Tijdschrift voor vroedvrouwen - Enzu - Vlaamse Organisatie van ...
Tijdschrift voor vroedvrouwen - Enzu - Vlaamse Organisatie van ...
Tijdschrift voor vroedvrouwen - Enzu - Vlaamse Organisatie van ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
TIJDSCHRIFT VOOR VROEDVROUWEN<br />
194<br />
opdracht <strong>van</strong> deze gezondheidswerkers.<br />
Wanneer het informatieverstrekking betreft, geven zowel<br />
lang- als kortvoedsters aan dat ze <strong>voor</strong>al informatie krijgen<br />
<strong>van</strong> de verpleegkundigen <strong>van</strong> Kind en Gezin en de vroedvrouw<br />
in de materniteit. Langvoedsters stellen bovendien vaker dan<br />
kortvoedsters dat ze informatie krijgen <strong>van</strong> de vroedvrouw<br />
thuis en <strong>van</strong> de arts <strong>van</strong> Kind en Gezin, maar minder vaak<br />
dat ze geïnformeerd worden door hun gynaecoloog en de<br />
vroedvrouw in de materniteit. In dit verband verwijzen we<br />
naar de hypothese dat het aandeel moeders dat thuis of met<br />
kort ziekenhuisverblijf bevalt verhoudingsgewijs hoger zal<br />
liggen bij langvoedsters dan bij kortvoedsters. Dit biedt een<br />
mogelijke verklaring <strong>voor</strong> het feit dat langvoedsters vaker<br />
informatie krijgen <strong>van</strong> de vroedvrouw thuis en minder vaak<br />
<strong>van</strong> de gynaecoloog en de vroedvrouw in de materniteit.<br />
Daarnaast blijken langvoedsters vaker dan kortvoedsters zelf<br />
op zoek te gaan naar informatie in boeken, tijdschriften<br />
en brochures, en nemen ze ook vaker contact op met een<br />
borstvoedingsvereniging. Er werd eveneens gevraagd of de<br />
informatie <strong>van</strong> gezondheidswerkers de moeders ook had<br />
geholpen om langer te voeden. Hierbij blijkt zowel <strong>voor</strong> kortals<br />
langvoedsters <strong>voor</strong>al de informatie <strong>van</strong> de vroedvrouw<br />
aan huis erg nuttig te zijn. Deze bevinding geeft aan dat een<br />
degelijke ondersteuning <strong>van</strong> moeders erg belangrijk is, en<br />
bij<strong>voor</strong>beeld een continue begeleiding (minstens 6 maanden)<br />
waarbij ook na de kraamperiode borstvoedingsinformatie<br />
wordt gegeven, aanbevolen is. In dit verband wordt daarom<br />
geadviseerd om borstvoedingsbegeleiding op te nemen in de<br />
nomenclatuur, en dit gedurende een voldoende lange periode<br />
na de bevalling.<br />
Verder zeggen langvoedsters ook vaker dan kortvoedsters dat<br />
de prenatale infosessies hen geholpen hebben om langer te<br />
voeden. Vrouwen reeds <strong>voor</strong> of tijdens de zwangerschap goed<br />
informeren over borstvoeding blijkt dus nogmaals <strong>van</strong> belang.<br />
Financiële ondersteuning <strong>van</strong> de prenatale infosessies <strong>van</strong>uit<br />
de overheid is dan ook wenselijk. Op deze manier worden<br />
er meer middelen beschikbaar gesteld <strong>voor</strong> het organiseren<br />
<strong>van</strong> deze sessies en kunnen er bijkomende inspanningen<br />
gedaan worden om een zo groot mogelijke groep zwangeren<br />
te bereiken. Het stimuleert bovendien om te waken over<br />
de kwaliteit <strong>van</strong> de informatie die over borstvoeding wordt<br />
verspreid.<br />
Een laatste aspect met betrekking tot de begeleiding door<br />
gezondheidswerkers betreft de eenduidigheid <strong>van</strong> de adviezen<br />
die door verschillende ( groepen ) gezondheidswerkers<br />
worden gegeven. Ongeveer 1 op 3 kort - en langvoedsters<br />
stelt soms of vaak te maken te hebben met tegenstrijdige<br />
adviezen. Hoewel op dit vlak geen significante verschillen<br />
naar borstvoedingsduur werden vastgesteld, mag verwacht<br />
