U-Boot “Sharcon” - Electronic.hu

Bouwfase 6: gereedmaken van de romp, delen 6.1-6.14
• Aan de hand van de merktekens in het romp-achterdeel 6.1 de bovenste sleufgaten boren en uitvijlen.
• Het bovenste romp-achterdeel aan de hand van de markeringen uitsnijden. Dit deel heeft, voor het
nauwkeurig passend maken, aan beide kanten een overmaat van ca. 3 mm.
• De sleuven voor de dempingsvlakken 5.1 zo nauwkeurig mogelijk uitwerken.
• Voor het nauwkeurig bijsnijden resp. spelingvrij aanpassen van het bovendeel 6.1, bij het onderste
deel 5.3 de zijdelingse zelftappers 5.4 losdraaien. Het bovendeel 6.1 zodanig opleggen, dat de nog
overstekende langsranden tussen de drukkamerkap en de randen het onderste deel glijden.
Deel 6.1 moet gelijk met de binnenrand van de onderste drukkamerkap liggen. De rug van de romp
moet aan de voorkant op de drukkamerkap rusten en evenwijdig met de drukkamerbuis liggen.
• Op deze manier kan de snijrand van deel 6.1 aan de hand van de randen van deel 5.3 worden
afgetekend.
• Deel 6.1 afnemen en door bijsnijden en -schuren van de randen nauwkeurig aan het onderste deel
aanpassen.
• Op deze wijze, dus zoals beschreven, worden later eveneens de middendelen en voorste delen aan
elkaar aangepast.
• De zijdelingse zelftappers 5.4 weer indraaien.
• De vergrendelplaatjes 6.2 en 6.3, voor het onderste en bovenste romp-achterdeel 5.3 en 6.1, aan
de hand van de markering uit de halfronde voorkant van het onderste deel 5.3 snijden.
• De plaatjes 6.2 volgens plan zodanig in het onderste achterdeel lijmen, dat ze voor ongeveer de
halve materiaallengte over de bovenrand steken.
• De positie van de bovenste plaatjes 6.3, tussen de onderste plaatjes 6.2 en de zijdelingse
langssleuven in het onderste achterdeel, aan de buitenkant aftekenen. De plaatjes 6.3 in de
binnenkant van het bovendeel lijmen.
• Het bovenste deel 6.1 aanbrengen, spelingvrijheid ten opzichte van het onderste deel controleren.
Eventueel de plaatjes in de ronding bijbuigen.
• De verdubbelingen 6.4, voor het later vastschroeven, bijbuigen en volgens plan op de plaatjes 6.2
lijmen.
• Aan de bovenkant, in het midden, een 1,5 mm-gaatje door het romp-achterdeel 6.1 en de rand van
de drukkamerkap boren en deel 6.1 met de zelftapper 6.5 vastzetten.
• Bij de roereenheid de achterste 1,5 mm-gaatjes boren.
• De positie van de resterende gaatjes aftekenen. Het bovenste romp-achterdeel 6.1 en de plaatjes
met de verdubbelingen 6.4 gemeenschappelijk doorboren.
• De achterste zelftappers 6.6 indraaien.
• De gaatjes voor de zelftappers 6.7 door het romp-achterdeel 6.2 in de rand van de drukkamerkap
boren - niet doorboren.
113