10.12.2016 Views

Netherlands Yearbook - 1868_ocr

Netherlands Yearbook - 1868_ocr

Netherlands Yearbook - 1868_ocr

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

\<br />

76<br />

Voor de vormleer dienen meest de handleidingen van BouMAN en STRATEMEIJER tot leiddraad. Op de behandeling<br />

dier leer valt over het .algemeen niet te roemen, daar verscheiden onderwijzers geene juiste voorstelling<br />

hebben van het doel der vormleer als leervak der lagere school en geene geschiktheid bezitten om een<br />

vormend onderwijs te geven, dat door de leerlingen met belangstelling en genoegen wordt bijgewoond. Door<br />

het aanschaffen van de noodige stellen figuren wordt echter hier en daar het onderwijs beter. Waar de gemeente<br />

besturen met de aanschaffing· Z\varig·heid maken, behelpen zich de onderwijzers met bordpapieren figuren.<br />

Aan de openbare scholen te Amsterdam zijn thans stellen uitgereikt, waarvan zooveel mogelijk de zijden der<br />

grondvlakten en hoogten gelijk zijn en die zwart zijn geschilderd , ten einde verklarende lijnen of cijfers met<br />

krijt te kunnen aangeven.<br />

Bij de beoefening der N ederlandsche taal treedt de spelling, de redekundige ontleding en het van buiten<br />

leeren van definitien ·nog te veel op den voorgrond en wordt te weinig gelet op het juist uitdrukken der gedachten<br />

door het maken van opstellen over eenvoudige onderwerpen.<br />

Door het aanschaffen van landkaarten is in de laatste jaren het onderwijs in de aardrijkskunde veel verbeterd.<br />

Over het algemeen houden de leerlingen zich gaarne met dit vak bezig. Vele onderwijzers missen nogtans<br />

de geschiktheid om den dorren inhoud der schoolboekjes op doeltreffende wijze bij de les aan te vullen. Ook<br />

bepaalt zich dit onderwijs te veel tot de staatkundige aardrijksbeschrijving, waardoor het minder onderhoudend<br />

en ontwikkelend wordt. Op sommige welingerigte scholen van Gelderland worden de leerlingen met goed gevolg·<br />

in het teekenen van landkaarten geoefend. Het schetsen en kleuren van kaarten geschiedt vrij algemeen. Bijna<br />

overal ontbreken nog aardbollen en wordt g·een werk gemaakt van de wis- en natuurkundige aardrijksbeschr~jving.<br />

Over het algemeen wordt het onderwijs in de geschiedenis op te groote schaal begonnen , zoodat bijv. de<br />

grafelijke stamhuizen met. te veel uitvoerigheid worden behandeld en aan de kennis van latere tijdvakken geene<br />

zorg wordt gewijd. Op vele scholen worden op weinig doeltreffende wijze jaartallen van buiten geleerd. Algemeene<br />

geschiedenis wordt slechts op weinig·e gewone lagere scholen behandeld en bepaalt zich bijna uitsluitend<br />

tot de scholen voor meer uitgebreid lager onderwijs.<br />

Het onderwijs in de kennis van de natuur is aan de scholen toegenomen , hoewel dikwijls een aanschouwelijk<br />

onderwijs ontbreekt. Op vele plaatsen heerscht nog eene onverschilligheid omtrent dit vak en zelfs tegenwerking.<br />

In die scholen, \vaar schetsen uit de dagelijksche omgeving op het gebied der drie natuurrijken worden gegeven,<br />

bedient men zich van de afbeeldingen van HELGE. Op andere scholen bepaalt zich het onderwijs tot het lezen<br />

van een werkje.<br />

Praktische beoefening· van het zingen wordt overal, theoretische slechts bij uitzondering aangetroffen. Aan<br />

Yele scholen worden twee- en driestemmige liederen met gevoel en zuiver voorgedragen.<br />

