TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
STOWA 2012-46 <strong>TRENDS</strong> <strong>IN</strong> SLIBONTWATER<strong>IN</strong>G<br />
4.3 literatuuronderzoek<br />
4.3.1 invloed slibsamenstelling<br />
Er is uitgebreid literatuur onderzoek gedaan naar nieuwe inzichten in de laatste 10 jaar die<br />
kunnen verklaren welke parameters van invloed zijn op het ontwateringsresultaat. De onderzoekers<br />
blijken daarbij vooral te kijken naar parameters als Capillary Suction Time (CST),<br />
Specific Resistance to Filtration (SRF) en het droge stof gehalte van de ontwaterde slibkoek.<br />
Helaas hebben deze parameters geen grote voorspellende waarde voor de ontwateringsresultaten<br />
op praktijkschaal. Verder wordt maar in een beperkt aantal onderzoeken ook gekeken<br />
naar invloeden op polymeer gebruik. Vrijwel geen enkel onderzoek rapporteert ook over<br />
afscheidingsrendement. De gevonden onderzoeken kijken vooral naar de invloed van de chemische<br />
samenstelling van het slib op de eerder genoemde ontwateringskenmerken (CST, SRF<br />
en droge stof gehalte). Er wordt vaak geen relatie gelegd tussen de gevonden kenmerken van<br />
het slib en het type zuiveringsproces dat bij dit slib hoort. Een betere interactie tussen fundamenteel<br />
onderzoek naar ontwateringskenmerken van slib en de praktijksituatie kan mogelijk<br />
tot waardevollere inzichten leiden.<br />
De gevonden literatuur laat wel duidelijk zien dat er een verschil is tussen de flocculeerbaar<br />
heid en bezinkbaarheid van slib enerzijds en de ontwaterbaarheid anderzijds. Goed flocculeerbaar<br />
slib blijkt niet altijd slib dat goed ontwatert. Een belangrijk verschil tussen bezinken<br />
en ontwateren is de expressiefase die bij ontwateren nodig is om de laatste resten vrij water<br />
uit het slib te persen. Dit verschil verklaart waarschijnlijk ook dat er in de praktijk alleen in<br />
sommige situaties een verband is waar te nemen tussen slib volume index en het ontwateringsresultaat.<br />
Onderzoek laat zien dat het maximaal haalbare eind droge stofgehalte vooral wordt bepaald<br />
door het vrije water in slib. Chemisch gebonden en interstitieel water kunnen met mechanische<br />
middelen niet verwijderd worden. Met een thermogravimetrische methode is dit gehalte<br />
aan vrij water te bepalen door een slibmonster langzaam te drogen en de droogsnelheid te volgen.<br />
Een dergelijke analyse kan een benchmark geven voor de praktijk door te laten zien hoe<br />
dicht men in de praktijk in de buurt komt van het theoretisch maximum. Als een dergelijke<br />
analyse regelmatig uitgevoerd wordt kan het inzicht geven in fundamentele veranderingen<br />
van de slibsamenstelling. Hierdoor kan de bedrijfsvoerder onderscheid maken tussen invloeden<br />
van de bedrijfsvoering van de ontwatering en invloeden van het slib. Helaas geeft deze<br />
analyse minder inzicht in het polymeergebruik voor de ontwatering.<br />
Bij de ontwaterbaarheid van slib speelt de extracellulaire polymeer substantie (EPS) een<br />
belangrijke rol. Voor de ontwaterbaarheid van het slib is het van belang onderscheid te maken<br />
tussen het oplosbare en colloïdale deel van de EPS en het niet oplosbare deel. Het oplosbare<br />
en vooral het colloïdale deel van de EPS heeft vooral veel invloed op het polymeerverbruik bij<br />
de ontwatering van slib. Meer colloïdaal EPS en dan met name eiwitrijk EPS zorgt voor een<br />
grotere negatieve lading van de vlokstructuren die vervolgens door het polymeer geneutraliseerd<br />
moet worden. Eiwitten hebben hierbij een grote invloed door hun lading.<br />
Vooral het nietoplosbare deel van de EPS is van belang voor het gedrag van het slib bij de<br />
expressie fase van het te ontwateren slib. Een groter aandeel aan koolhydraten in het EPS lijkt<br />
een positief effect te hebben op de ontwaterbaarheid, terwijl een groter aandeel aan eiwitten<br />
ook hier een negatieve invloed heeft. Bij het samenpersen van het slib zorgt de grotere lading<br />
tot afstoting van gelijke ladingen die dan steeds dichter bij elkaar komen. Hierdoor wordt het<br />
61