TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
STOWA 2012-46 <strong>TRENDS</strong> <strong>IN</strong> SLIBONTWATER<strong>IN</strong>G<br />
men fors geïnvesteerd in een 3traps planetaire tandwielkast. Verder bedrijft men de centrifuges<br />
met een slibniveau dat net boven het niveau ligt waarbij het centraat de centrifuge<br />
verlaat (men draait “negatief”). Hierdoor is er een heel dunne vloeistoflaag op het slib en dit<br />
belemmert het watertransport door de centrifuge. Daarom heeft men gaten in het lint van de<br />
schroef aangebracht om het watertransport door de centrifuge te verbeteren.<br />
Bij waterschap Rivierenland heeft men de ervaring dat het belangrijk is om regelmatig de<br />
banden te wisselen op de zeefbandpersen (na 12 jaar). Deze banden moeten zo schoon mogelijk<br />
worden gehouden. Bij de filterpers in Nijmegen was het zuren van het filterdoek erg<br />
belangrijk om een goed resultaat te blijven houden. In Nijmegen zijn ook proeven gedaan met<br />
het Kemicondproces en een andere aanmaak van polymeer (39) (43).<br />
Bij waterschap Scheldestromen heeft men op de bandfilterpers op Walcheren veel geëxperimenteerd<br />
om de beste plaats voor de polymeerdosering te bepalen. Daarbij is ook goed gekeken<br />
naar een goede menging door het uittesten van mengkleppen. Ook bij waterschap Groot<br />
Salland is geëxperimenteerd met de locatie voor de polymeerdosering. Voor de slibontwatering<br />
in Zwolle bleek de beste doseerplek het doseerpunt op de centrifuge. Bij de slibontwatering<br />
in Deventer wordt het polymeer deels in de machine en deels voor de machine gedoseerd<br />
omdat dit het beste resultaat gaf. Hier maakt de mate van naverdunning van het polymeer<br />
ook veel uit. Bij Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard heeft men zelf een mengsysteem<br />
ontwikkeld voor de menging van het slib en het polymeer.<br />
Zowel bij Waterschap Scheldestromen als bij Waterschap Groot Salland heeft men de ervaring<br />
dat het polymeer bij de opstart in de ochtend beter werkt nadat het een hele nacht heeft kunnen<br />
rijpen. Bij Waterschap Scheldestromen heeft men daarom eind 2011 proeven gedaan om<br />
de rijpingstijd te verlengen. Bij een proef van ongeveer 2 maanden werd de rijpingstijd verlengd<br />
van 138 minuten naar 364 minuten. Door de verdubbeling van de rijpingstijd daalde<br />
het polymeerverbruik van 21 g/kg ds naar 15 g/kg ds bij een constant droge stof gehalte van<br />
de koek van 26,4%. Na beëindiging van de proef nam het polymeergebruik toe tot 17,5 g/kg ds<br />
en daalde het droge stof gehalte van de koek naar 23,9%.<br />
Bij Waterschap Velt en Vecht had men sinds de opstart van de membraanfilterpers in 2006<br />
problemen met het bereiken van een goed ontwateringsresultaat. Uiteindelijk heeft men<br />
vanaf 2008 dit resultaat met veel aandacht weer beter gekregen. Een van de verbeteracties<br />
betrof het realiseren van een stabiele en constante procesvoering. Een ander voorbeeld is de<br />
verwijdering van de steundoeken in de membranen omdat deze regelmatig verstopten. Het<br />
grootste effect heeft uiteindelijk de introductie van de struvietvorming gehad in 2010 (21).<br />
Tabel 16 geeft een overzicht van alle verbeterprojecten die door de waterschappen genoemd<br />
werden in de rondgestuurde vragenlijst. Het aantal genoemde projecten is zeer divers. Het<br />
meest genoemd worden projecten die te maken hebben met de verbetering van de polymeer<br />
dosering.<br />
50