Het onderwijs in de levende talen blijft het hoofddoel van het meer uitgebreid lager onderwijs. Het fransch<br />

wordt het meest beoefend. Waar vreemdelingen uitsluitend onderwijs in hunne moedertaal verstrekken, worden<br />

llie talen vrij goed onderwezen. Over het algemeen laat dit onderwijs veel te wenschen over, vooral wat de<br />

uitspraak betreft en bepaalt het zich tot de regelen der spraakkunst, het maken van vertalingen en eenige<br />

oefeningen in het spreken. Behandeling der letterkunde is uitzondering. Vooral is dit onderwijs onvoldoende<br />

op die scholen waar één onderwijzer alle vakken moet behandelen. De onderwijzeressen munten dikwerf in<br />

bekwaamheid uit boven het mannelijk personeel.<br />

Over het onderwijs in de wiskunde aan de lagere school is het oordeel niet ongunstig· , daar vooral de jongere<br />

onderwijzers veel opgewektheid tot dat vak bezitten. Vooral de normaallessen dragen bij om de kweekelingen<br />

met de wiskunde, voor zooverre zij bij het rekenen hun te pas komt , bekend te maken.<br />

De ltmdbouwkuncle verdient voor alsnog bijna geene vermelding· als leervak op de lagere school. Zij is slechts<br />

op twee scholen in Zeeland, op ééne in Friesland en op de school N eerlandsch Mettray in Gelderland als<br />

leervak opgenomen.<br />

'l'oenemend wordt de g·ymnastiek beoefend, minder als vak der lagere school, dan als bijzondere inrigtingen<br />

buiten de gewone schooluren. Als leerplan is dit vak slechts in weinig scholen opgenomen. Daar bijna in alle<br />

grootere gemeenten bijzondere gymnastiek scholen aanwezig zijn , geven verscheiden besturen aan de leerlingen<br />

der openbare scholen gelegenheid zich in de gymnastiek te oefenen.<br />

Het teekenonderwijs, volgens de leerwijze van DuPurs , draagt aan vele scholen g·oede vruchten. Ook is de<br />

behandeling der vormleer aan dit vak dienstbaar. Aan vele scholen zijn hulponderwijzers en kweekelingen, die<br />

met groote vaardigheid op het z'warte bord schetsen.<br />

Handwerken zijn aan alle meisjes- en aan de meeste gemengde scholen in het leerplan opgenomen; aan<br />

menige bijzondere school ten koste van het lager onderwijs, vooral in de zoog·enaamde fraaije , minder in de<br />

nuttige handwerken. De scholen onder de leiding van geestelijke zusters verdienen voor dit vak vooral vermeld<br />

te worden.<br />

Gedurende het driejarig tijdvak 1861/63 zijn 261 nieuwe schoollokalen, meest met onderwijzerswoningen , verrezen,<br />

waarvan in Noordbrabant 27 , Gelderland 34, Zuidholland 38 , Noordholland 41, Zeeland 9 , Utrecht 18,<br />

Friesland 22 , Overijssel 15, Groningen 32, Drenthe 10 , Limburg 15. In 1864- zijn nieuwe schoollokalen gebouwd:<br />

in N oordbrabant 7 , waarvan 1 nog niet voltooid, in Gelderland 7 voltooid en 6 in aanbouw, in Zuidholland<br />

7 , sommigen met onderwijzerswoningen , in N oordholland 5 , in Zeeland 9 met 4 onderwijzerswoningen,<br />

in Friesland 10, Overijssel 3, terwijl één is aanbesteed , Groningen 7 , Drenthe 2, waarvan één, Limburg 6 ,<br />

waarvan 2 met onderwijzerswoningen. In deze laatste provincie was één schoollokaal in aanbouw , is ééne nieuwe<br />

onderwijzerswoning gesticht en was ééne aanbouw, terwijl één woonhuis werd ingerigt tot school en onderwijzerswoning;<br />

voorts waren in 1864· 4·. nieuwe schoollokalen , waarvan 2 met onderwijzerswoningen , aanbesteed<br />

cn r1 0 rti0n plnnnrm :umha.ngig· tot !wt. ho11\VPn Ymt nimt\YC sr,J10ollolrnl0n tnPt. of' zonrlpr onclPrwijzen;;woning-Pn. --<br />

77<br />

Belangrijke herstellingen, voor sommige met vernieuwing· gelijk te stellen, vonden in 1861/ 63 plaats aan 151<br />

lokalen, waarvan in N oordbrabant 25 , Gelderland 12, Zuidholland 8, N oordholland 16, Zeeland 13, Friesland<br />

