Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...
Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...
Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>voor</strong> de desbetreffende niveaus. Daarom kunnen ze worden gebruikt zowel bij het opstellen een checklist<br />
<strong>voor</strong> een bepaald niveau, bij sommige versies van de Taalportfolio, alsook om waarderingsschalen<br />
of rasters te produceren die alle relevante niveaus omvatten ( zoals te zien is in hoofdstuk 3, <strong>voor</strong> zelfbeoordeling<br />
in tabel 2 en <strong>voor</strong> beoordeling door een examinator in tabel 3.)<br />
9.3.10 Indruksoordeel/gefundeerd oordeel<br />
Indruksoordeel: volledig subjectief oordeel dat berust op observatie van taalgedrag in de klas van de<br />
leerder, zonder hierbij specifieke criteria uit een specifieke toets te betrekken.<br />
Gefundeerd oordeel: oordeel waarbij de subjectiviteit van de individuele beoordelaar wordt beperkt door de<br />
indruk aan te vullen met een bewuste toetsing aan de hand van specifieke criteria.<br />
We spreken hier van ‘indruk’ wanneer docenten/leerkrachten hun waardering uitsluitend op observatie<br />
van taalgedrag in de klas, huiswerk, enzo<strong>voor</strong>t. Vele vormen van subjectieve waardering, met name<br />
die welke gehanteerd worden bij permanente toetsing, gaan gepaard met het kwantificeren van een<br />
indruk op basis van reflectie of geheugen, eventueel toegespitst op bewuste observatie van de betrokken<br />
persoon gedurende een periode. Zeer veel schoolsystemen werken op deze basis.<br />
Met de term ‘gefundeerd oordeel’ wordt hier bedoeld de situatie waarin een indruk wordt gefundeerd<br />
waardoor d.m.v. een toetsbenadering een weloverwogen oordeel ontstaat. Een dergelijke methode<br />
veronderstelt (a) een toetsing volgens een bepaalde procedure, en/of (b) een reeks gedefinieerde criteria<br />
die onderscheid maken tussen de verschillende scores of cijfers, en (c) een bepaalde vorm van training<br />
op het gebied van standaardisering. Het <strong>voor</strong>deel van de gefundeerde toetsingsmethode is dat als op<br />
deze wijze een gemeenschappelijk referentiekader <strong>voor</strong> de groep beoordelaars wordt opgesteld, de<br />
consistentie van de oordelen aanmerkelijk kan worden verhoogd. Dit is met name het geval als ‘benchmarks’<br />
<strong>voor</strong>handen zijn in de vorm van <strong>voor</strong>beelden van taalgedrag en vaste koppelingen naar andere<br />
systemen. Hoe belangrijk een dergelijke sturing is blijkt uit het feit dat multidisciplinair onderzoek<br />
herhaaldelijk heeft uitgewezen dat met ongefundeerde oordelen de verschillen in strengheid van de<br />
beoordelaars bijna net zo zwaar wegen in de toetsing van leerders als feitelijke verschillen in vaardigheid,<br />
waardoor resultaten vrijwel uitsluitend op toeval berusten.<br />
De schalen met descriptoren <strong>voor</strong> de gemeenschappelijke referentieniveaus kunnen worden benut om<br />
een reeks gedefinieerde criteria op te stellen zoals beschreven bij (b) hierboven, of om de normen die<br />
<strong>voor</strong>tvloeien uit bestaande criteria uit te drukken in termen van de gemeenschappelijke niveaus. In de<br />
toekomst kan standaardiseringstraining worden ondersteund met <strong>voor</strong>beelden van taalgedrag op verschillende<br />
gemeenschappelijke referentieniveaus.<br />
9.3.11 Globaal/analytisch<br />
Globale toetsing is het vellen van een algemeen samenvattend oordeel. Verschillende aspecten worden<br />
intuïtief gewogen door de beoordelaar.<br />
Bij analytische toetsing worden verschillende aspecten afzonderlijk bekeken.<br />
Er zijn twee manieren waarop dit onderscheid kan worden gemaakt: (a) in termen van waar aandacht<br />
aan wordt gegeven; (b) in termen van hoe een niveaugroep, cijfer of score tot stand komt. Systemen<br />
combineren een analytische methode op het ene niveau soms met een holistische methode op een<br />
ander niveau.<br />
a) Wat te beoordelen: sommige methoden beoordelen een globale categorie zoals ‘spreken’ of ‘interactie’,<br />
waarbij één score of cijfer wordt toegekend. Bij andere, meer analytische systemen moet de<br />
beoordelaar aparte waarderingen toekennen aan een aantal op zichzelf staande aspecten van taalgebruik.<br />
Bij weer andere methoden moet de beoordelaar een globale indruk noteren, aan de hand van<br />
verschillende categorieën analyseren en vervolgens komen tot een onderbouwd holistisch oordeel.<br />
Het <strong>voor</strong>deel van de afzonderlijke categorieën bij een analytische methode is dat ze de beoordelaar<br />
stimuleren om scherp te observeren. Ze bieden een metataal <strong>voor</strong> onderhandeling tussen beoordelaars,<br />
en <strong>voor</strong> feedback aan leerders. Het nadeel is dat telkens weer blijkt dat beoordelaars er moeite<br />
mee hebben om de categorieën gescheiden te houden van een holistisch oordeel. Ook krijgen ze te<br />
maken met cognitieve overbelasting wanneer ze meer dan vier of vijf categorieën moeten hanteren.<br />
b) Berekenen van het resultaat: sommige methoden zetten geobserveerde prestaties op globale wijze af<br />
tegen descriptoren op een waarderingsschaal, of de schaal nu globaal (één overkoepelende schaal) of<br />
<strong>Gemeenschappelijk</strong> <strong>Europees</strong> <strong>Referentiekader</strong> <strong>voor</strong> <strong>Moderne</strong> Vreemde Talen: Leren, Onderwijzen, Beoordelen 169