U-Boot “Sharcon” - Electronic.hu

12. Het instellen van de duikautomatiek
Voordat de eerste proefvaarten worden gemaakt, moet de basisinstelling van de duikautomatiek
nauwkeurig aan de hand van het plan worden uitgevoerd.
Als met toenemende routine een verandering van de duikverhoudingen gewenst is, kunnen we als volgt
tewerk gaan:
• Als we het voorste boutje 8.4 uitdraaien, worden de voorste duikroeren verder naar omlaag versteld;
de boot duikt dan sneller.
• Bij indraaien van het boutje wordt de instelling van de roeren teruggeregeld; het duiken geschiedt
dan langzamer.
De veer 8.21 moet, door uittrekken en overeenkomstig verdraaien van de felsmoer 8.18, meer of
minder strak worden gespannen.
• Uitdraaien van het achterste boutje 8.4 resulteert in sneller opduiken, bij indraaien wordt de duikvaart
verlengd. Ook hierbij moet de veer 8.21 worden bijgesteld.
Vaartips voor de maidentrip
Het is zinvol om de top van de sprietantenne van een kleine wimpel uit gekleurde decorfolie te voorzien,
om de boot bij de eerste duikvaarten beter herkenbaar te maken.
Kies voor de eerste vaarten een zo helder mogelijk water zonder wier etc.
Het model in het water leggen en langzaam gas geven. In het begin moeten we niet dieper dan de top
van de antenne duiken en niet met volgas varen. Als het duikroer functionerend is uitgevoerd, dit bij de
eerste proefvaarten nog niet benutten, om eventueel beginnende, abrupte duikneigingen te voorkomen.
119