende talen binnen de meertalige competentie zal variëren;<br />

• de culturele aspecten bij de verschillende talen ongelijk ontwikkeld zullen zijn;<br />

• bij de talen waarvan de linguïstische aspecten de meeste aandacht hebben gekregen het culturele<br />

aspect niet noodzakelijkerwijs ook het meest ontwikkeld is;<br />

• er, zoals beschreven, ‘partiële’ competenties zijn geïntegreerd.<br />

Aan deze korte observaties kan nog worden toegevoegd dat in elk geval en <strong>voor</strong> alle talen op een of<br />

ander moment tijd moet worden vrijgemaakt om na te denken over de methoden en leertrajecten<br />

waarmee leerders tijdens hun ontwikkeling worden geconfronteerd of waar<strong>voor</strong> zij kiezen. Dit impliceert<br />

dat in het leerplanontwerp op school ruimte moet zijn <strong>voor</strong> het expliciteren en de <strong>voor</strong>tgaande<br />

ontwikkeling van het ‘leerbewustzijn’ en <strong>voor</strong> algemeen taalonderwijs dat leerders helpt metacognitieve<br />

controle over hun eigen competenties en strategieën te verwerven. Leerders brengen deze in verband<br />

met andere mogelijke competenties en strategieën en met de taalactiviteiten waarbij ze worden toegepast<br />

om taken uit te voeren binnen specifieke domeinen.<br />

Met andere woorden, het is een van de doelen van leerplanontwikkeling om, ongeacht het specifieke<br />

leerplan, leerders bewust te maken van categorieën en de dynamische verhoudingen daartussen zoals<br />

<strong>voor</strong>gesteld in het model dat is gekozen <strong>voor</strong> het referentiekader.<br />

8.4 Beoordeling en het schoolse, buitenschoolse en naschoolse leren<br />

Als het leerplan of curriculum is vastgesteld in de zin van het pad dat een leerder afloopt via een aantal<br />

leerervaringen, al dan niet onder institutionele controle, eindigt dat niet bij het verlaten van de school.<br />

Het leren gaat op een of andere manier levenslang door.<br />

Vanuit dit gezichtspunt is het curriculum van de school als instelling bedoeld om bij de leerder een<br />

meertalige en multiculturele competentie te ontwikkelen die aan het einde van de schooltijd de vorm<br />

kan aannemen van gedifferentieerde profielen die afhangen van de individuele leerders en de leerpaden<br />

die zij hebben gevolgd. Het is duidelijk dat de vorm van deze competentie niet onveranderlijk is en dat<br />

de persoonlijke en professionele ervaringen van elk sociaal wezen na de schooltijd, de richting waarin<br />

zijn of haar leven zich ontwikkelt, haar verder doen evolueren en haar evenwicht zullen veranderen<br />

door verdere ontwikkeling, reductie en hervorming. Hierbij spelen onder meer volwassenenonderwijs<br />

en vervolgopleidingen een rol. Drie complementaire aspecten verdienen in dit verband aandacht.<br />

<strong>Gemeenschappelijk</strong> <strong>Europees</strong> <strong>Referentiekader</strong> <strong>voor</strong> <strong>Moderne</strong> Vreemde Talen: Leren, Onderwijzen, Beoordelen 155

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!