Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
254<br />
b - In bet vroege vo'.>rJaar . van 1863 waren de weilanden d<br />
he< geheel verkreeg men sleehts t'1~~~i;~~ j~te;· stilstand in den groei, terwijl de hoogere ::.:i:~~s':. e;,.:<br />
oed bezet. De schrale weêrsges e weini voeder voor het vee gaven.<br />
finnen velden door de langdurige h!'ro~!':e';:~ti~:de;;.:,:enten ~eel door de veldmhuis ve.~ni~~n w~:~st~;:n :~~<br />
ven de uiterwaarden ' waar ec . . d hooioogst duur verpac te wei an '<br />
'f.'t ar veel hooi van uitmuntende hoedarughe•d. De na . e? van de Veluwe de hooihandel van groot belang,<br />
::.•den regen in den herfst. Te Nijkerk was ~~.:o:::e:~:;rd. Men schrijft 'ulks toe aan het ~U.lukht; :':.':<br />
daar met 131 schepen ruim 1,000,000 ned. P· J . g In het voorjaar van 1864 was de groe• van g d<br />
hooioo t onder Bunschoten door de overstroommg. minderde al meer en meer door de toenemen e<br />
:::r het k':de en schrnle weder 'eer slecht. Het gras ~~re streken groot gebrek aan veevoeder heerschte.<br />
droogte, 'oodat de weilande~ v~rdo~e~•~::::s:; ••\:..n slechts een half gewas. ~· be~~ ~~:::r:<br />
!:~!~oi';:, ~ 0 ": 01 ~';;o:'me~~ 4~:.o ned. p. de binn•:•l;t;: ::w:Î~~:, 0~ij d;;:~:~:..;:;'~ nan gras duur<br />
heid v.! het hooi, voorspoedig ingeoogst, w7l~chte\fin 'september na het vallen van genoegramen . 7;;<br />
verpacht , stonden eerst zeer slecht, doch he hadden,<br />
door gebrek aan vocht en warmte, de weilanden weinig groeikracht en waren het geheele jaar schraal.<br />
In de provincie Utrecht hebben in 1863 de knollen door den regen in September en de aardvloo veel geleden<br />
en een slech !en oogst gegeven. Het soesterknollenland gaf 7 O, Maartensdijk , Wouden berg en Eemnes 50 ,<br />
Baarn 48, Amersfoort slechts 07 m. p. h" In verscheiden gemeenten werden de knollen enkel tot stalvoeder<br />
gebruikL Ook in 1864 verkreeg men door koude en droogte een slecht gewas. De knollen begonnen eerst tegen<br />
November goed te groeijen en hadden later veel van nachtvorsten te lijden. Het zoogenaamde knollenland strekt zich<br />
uit over de gemeen ten H ufaen , Blaricum, Naarden en Laren in N oordholland , Soest met 700, Amersfoort mett 58<br />
en Leusden met 140 b. ;. Utrecht. - De wortelgewassen hebben in 1863 door het koude voorjaar geleden en<br />
gaven slechts eene matige opbrengst. Ook in 1864 hebben zij door langdurige koude en regen slechts eene<br />
matige opbrengst gegeven. ])e mangel- en witte wortelen waren heter dan de gele, welke laatste veel door<br />
het ongedierte werden benadeeld. - Wikken en lin,en gaven in 1863 een matigen oogst, terwijl zij in 186><br />
goed zijn opgekomen , doch gedurende de inoogsting eenigûns van den regen leden. - De spurrie gaf in 1863<br />
een matig, in 1864 een slecht gewas. Zij is in dat jaar op verscheiden plaatsen geheel mislukt. - De klaver<br />
werd in 1863 onder gunstige omstandigheden ingeoogst en gaf eene "'er voldoende opbrengst; in 1864 ;,, zij<br />
over het algemeen slecht gelukt en moest op verscheiden plaatsen , wegens het nadeel door de aardvloo toegehragt,<br />
worden omgeploegd. Slech ta in enkele streken was de ophrengst voldoende , waar "1r, 9,000 ned. p.<br />
