TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
STOWA 2012-46 <strong>TRENDS</strong> <strong>IN</strong> SLIBONTWATER<strong>IN</strong>G<br />
De bedrijfsvoerders is ook gevraagd of zij relaties kunnen leggen tussen het ontwateringsresultaat<br />
en bijzonderheden in de bedrijfsvoering van de waterlijn. In geen van de gevallen<br />
had men hier duidelijke voorbeelden van of ervaringen mee. Soms leek dit te liggen aan het<br />
feit dat er weinig interactie was met de bedrijfsvoerders van de waterlijn. In andere gevallen<br />
was die interactie er wel, maar kon men ook dan geen voorbeelden bedenken.<br />
Tabel 14 vat de resultaten van de vragenlijst samen. Deze resultaten bevestigen het beeld dat<br />
uit de interviews met de bedrijfsvoerders naar voren komt. Bij de bedrijfsvoering van de centrifuges<br />
kijkt men vooral naar het koppel, de centraatkwaliteit en de verschiltoeren. Bij zeefbandpersen<br />
kijkt men heel sterk naar het beeld van de vlokken op de slibtafel en de persdruk<br />
van de zeefband. Bij de filterpersen is ook de persdruk van belang, samen met de lostijden en<br />
het ingaande droge stof gehalte.<br />
3.4.3 ervaringen met automatische metingen<br />
Bij de meeste waterschappen wordt het droge stof gehalte in de voeding naar de ontwatering<br />
continu gemeten. Niet alle waterschappen gebruiken deze meting ook om de polymeerdosering<br />
mee bij te stellen. Bij Waterschap De Dommel gebeurt dit bijvoorbeeld niet omdat het<br />
polymeerverbruik daar vooral bepaald wordt door de verhouding primair/secundair slib dat<br />
ontwaterd wordt en niet door het droge stof gehalte. Bij andere waterschappen is er meestal<br />
een gisting aanwezig voor de slibontwatering waardoor het droge stof gehalte niet sterk<br />
varieert.<br />
Waterschap Velt en Vecht heeft een vlokmeter in gebruik. Met deze vlokmeter kan de operator<br />
de vlokkwaliteit zien door een glaasje op de sonde. Een optische sensor kan veranderingen<br />
in de vlokkwaliteit waarnemen en op basis daarvan de polymeerdosering bijsturen. De ervaringen<br />
met dit systeem bij Waterschap Velt en Vecht zijn positief, hoewel men de meting niet<br />
gebruikt voor de directe sturing van het polymeer. De meting is wel waardevol om een trend<br />
in de ontwikkeling van de vlokstructuur waar te nemen. Waterschap Scheldestromen heeft<br />
ook een vlokmeter, maar gebruikt deze nauwelijks.<br />
Verder voert Waterschap Velt en Vecht momenteel proeven uit met een droge stof meting van<br />
de slibkoek. Hiervan zijn nog te weinig resultaten bekend om te zeggen of dit waardevol is.<br />
Ten slotte heeft men zowel bij Waterschap De Dommel als bij Hoogheemraad Schieland en<br />
Krimpenerwaard in het verleden een centraat meting gehad die de zeta potentiaal van het<br />
centraat mat. Bij beide waterschappen waren de ervaringen niet positief. De meting bleek<br />
niet betrouwbaar door verstoppingen en luchtinslag.<br />
Aan de hand van de rondgestuurde vragenlijst kon een beeld gekregen worden van de toepassing<br />
van inlinemetingen bij de ontwatering van slib (Tabel 15). Het gebruik van een inlinemeting<br />
voor de droge stof is erg populair, maar slechts de helft van de SOI’s die zo’n meting<br />
hebben gebruiken deze ook in een automatische regeling. Waterschappen die de meting niet<br />
in de regeling gebruiken geven aan dat het niet nodig is omdat het droge stof gehalte uit de<br />
gisting constant is, of dat bijvoorbeeld juist veel verschillende slibsoorten worden ontwaterd.<br />
Andere inlinemetingen worden maar zeer beperkt ingezet en al helemaal niet in een regeling<br />
opgenomen. Het meest wordt een troebelheidsmeting in het centraat/filtraat gebruikt.<br />
Hoewel er wel naar gevraagd werd in de vragenlijst rapporteert men geen positieve of negatieve<br />
ervaring over een dergelijke meting. Sommige waterschappen hebben in het verleden<br />
wel een zeta potentiaal meting gehad, maar gebruiken deze niet meer vanwege slechte ervaringen<br />
met de betrouwbaarheid.<br />
48