02.05.2013 Views

TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa

TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa

TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

de locaties met een gisting in combinatie met een voorbezinking. Dit suggereert dat het vooral de aanwezigheid<br />

van primair slib is die zorgt voor het betere ontwateringsresultaat van vergist slib. De vergisting van het slib<br />

zorgt dan eerder voor STOWA 2012-46 een verslechtering <strong>TRENDS</strong> <strong>IN</strong> SLIBONTWATER<strong>IN</strong>Gvan<br />

het ontwateringsresultaat. Op basis van deze informatie is het<br />

moeilijk om deze conclusie hard te stellen, maar het beeld past wel bij resultaten van Duits onderzoek (7) dat<br />

laat zien dat de aanwezigheid van primair slib veel invloed heeft op de ontwaterbaarheid van slib en dat<br />

vergisting figuur de 19 ontwaterbaarheid ontwikkeling ontwateringsresultaat van primair (ds) en en secundair polymeerverbruik slib (pe) vermindert.<br />

voor installaties met en zonder slibgisting. gemiddelden<br />

Index PE-verbruik &<br />

ontwateringsresultaat<br />

(2005=100%)<br />

140%<br />

130%<br />

120%<br />

110%<br />

100%<br />

90%<br />

van de index per locatie (2005=100%)<br />

80%<br />

2001 2003 2005 2007 2009 2011<br />

PE- met gisting<br />

PE- geen gisting<br />

DS- met gisting<br />

DS- geen gisting<br />

Figuur 19: Ontwikkeling ontwateringsresultaat (DS) en polymeerverbruik (PE) voor installaties met en zonder slibgisting. Gemiddelden van de index per<br />

locatie (2005=100%)<br />

Figuur 19 laat de relatieve ontwikkeling zien van het ontwateringsresultaat en polymeer­<br />

Figuur AIFORO 19 laat - Trends de relatieve verbruik in Slibontwatering<br />

ontwikkeling voor ontwateringen zien van met het en zonder ontwateringsresultaat slibgisting. De forse en toename polymeerverbruik van het polymeer­ voor<br />

ontwateringen met verbruik en zonder vindt slibgisting. plaats bij beide De forse type toename ontwateringen. van het Deze polymeerverbruik toename start wat vindt later bij plaats de ont­ bij beide type<br />

ontwateringen. Voor een aantal Deze wateringen locaties toename met was start een er wat voldoende slibgisting, later bij goede maar de ontwateringen komt data daarna beschikbaar snel met op een om een slibgisting, nader vergelijkbaar onderzoek maar hoog komt te niveau. doen daarna naar snel mogelijke<br />

op een relaties vergelijkbaar tussen Ook de hoog voor bedrijfsvoering niveau. het ontwateringsresultaat Ook van voor de het slibgisting ontwateringsresultaat is er geen en het groot ontwateringsresultaat. verschil is in er ontwikkeling geen groot Zo verschil tussen is bij ontwate­ vijf in ontwikkeling<br />

locaties een<br />

tussen mogelijk ontwateringen verband ringen met tussen met en en het zonder aandeel slibgisting. primair Veranderingen slib naar de in gisting de in de vergistbaarheid en vergistbaarheid de ontwaterbaarheid van het van slib het lijken slib onderzocht. geen lijken geen In geen<br />

verklaring van de voor gevallen de verklaring forse werd toename een voor duidelijke de van forse het toename correlatie polymeerverbruik.<br />

van gevonden het polymeerverbruik. tussen het aandeel primair slib, polymeerverbruik of<br />

droge stofgehalte van de slibkoek. Eerder werd geconstateerd dat de aanwezigheid van primair slib<br />

waarschijnlijk Voor wel invloed een aantal heeft, locaties maar was kennelijk er voldoende is het goede exacte data aandeel beschikbaar aan primair om nader slib onderzoek van minder te belang.<br />

doen naar mogelijke relaties tussen de bedrijfsvoering van de slibgisting en het ontwaterings­ Pagina 41<br />

Voor twee locaties resultaat. is de Zo relatie is bij vijf tussen locaties de een verblijftijd mogelijk in verband de gisting tussen en het de aandeel ontwaterbaarheid primair slib naar van het de slib<br />

onderzocht. Voor gisting deze en de locaties ontwaterbaarheid blijkt er nauwelijks onderzocht. een In correlatie geen van de te gevallen zijn. Voor werd 12 een locaties duidelijke is daarnaast cor­<br />

onderzocht of relatie het droge gevonden stof tussen gehalte het van aandeel de koek primair en het slib, polymeerverbruik of correleren droge stofgehalte met de van gloeirest in de<br />

slibkoek (of organische de slibkoek. stof). Eerder Bij werd een geconstateerd paar locaties dat is er de sprake aanwezigheid van een van lichte primair correlatie slib waarschijnlijk (R<br />

wel invloed heeft, maar kennelijk is het exacte aandeel aan primair slib van minder belang.<br />

2 tussen 0,4-0,8), terwijl<br />

er bij veel locaties juist geen correlatie is te vinden. Tussen gloeirest en polymeerverbruik blijkt nog minder<br />

verband te vinden.<br />

figuur 20 correlatie tussen gloeirest van het slib en het droge stof gehalte van de slibkoek. de data is opgedeeld naar vier<br />

tijdsperioden die samenvallen met polymeerwisselingen en/of procesveranderingen (data gebaseerd op maandgemiddelden)<br />

Droge stof slibkoek (% ds)<br />

34<br />

32<br />

30<br />

28<br />

26<br />

24<br />

22<br />

20<br />

18<br />

39 41 43 45 47 49 51 53<br />

Gloeirest slibkoek<br />

R² = 0,52<br />

2002-2004<br />

2005-2007<br />

2008-2011<br />

Figuur 20: Correlatie tussen gloeirest van het slib en het droge stof gehalte van de slibkoek. De data is opgedeeld naar vier tijdsperioden die<br />

samenvallen met polymeerwisselingen en/of procesveranderingen (data gebaseerd op maandgemiddelden).<br />

Een opvallend voorbeeld van een correlatie tussen gloeirest en droge stof is weergegeven in Figuur 20. Deze<br />

2011<br />

2002-2004<br />

31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!