p. b. werd verkregen. - De hooioogst viel in 1863 nog nl mede , hoewel hij zich aanvankeljjk slecht liet aanzien.<br />
Op de lage landen was, vooral in den voorzomer, het gras zeer schraal ; op de hooge goed bezet en<br />
voldoende voor het vee. In 1864 was de oogst ongunstig. Het gras was in den voor- en nazomer ongenoeg.aam<br />
voor het vee en door de aanhoudende droogte slecht gegfoeid, hetgeen op de melkerij nadeelig heeft gewerkt.<br />
De lage hooilanden gaven slechts 2,500 ned. p. p. b" de hooge veel minder. Men verkreeg te Jutphaas slechts<br />
4,500 tot 5,000 ned. p. p. h" tegen 9,500 in 1863. De hoogste opbrengst werd in 1864 verkregen onder<br />
Driebergen en Rijsenburg 6,000 ned. p. p. h" De graslanden besloegen eeue oppervlakte van 56,885 b. in 1863<br />
en 57,û93 in 1864 , waarvan 34,956 en 35,376 wei-, 2f,ü29 en 22,317 hooiland.<br />
In Friesland zijn de mangelwortelen in 1863 goed geslaagd. De verbouw neemt van jaar tot janr af. Ook<br />
de knollen worden weinig en enkel als tweede vrucht verbouwd en de overige wortelen bijna nitsluitend als<br />
tuinvrucht. De" gewassen hebben in 1863 door de koude weê"gesteldheid van den nn'°mer weinig gegeven;<br />
zelfs rijn de zandrapen geheel mislukt. Met dit laatste gewus was 'ulks ook het geval in 186•; 'ij gaven in<br />
dat jaar, ook op die plaatsen waar zij het best slaagden, een sober gewas. De koolrapen · gaven in 1864 een<br />
gewonen oogst. - In het kanton Hindelopen wordt nog al spurrie verbouwd. Zij;,, in 1864 op de zandgronden<br />
geheel verdroogd, doch op de lagere beter geslaagd , 'oodat men het vee op stal een geruimen tijd kon voêren. -<br />
Van klaver ;,, de roode in 1863 beter dan de witte geslaagd. De drooge zomer en het welig gewas van de<br />
granen, tusschen welke de klaver was gezaaid, hebben, met uitzondering van de landen onder Dokkum en<br />
Bolswa•-d , ongunstig gewerkt op de ontwikkeling der uitge"aide klaver, zoodat van de overjaarsche of witte ,<br />
die tot veevoeder dient, weinig overbleef en slechte weinig perceel en tot zaad winning bestemd hieven , die een<br />
redelijk zasdbeschot en ongeveer 4 tot 5 m. p. b. hebben gegeven. De roode of spaansche kan driemalen worden<br />
gesneden. In 186' gaf door de aanhoudende koude in het voorjaar en in den 'omer de klaver sleehts een ,eer<br />
matig, hier en daar zelfs een slecht gewas. Door de schaarschte van het gras werden weinig klaverlanden voor<br />
de '"adwinning '"'ngelegtl , maar vele perceel en afgeweid of voor. stal voedering af gesneden. De weêrsgesteldheid<br />
oefende geen nadeeligen invloed uit op de 'aadopbrengst, die 'elfs onder Berlikum buitengewoon groot -<br />
en soms 8 m. p. b. bedroeg. - Iu 1863 stonden de hooilanden in het voorjaar zeer goed en gaven een voldoend<br />
voedsel voor het vee. Door het koude weder in Mei werd de groei zeer belemmerd. waardoor de hooioogst<br />
slechts eene matige hoeveelheid gaf van uitnemende hoedanigheid. Het meest werd ingerameld op die landen waar<br />
het laatst werd gemaaid , die ûch door de laat ingevallen regens vrij goed herstelden. In het najaar was op<br />
vele plaatsen , vom-al op de hooge landen , gebrek aan gras , '°odat men veel vee moest verknopen , waardoor<br />
de markt ove•~oe•'