20.01.2014 Views

Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...

Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...

Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Gebruikers van het <strong>Referentiekader</strong> zouden kunnen overwegen en, indien van toepassing, vermelden:<br />

• in welke mate welke vaardigheden vereist zijn <strong>voor</strong> de bevredigende uitvoering van de communicatieve taken die de<br />

leerder geacht wordt op zich te nemen,<br />

• welke vaardigheden mogen worden <strong>voor</strong>ondersteld en welke zullen moeten worden ontwikkeld;<br />

• welke naslagmiddelen de leerder doeltreffend zal moeten kunnen gebruiken.<br />

4.6 Teksten<br />

Zoals in hoofdstuk 2 is uitgelegd, wordt onder ‘tekst’ elk stuk taal verstaan, gesproken of geschreven,<br />

dat taalgebruikers/leerders ontvangen, <strong>voor</strong>tbrengen of uitwisselen. Dit betekent dat er geen talige<br />

communicatie kan plaatsvinden zonder tekst; alle taalactiviteiten en -processen worden geanalyseerd<br />

en geclassificeerd in termen van de verhouding tussen de gebruiker/leerder (en eventuele gesprekspartners)<br />

en de tekst, ongeacht of deze wordt beschouwd als een eindproduct, een artefact, dan wel<br />

als een doel of als een product dat wordt uitgewerkt. Deze activiteiten en processen worden tamelijk<br />

gedetailleerd beschreven in de paragrafen 4.4 en 4.5. Teksten kunnen verschillende functies hebben in<br />

het sociale leven en leiden tot dienovereenkomstige verschillen in vorm en inhoud. Voor verschillende<br />

doeleinden worden verschillende media gebruikt. Verschillen in medium, doelstelling en functie leiden<br />

tot dienovereenkomstige verschillen in de context van de boodschap en in de organisatie en presentatie<br />

ervan. Daarom kunnen teksten worden onderverdeeld in verschillende tekstsoorten die tot verschillende<br />

genres behoren. Zie ook paragraaf 5.2.3.2 over macrofuncties.<br />

4.6.1 Teksten en media<br />

Iedere tekst wordt gedragen door een bepaald medium, gewoonlijk geluidsgolven of beschreven artefacten.<br />

Er kunnen subcategorieën worden vastgesteld aan de hand van de fysieke eigenschappen van het<br />

medium die de processen van productie en receptie beïnvloeden, <strong>voor</strong> spraak bij<strong>voor</strong>beeld rechtstreeks<br />

spreken op korte afstand tegenover een publieke toespraak of een telefoongesprek, en <strong>voor</strong> schrift bij<strong>voor</strong>beeld<br />

drukwerk tegenover schuinschrift of verschillende scripts. Om te kunnen communiceren<br />

via een bepaald medium moeten gebruikers/leerders beschikken over het noodzakelijke sensorische en<br />

motorische apparaat. In het geval van spraak moeten zij in de gegeven omstandigheden goed kunnen<br />

horen en een goede beheersing hebben van de klankvormings- en uitspraakorganen. In het geval van<br />

gewoon schrijven moeten zij met de nodige scherpte kunnen zien en beheersing hebben over hun<br />

handen. Vervolgens moeten zij over de kennis en vaardigheden beschikken, elders beschreven, om aan<br />

de ene kant de tekst te herkennen, begrijpen en interpreteren, of aan de andere kant deze te organiseren,<br />

formuleren en produceren. Dit geldt <strong>voor</strong> elke tekst, ongeacht de aard.<br />

Het <strong>voor</strong>gaande hoeft mensen met leermoeilijkheden of sensorische/motorische beperkingen er niet<br />

van te weerhouden vreemde talen te leren of te gebruiken. Er zijn apparaten ontwikkeld, van eenvoudige<br />

hoortoestellen tot met het oog bediende spraakcomputers, waarmee zelfs de ernstigste sensorische<br />

en motorische problemen te overkomen zijn. Ook het gebruik van de juiste methoden en strategieën<br />

maakt dat jonge mensen met leermoeilijkheden met opvallend succes waardevolle doelstellingen in<br />

vreemde talen kunnen bereiken. Liplezen, het gebruik van restanten van het gehoor en fonetische training<br />

stellen doven en slechthorenden in staat mondelinge communicatie op hoog niveau te realiseren<br />

in een tweede of vreemde taal. Met de nodige vastbeslotenheid en aanmoediging beschikken mensen<br />

over een buitengewoon vermogen om belemmeringen in de communicatie en in de productie en het<br />

begrip van teksten te overwinnen.<br />

In beginsel kan elke tekst worden overgedragen door elk medium. In de praktijk zijn medium en<br />

tekst echter veel nauwer met elkaar verbonden. Schrift draagt meestal niet de volledige betekenisvolle<br />

fonetische informatie die door spraak wordt overgedragen. Alfabetisch schrift geeft meestal geen stelselmatige<br />

prosodische informatie (zoals klemtoon, intonatie, pauzes, stilistische reductie, enzo<strong>voor</strong>t).<br />

Medeklinker- en logografisch schrift nog minder. Paralinguïstische kenmerken zijn meestal helemaal<br />

niet vertegenwoordigd in het schrift, al kan er natuurlijk wel naar verwezen worden in de tekst van een<br />

roman, toneelstuk, enzo<strong>voor</strong>t. Ter compensatie worden bij schrijven paratekstuele kenmerken gebruikt,<br />

die zijn gebonden aan een ruimtelijk medium en niet beschikbaar zijn bij het spreken. Bovendien legt<br />

88<br />

<strong>Gemeenschappelijk</strong> <strong>Europees</strong> <strong>Referentiekader</strong> <strong>voor</strong> <strong>Moderne</strong> Vreemde Talen: Leren, Onderwijzen, Beoordelen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!