TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
STOWA 2012-46 <strong>TRENDS</strong> <strong>IN</strong> SLIBONTWATER<strong>IN</strong>G<br />
Figuur 28 laat het verloop zien van de fosfaatconcentratie in het filtraat van de filterpers<br />
vanaf begin 2009. In de figuur is ook het ontwateringsresultaat en het PEverbruik weergegeven.<br />
De figuur laat zien dat met de invoering van de magnesiumdosering in juli 2010 de concentratie<br />
orthofosfaat in het filtraat heel snel gedaald is van 300400 mg/l naar 1030 mg/l.<br />
Vanaf dat moment is er ook een snelle stijging te zien van het droge stof gehalte van de slibkoek.<br />
Het polymeergebruik daalt niet meteen, maar vanaf dat moment is wel een dalende<br />
trend in gezet die tot april 2012 doorzet. Vanaf april 2011 is er een tweede stijging in het droge<br />
stof gehalte van de slibkoek te zien. Deze stijging gaat niet gepaard met een verdere daling<br />
van het fosfaatgehalte.<br />
De struvietvorming leidt dus aantoonbaar tot een beter ontwateringsresultaat, maar opvallend<br />
genoeg duurt het enige maanden voordat de verbetering volledig tot uitdrukking komt.<br />
Als er een directe relatie zou zijn tussen het gehalte aan vrij orthofosfaat en het ontwateringsresultaat<br />
zou een snellere verbetering logischer zijn. Verder laten de data zien dat er ook<br />
begin 2009 lagere fosfaatconcentraties gemeten werden, maar dat dit toen niet tot goede ontwateringsresultaten<br />
leidde. Er is helaas geen duidelijke verklaring voor de toename van deze<br />
concentraties in maart 2009. Als de fosfaatconcentratie een sterke invloed zou hebben op de<br />
AIFORO - Trends ontwatering in Slibontwatering zou er bijvoorbeeld ook bij de slibontwatering Mierlo een sterker verband moeten<br />
zijn tussen de fosfaatconcentratie in het centraat en het ontwateringsresultaat (zie Figuur<br />
25 in paragraaf 3.3.4). De fosfaatconcentraties hebben dezelfde ordegrootte en ook hier wordt<br />
voornamelijk slib ontwaterd afkomstig van biologische fosfaatverwijdering.<br />
deze concentraties in maart 2009. Als de fosfaatconcentratie een sterke invloed zou hebben op de ontwatering<br />
zou er bijvoorbeeld ook bij de slibontwatering Mierlo een sterker verband moeten zijn tussen de<br />
fosfaatconcentratie in het centraat en het ontwateringsresultaat (zie Figuur 25 in paragraaf 3.3.4). De<br />
fosfaatconcentraties hebben dezelfde ordegrootte en ook hier wordt voornamelijk slib ontwaterd afkomstig va<br />
biologische fosfaatverwijdering.<br />
In de gegevens van de slibontwatering Emmen is daarom gezocht naar andere verklaringen<br />
die de verbetering van het ontwateringsresultaat kunnen verklaren. Op grond van de literatuur<br />
kunnen twee waardige kationen als calcium en magnesium invloed hebben op het<br />
ontwateringsresultaat. Figuur 29 laat zien dat er een sterke correlatie is tussen de magnesiumconcentratie<br />
in de slibkoek en het droge stof gehalte van de slibkoek in de periode dat er<br />
magnesium wordt gedoseerd.<br />
In de gegevens van de slibontwatering Emmen is daarom gezocht naar andere verklaringen die de verbetering<br />
van het ontwateringsresultaat kunnen verklaren. Op grond van de literatuur kunnen twee waardige kationen a<br />
calcium en magnesium invloed hebben op het ontwateringsresultaat. Figuur 29 laat zien dat er een sterke<br />
correlatie is tussen de magnesiumconcentratie in de slibkoek en het droge stof gehalte van de slibkoek in de<br />
periode dat er magnesium wordt gedoseerd.<br />
figuur 29 relatie tussen magnesiumconcentratie in de slibkoek en ontwateringsresultaat voor slibontwatering emmen. de figuur laat<br />
data zien voor de periode zonder struvietvorming (2007-2010) en met struvietvorming (2010-2011)<br />
droge stof slibkoek (% ds)<br />
29<br />
27<br />
25<br />
23<br />
21<br />
19<br />
17<br />
15<br />
R² = 0,59<br />
0 5000 10000 15000 20000 25000 30000<br />
Magnesium in slibkoek (g/kg ds)<br />
2007-2010<br />
2010-2011, struviet<br />
2010-2011<br />
Figuur 29: Relatie tussen magnesiumconcentratie in de slibkoek en ontwateringsresultaat voor slibontwatering Emmen. De figuur laat data zien voor<br />
periode zonder struvietvorming (2007-2010) en met struvietvorming (2010-2011).<br />
De magnesiumconcentratie in de slibkoek geeft daarom een betere correlatie met het ontwateringsresultaat<br />
dan de fosfaatconcentratie 38<br />
in het filtraat. De hogere magnesium concentraties zorgen voor een betere<br />
neutralisatie van de lading in de slibdeeltjes met als gevolg betere ontwateringsresultaten. Een alternatieve<br />
verklaring is dat de gevormde harde struviet deeltjes een soort filtratiehulp vormen die een betere afvoer van<br />
het slibwater mogelijk maken. Deze hypotheses zouden getoetst kunnen worden door de