TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3<br />
STOWA 2012-46 <strong>TRENDS</strong> <strong>IN</strong> SLIBONTWATER<strong>IN</strong>G<br />
ERVAR<strong>IN</strong>GEN MET SLIBONTWATER<strong>IN</strong>G<br />
<strong>IN</strong> DE PRAKTIJK<br />
3.1 inleiding<br />
3.2 landelijke data<br />
Dit hoofdstuk beschrijft de resultaten van onderzoek naar de trends in de ontwatering van<br />
slib in de praktijk. Het hoofdstuk begint met een analyse van landelijke data uit de database<br />
van het CBS en gegevens van de bedrijfsvergelijkingen van de waterschappen uit 2006 en<br />
2009. Om deze landelijke data te verifiëren en aan te vullen is in een detailonderzoek dieper<br />
ingegaan op de ontwikkelingen bij een achttal waterschappen. Tenslotte wordt ingegaan op<br />
trends in de bedrijfsvoering van de slibontwateringen aan de hand van interviews met een<br />
aantal ervaren bedrijfsvoerders en een aan de waterschappen rondgestuurde vragenlijst over<br />
de bedrijfsvoering.<br />
3.2.1 herkomst en beschikbaarheid van data<br />
De gegevens in de volgende paragrafen zijn gebaseerd op data die door het CBS voor dit onderzoek<br />
ter beschikking is gesteld en uit gegevens van de bedrijfsvergelijking. Door het CBS zijn<br />
data van 1990 tot en met 2010 ter beschikking gesteld waarin voor alle rwzi’s met een slibontwatering<br />
het ontwateringsresultaat (droge stof gehalte van de slibkoek) is te vinden. Per<br />
rwzi is opgegeven welke ontwateringsmethode men gebruikt, of er een vorm van aanvullende<br />
P en Nverwijdering is en of het slib gestabiliseerd wordt. Ook is per rwzi aangegeven hoeveel<br />
extern slib op deze rwzi wordt ontwaterd. Van dit slib is de herkomst niet bekend.<br />
Verder is gebruik gemaakt van de databestanden van de bedrijfsvergelijking voor 2006 en<br />
2009. Oudere databestanden bleken moeilijk toegankelijk te zijn en zijn daarom in deze studie<br />
niet gebruikt. In de bedrijfsvergelijking worden sommige gegevens per slibontwatering<br />
gerapporteerd, maar cijfers over het droge stof gehalte van de slibkoek, polymeerverbruik en<br />
energieverbruik voor de slibontwatering worden alleen per waterschap gerapporteerd.<br />
3.2.2 resultaat per ontwateringsmethode<br />
In de jaren negentig is er sprake geweest van een forse toename van de hoeveelheid slib die<br />
met ontwateringsapparatuur werd behandeld. Deze toename is een gevolg van de verschuiving<br />
van het gebruik van slib in de landbouw naar verbranding van het slib al dan niet met<br />
compostering of slibdroging als voorbehandeling. Hierbij werden voornamelijk centrifuges<br />
ingezet zoals blijkt uit de forse toename van het slibvolume dat met centrifuges wordt ontwaterd<br />
in de periode tot 2000. Vanaf 2000 stabiliseren de marktaandelen van de verschillende<br />
ontwateringsmethoden zich min of meer. Het aandeel dat met centrifuges ontwaterd wordt<br />
neemt sinds 2005 nog wel iets toe. Het aandeel dat met filterpersen ontwaterd wordt is vanaf<br />
2004 stabiel.<br />
19