worden dat tegenstrijdigheden moeders onzeker maken en<br />
het vertrouwen in hun lactatiecapaciteiten hierdoor wordt<br />
afgeremd. Binnen de gezondheidszorg blijkt het dan ook<br />
<strong>van</strong> onmiskenbaar belang om te werken aan éénsluitende,<br />
wetenschappelijk onderbouwde adviezen over de verschillende<br />
aspecten <strong>van</strong> borstvoeding. Dit kan door het uitwerken <strong>van</strong><br />
richtlijnen die ondersteund worden door de verschillende<br />
instanties en gelden <strong>voor</strong> alle gezondheidswerkers.<br />
Uit de interviews met kansarme moeders blijkt dat kansarme<br />
gezinnen in zeer beperkte mate een beroep doen op hulp<br />
<strong>van</strong> gezondheidswerkers. Ze worden vaak enkel bereikt door<br />
de regioverpleegkundige <strong>van</strong> Kind en Gezin. Daarom is het<br />
aanbevolen dat gezondheidswerkers extra inspanningen<br />
zouden leveren om kansarme gezinnen beter te bereiken,<br />
zodat ook zij degelijk geïnformeerd en ondersteund kunnen<br />
worden door hun huisarts, gynaecoloog, pediater of<br />
vroedvrouw.<br />
4. BESLUIT<br />
De onderzoeksresultaten tonen aan dat langvoedsters op<br />
een aantal punten verschillen <strong>van</strong> kortvoedsters. Zowel<br />
op socio - demografisch vlak als op het vlak <strong>van</strong> attitude,<br />
intentie, beleving, sociale omgeving, arbeid en invloed<br />
<strong>van</strong> gezondheidswerkers werden verschillen opgetekend.<br />
De vastgestelde invloeden <strong>van</strong> deze factoren op de<br />
borstvoedingsduur roepen op tot beleidsmaatregelen ter<br />
bevordering <strong>van</strong> een borstvoedingsvriendelijk klimaat<br />
en dit op verschillende niveaus. Allereerst is op het ruime<br />
maatschappelijke vlak een algemene sensibilisering wenselijk.<br />
Wanneer de hele samenleving geïnformeerd wordt over de<br />
<strong>voor</strong>delen <strong>van</strong> (lang) borstvoeding geven draagt dit bij tot<br />
het normaliseren <strong>van</strong> borstvoeding en voelen langvoedsters<br />
zich minder vaak een uitzondering. Wanneer de duur <strong>van</strong> de<br />
thuisblijfperiode na de bevalling een belangrijke determinant<br />
<strong>voor</strong> de borstvoedingsduur blijkt, is een verlenging <strong>van</strong><br />
de moederschapsrust tot zes maanden een aangewezen<br />
beleidsoptie.<br />
Daarnaast is een belangrijke taak weggelegd <strong>voor</strong> de<br />
gezondheidswerkers. Correcte kennis en een ondersteunende<br />
houding bij gezondheidswerkers die in contact komen met<br />
zwangere vrouwen en jonge moeders zijn onontbeerlijk<br />
wanneer we lang voeden wensen te stimuleren. Een eigen<br />
bevraging <strong>van</strong> de kennis over borstvoeding bij 9 groepen<br />
gezondheidswerkers (huisartsen, gynaecologen, pediaters,<br />
<strong>vroedvrouwen</strong> en kraamverzorg(st)ers in de thuiszorg,<br />
regioverpleegkundigen <strong>van</strong> Kind & Gezin, verantwoordelijken<br />
en kinderverzorg(st)ers <strong>van</strong> een erkend kinderdagverblijf en<br />
op<strong>van</strong>gouders) legt overigens belangrijke lacunes bloot (nvdr:<br />
verschenen in TVV5 – 2006). Bijscholing over borstvoeding,<br />
met specifieke aandacht <strong>voor</strong> de thema’s die als onvoldoende<br />
gekend naar voren komen, dringt zich dan ook op.<br />
De volledige onderzoeksresultaten werden gebundeld<br />
in het boek ‘Succesvol borstvoeding geven in<br />
Vlaanderen. Kan het’<br />
Dit boek is <strong>voor</strong> de prijs <strong>van</strong> 20 euro te verkrijgen op<br />
onderstaand adres:<br />
De Bakermat vzw<br />
Redingenstraat 27<br />
3000 Leuven<br />
Tel: 016/20 77 40<br />
debakermat@debakermat.be