29, Overijssel 6, Groningen 33, Drenthe 3 en Limburg 6. In 1864· werd in N oordbrabant ééne school aanmerkelijk<br />

verbeterd, terwijl voor de school voor meer uitgebreid lager onderwijs te 's Hertogenbosch de aanbesteding<br />

plaats had van nieuwe lokalen en woningen, waardoor die school in eene jongens- en meisjesschool zal<br />

gesplitst worden. In Gelderland zijn in 1864 6, in Zuidholland 8 schoollokalen aanmerkel\jk verbouwd. In<br />

N oordholland zijn 7 , waaronder één van eene bijzondere school, belangrijk verbeterd. In Zeeland is één<br />

schoollokaal vergroot en vernieuwd en van één ander · de verbouwing aanbesteed. In de provincie Utrecht zijn<br />

4- schoollokalen aanmerkelijk vergroot, terwijl van 3 de verbetering of aanbouw in 1865 is begonnen en van 4<br />

aanbouw en vergrooting is voorbereid. In l!"riesland zijn 13, in Groningen 4 lokalen min of meer belangrijk<br />

verbeterd.<br />

De schoolmeubelen laten op menige school nog te wenschen over; vele gemeentebesturen voorzien echter met<br />

milde hand in de aanschaffing van wandkaarten, platen voor het onderw~js in de natuurkennis, in voorwerpen<br />

ten dienste van het onderwijs in de vormleer.<br />

Het getal der voor het godsdienstig onderwijs buiten de schooluren gebruikte openbare schoollokalen bedroeg<br />

in 1862 592, in 1863 585, in 1864 599. Van deze laatsten waren in Noord bra bant 26, Gelderland 54, Zuidholland<br />

54, Noordholland 67, Zeeland 18, Utrecht 24, Friesland 108, Overijssel 29, Groningen 125, Drenthe<br />

35 en Limburg 59.<br />

De inkomsten der openbare onderwijzers zijn sedert de invoering der wet vanf 1,669,980in1858 tot/2,453,228.455<br />

in 1864 vermeerderd. Hierin deelden de bijdragen van het Rijk met f 77 ,202.24, van de gemeenten met<br />

f 2,353,689.80 5 , de schoolgelden metf 22,336.4L De toelagen voor de normaallessen voor de opleiding van onderwijzers<br />

en onderwijzeressen en de gratificatien zijn hieronder begrepen. De toeneming der inkomsten van<br />

onderw~jzers is uitsluitend het gevolg van verhoogde uitgaven door de gemeenten, daar alle overige bronnen<br />

van inkomsten zijn verminderd. Sedert 186Sl worden de vroegere rijksjaarwedden niet meer aan de onderwijzers<br />

maar aan de gemeenten zelve uitgekeerd, terwijl sedert 1860 geene jaarwedden door de provineien verstrekt<br />

worden. Ook worden gratificatien door het Rijk en de provincien zeldzaam verleend. Schoolgelden , die vroeger<br />

door de onderwijzers werden geheven en in 1860 nog f 562,047 bedroegen, daalden tot de geringe som van<br />

.f 16,207 in 18G3 en f22,336.4l in 1864. De gemiddelde jaarwedde werd in 1864 berekend : voor de hoofdonderwijzers<br />

en hoofdonderwijzeressen op f 634.24 (in N oordholland f 810.26, in Drenthe f 389.24), voor de<br />

hulponderwijzers en hulponderwijzeressen op/338.76 (in Noordholland/384.50, in Limburg/212.69).<br />

Met vergunning van Gedeputeerde Staten werden gelijktijdig andere ambten en bediening·en bekleed in 1864<br />

door 1,38 l openbare onderwijzers, waarvan 1,266 kerkelijke bedieningen waarnamen. Hiervan in N oordbrabant<br />

51, Gelderland 200, Zuidholland 18fi, Noordholland 184, Zeeland 97, Utrecht 60, Friesland 265, Overijssel<br />

69, Groningen 1 H, Drenthe 52, Limburg 43.<br />

Overeenkomstig de bepalingen der wet zijn in 1862 aan 4 hoofdonderwijzers en '1 hoofdonderwijzeres, in<br />

