Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...
Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...
Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
evindt en Threshold halverwege het niveau Vantage, leert de ervaring met bestaande schalen dat leerders<br />
meer dan tweemaal zoveel tijd nodig hebben om Threshold te bereiken vanuit Waystage als zij nodig<br />
hadden om Waystage te bereiken. Vervolgens hebben zij waarschijnlijk meer dan tweemaal zoveel tijd<br />
nodig om van Threshold naar Vantage te gaan als ze nodig hadden om Threshold vanuit Waystage te bereiken,<br />
ook al lijken alle niveaus op gelijke afstanden van elkaar te liggen. Dit komt door de noodzakelijke<br />
verbreding van het bereik van activiteiten, vaardigheden en taal die ermee gepaard gaat, een realiteit die<br />
vaak wordt weergegeven als een ijshoorntje, een driedimensionale kegel die breder wordt aan de bovenkant.<br />
Men dient daarom uiterst terughoudend te zijn wanneer men een niveauschaal wil gebruiken om<br />
de ‘gemiddelde leertijd’ te berekenen waarin bepaalde doelstellingen kunnen worden bereikt.<br />
2.3 Talen leren en onderwijzen<br />
2.3.1<br />
Omschrijvingen van doelstellingen zeggen niets over de processen die er<strong>voor</strong> zorgen dat leerders<br />
in staat zijn op de vereiste wijze te handelen, of over de processen waardoor zij de competenties<br />
ontwikkelen die de handelingen mogelijk maken. Ze zeggen niets over de manieren waarop docenten/leerkrachten<br />
de processen van taalverwerving en taalleren faciliteren. Maar omdat het een van de<br />
belangrijkste functies van het <strong>Referentiekader</strong> is om te bevorderen dat alle partners in het proces van<br />
talen leren en onderwijzen anderen zo helder mogelijk informeren, niet alleen over hun doelstellingen<br />
maar ook over de methoden die zij toepassen en de resultaten die zij werkelijk hebben bereikt, lijkt het<br />
duidelijk dat het <strong>Referentiekader</strong> niet beperkt mag blijven tot de kennis, vaardigheden en attitudes die<br />
leerders moeten ontwikkelen om te kunnen optreden als competente taalgebruikers, maar zich ook<br />
moet bezighouden met de processen waardoor talen worden verworven en geleerd, en met de methodologie<br />
van het onderwijzen. Deze zaken komen aan de orde in hoofdstuk 6 5 .<br />
2.3.2<br />
De rol van het <strong>Referentiekader</strong> met betrekking tot taalverwerving, leren en onderwijzen moet echter<br />
nogmaals worden verduidelijkt. In overeenstemming met de basisbeginselen van de pluriforme<br />
democratie is het <strong>Referentiekader</strong> niet alleen bedoeld om alomvattend, transparant en coherent te<br />
zijn, maar ook open, dynamisch en ondogmatisch. Om die reden kan het ook geen standpunt <strong>voor</strong> of<br />
tegen innemen in actuele theoretische discussies over de aard van taalverwerving en de relatie met het<br />
leren van talen. Evenmin mag het één bepaalde benadering van taalonderwijs belichamen ten koste<br />
van andere benaderingen. De juiste rol van het <strong>Referentiekader</strong> bestaat eruit allen die als partners zijn<br />
betrokken bij het proces van talen leren/onderwijzen aan te moedigen zo expliciet en transparant<br />
mogelijk hun eigen theoretische basis en praktijkprocedures te verantwoorden. Om deze rol te kunnen<br />
vervullen legt het <strong>Referentiekader</strong> parameters, categorieën, criteria en schalen vast die gebruikers<br />
kunnen benutten en die hen mogelijk stimuleren om een breder scala aan mogelijkheden te overwegen<br />
dan <strong>voor</strong>heen of om niet ter discussie staande aannames over de traditie waarin zij werken in twijfel te<br />
trekken. Dit wil niet zeggen dat dergelijke aannames onjuist zouden zijn, maar alleen dat iedereen die<br />
verantwoordelijk is <strong>voor</strong> planning zou moeten profiteren van heronderzoek van theorie en praktijk<br />
waarin zij rekening kunnen houden met beslissingen die andere beoefenaren hebben genomen in hun<br />
eigen land en in het bijzonder in andere Europese landen.<br />
Een open, ‘neutraal’ referentiekader houdt natuurlijk niet in dat er geen beleid zou zijn. Door zo’n<br />
<strong>Referentiekader</strong> te verschaffen distantieert de Raad van Europa zich op geen enkele wijze van de beginselen<br />
zoals geformuleerd in hoofdstuk 1 van dit document en in de Aanbevelingen R (82) 18 en R (98) 6<br />
van de Raad van Ministers aan de lidstaten.<br />
2.3.3<br />
De hoofdstukken 4 en 5 gaan <strong>voor</strong>namelijk over de acties en competenties waarover de gebruiker/<br />
leerder van een bepaalde taal moet beschikken om te kunnen communiceren met andere gebruikers<br />
van die taal. Een groot deel van hoofdstuk 6 6 heeft betrekking op manieren waarop de nodige vermogens<br />
kunnen worden ontwikkeld en waarop die ontwikkeling kan worden bevorderd. In hoofdstuk<br />
7 7 wordt de rol van taken in het gebruik en leren van talen nader onder de loep genomen. De volle-<br />
5. zie voetnoot 1<br />
6. zie voetnoot 1<br />
7. zie voetnoot 1<br />
20<br />
<strong>Gemeenschappelijk</strong> <strong>Europees</strong> <strong>Referentiekader</strong> <strong>voor</strong> <strong>Moderne</strong> Vreemde Talen: Leren, Onderwijzen, Beoordelen