02.05.2013 Views

TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa

TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa

TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

STOWA 2012-46 <strong>TRENDS</strong> <strong>IN</strong> SLIBONTWATER<strong>IN</strong>G<br />

tabel 4 effect methode van slibstabilisatie op ontwateringsresultaat (bron: cbs)<br />

ontwateringsresultaat (% ds van koek)<br />

ontwatering slibstabilisatie 1996-2000 2001-2005 2006-2010<br />

centrifuge alle data 23,8% 23,6% 22,8%<br />

1-trap warme gisting 25,1% 24,7% 23,5%<br />

Simultaan in beluchting 21,8% 21,7% 21,6%<br />

Overige 23,7% 24,1% 23,1%<br />

zeefband alle data 20,6% 20,6% 20,9%<br />

1-trap warme gisting 22,2% 21,9% 21,9%<br />

Simultaan in beluchting 18,6% 19,0% 18,8%<br />

Overige 21,1% 22,5% 21,8%<br />

De gegevens van het CBS bevatten geen cijfers over het polymeerverbruik. Op basis van de<br />

gegevens van de bedrijfsvergelijking van 2006 en 2009 is onderzocht of er een relatie is te leggen<br />

tussen de methode van slibstabilisatie en het polymeerverbruik. Doordat de gegevens van<br />

het polymeerverbruik alleen op waterschapsniveau beschikbaar is, konden op basis van deze<br />

gegevens geen conclusies worden getrokken.<br />

3.2.4 invloed fosfaatverwijdering<br />

De toepassing van aanvullende fosfaatverwijdering in de rioolwaterzuivering vertoonde rond<br />

1995 zijn grootste groei (Figuur 14). Vanaf 2000 beschikken de meeste zuiveringen over een<br />

aanvullende fosfaatverwijdering. In eerste instantie gebeurt dit vooral chemisch door precipitatie<br />

van het fosfaat met ijzer­ of aluminiumzouten. Deze zouten werden zowel in de voorbezinking<br />

als in de beluchting gedoseerd. In de laatste jaren vindt deze dosering vooral nog<br />

plaats in de beluchting. In de periode van 1995 tot en met 2005 is het aandeel slib van biologische<br />

fosfaatverwijdering langzaam toegenomen tot een maximum van 20% van de totale<br />

slibproductie in 2006. Vanaf dit jaar daalt het aandeel volledige biologische fosfaatverwijdering<br />

weer. Deze afname valt wel samen met een forse toename van slib uit zuiveringen die een<br />

combinatie van chemische en biologische fosfaatverwijdering hanteren. In een korte periode<br />

groeit dit aandeel van 20% in 2006 tot 51% in 2010.<br />

AIFORO - Trends in Slibontwatering<br />

figuur 14 ontwikkeling toepassing technieken voor fosfaatverwijdering (bron: cbs)<br />

Slibvolume (ton ds/jaar)<br />

350.000<br />

300.000<br />

250.000<br />

200.000<br />

150.000<br />

100.000<br />

50.000<br />

0<br />

Figuur 14: ontwikkeling toepassing technieken voor fosfaatverwijdering (Bron: CBS)<br />

Overig<br />

Geen P-verwijdering<br />

Combinatie bio & chem<br />

Chemisch in beluchting<br />

Chemisch in voorbezinking<br />

Biologisch<br />

Ook voor de methode van fosfaatverwijdering is onderzocht of er een effect is te zien op het<br />

ontwateringsresultaat (Tabel 5). De gegevens zijn ook hier beperkt tot centrifuges en zeefbandpersen als<br />

ontwateringsmethode. Voor filterpersen zijn er te weinig onderscheidende gegevens beschikbaar. De<br />

zuiveringen die het slib met 24 filterpersen ontwateren maken vooral gebruik van chemische fosfaatverwijdering of<br />

een combinatie van biologische en chemische fosfaatverwijdering. Ook hier is de invloed van het meeontwateren<br />

van extern slib onderzocht. De conclusies veranderen niet wanneer de analyse beperkt wordt tot<br />

zuiveringen die maximaal 30% extern slib verwerken.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!