1863 aan 42 onderw~jzers , in 1864 aan 30 hoofdonderwijzers, ééne hoofdonderwijzeres en één hulponderwijzer<br />

pensioenen verleend. De uitbetaalde pensioenen bedroegen te. zamen in 1862 f 90,551.435, in 1863 f 96 ,252.985_,<br />

in 1864 .f 101,254.H, waarvan, na aftrek van het één derde gedeelte door de gemeente aan het Rijk terug<br />

betaald, ten laste van het Rijk f 51 ,220.285 , f 55,629.435 en f 59,601. 77 5. De bijdragen der onderwijzers voor<br />

hun pensioen hebben in elk jaar opgebragt f 40,213.085 , f 42,785.93 en f 43 ,232.475.<br />

De examens ter verkrijging van akt.en van bekwaamheid voor het lager onderwijs geven de volgende uitkomsten:<br />

toegelaten zijn in 18föl 1,484, in 1863 1,662, in 1864 i,382, afgewezen 948, 987 en 1,380; aan de<br />

toegelatenen werden afgegeven in elk der drie jaren 656 , 728 en 596 akten van bekwaamheid voor schoolonderwijs,<br />

186, 335 en 241 voor huisonderwijs, terwijl op 64Sl, 599 en 545 akten, zoowel vóór als na de invoering<br />

der wet verkregen, aanteekeningen geplaatst :.i;ijn voor vakken van meer uitgebreid lager onderwijs.<br />

Gedurende het zevenjarige tijdvak 1858 / 6 ~ z~jn 9,683 of 63.9~ toegelaten, 5,4·50 of 36.01, op de honderd die<br />

examen aflegden, afgewezen. Het getal toegelatenen was volstrekt het grootst in 1863 f,662 , het kleinst in<br />

1858 1"t 20. Op de honderd die examen aflegden werden afgewe:11en in elk der zeven jaren: in 1858 29. 78 , in<br />

1861 33.40 , in 1859 33 .-H , in 1860 34.52 , in 1863 37.26 , in 1862 38.98 en in f864 !k9.96. Uit den staat blijkt<br />

dat op honderd die examen aflegden als hoofdonrlerw~jzers werden toegelaten in 1862 44, in 1863 42, in 1864<br />

32 , als hoofdonderwijzeressen 52. 70 en 59 , als hulponderwijzers 59 , 59 en 44, als hulponderwijzeressen 65,<br />

70 en 49 , als huisonderwijzers 7~ , 80 en 52 , als huisonderwijzeressen 84 , 80 en 65, en voor alle vakken vau<br />

meer uitgebreid onderwijs als onclenvijzers 50, 5 l en 47 , als onderwij:ieressen 79, 78 en 72.<br />

Onder de geëxamineerden waren in 1862 53, in 1863 51, in 1864 34 vreemdelingen , in elk jaar 23 , 2! en 7<br />

mannen , 30, 30 . en 27 vrouwen , die van den Koning de vergunning gevraagd en verkregen hebben om hier<br />

te lande onderwijs te geven. Door den Koning werd, onder toepassing van art. 7 , lit. c der wet, in elk der<br />

drie jaren aan eenige personen vergunning verleend tot het geven van lager onderwijs op eene zondaD"school.<br />

Aan de drie rijkskweekscholen is de cursus gesteld van 1 September tot 15 J ulij en hierdoor in ~erband<br />

gebragt met het tijdstip voor examens voor hulponderwijzers; zoodat de kweekelingen, die bij het voorjaarsexamen<br />

eene akte van hulponderwijzer bekomen tot het einde van den cursus de lessen kunnen volgen. Daar<br />

de lessen eerst met Januarij 1862 zUn begonnen , werd de eerste cursus met een halfjaar verlengd. Te 's Hertogen.bosch<br />

en Haarlem waren in het begin geene kweekelingen van het vierde stndü~jaar; te Haarlem en<br />

Gronmg·en.werd eene voorloopige splitsing in twee afdeelingen als voldoende beschouwd. In September 18fi2<br />

werd. te Haarle1~ , in November van dat jaar te Groningen aan de kweekelingen gelegenheid gegeven t.ot<br />

J 1 r:ikt1sc>hf' nPfenmg·nn in hPI· ,Q"CYPn v:rn onrlPn,·i,j;; cm het srhooll1oudr•n door de op

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!