TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
STOWA 2012-46 <strong>TRENDS</strong> <strong>IN</strong> SLIBONTWATER<strong>IN</strong>G<br />
Het bovenstaande beeld wordt bevestigd door de antwoorden op vragen in de rondgestuurde<br />
de vragenlijst. Het merendeel van de slibontwateringen (68%) geeft aan een emulsie van<br />
polymeer, olie en water te gebruiken. Een kleiner aantal (19%) gebruikt een dispersie en een<br />
minderheid een vast polymeer (13).<br />
Vrijwel geen enkele waterschap heeft informatie over ladingsdichtheid, molecuulgewicht<br />
of chemische samenstelling van het gebruikte polymeer. Slechts 3 van de 16 waterschappen<br />
kan hier informatie over geven. De informatie is dan kwalitatief van aard (hoog, zeer hoog).<br />
3.4.7 polymeer ontvangst en opslag<br />
Het polymeer werd bij de onderzochte locaties in bulk per vrachtwagen aangeleverd. Het<br />
volume van de opslagtanks varieerde tussen 8 tot 30 m3 . In de meeste gevallen lag het volume<br />
tussen 1015 m3 . Hiermee beschikt men over een voorraad voor 2 weken tot soms wel 3 maanden<br />
slibverwerking.<br />
De meeste waterschappen stelden geen bijzondere eisen aan de manier van aanleveren van<br />
het polymeer. Alleen Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard eist dat het polymeer<br />
warmer dan 5°C is en direct uit de fabriek wordt aangeleverd. Deze eis is gebaseerd op<br />
een slechte ervaring waarbij een lading polymeer was aangeleverd die te koud was geweest,<br />
waardoor de werking duidelijk minder was. Geen van de waterschappen voeren een kwaliteitscontrole<br />
uit op het geleverde polymeer. De meeste bedrijfsvoerders hebben echter niet de<br />
indruk dat er regelmatig een verkeerde batch polymeer wordt aangeleverd.<br />
Geen van de bedrijfsvoerders rapporteren veel problemen met klontering van het polymeer.<br />
Bij Waterschap De Dommel heeft men wel de ervaring dat er klonterproblemen kunnen ontstaan<br />
als overgegaan wordt van een dispersie (op oliebasis) naar een emulsie (op water basis).<br />
Bij waterschap Scheldestromen verwijdert men elke vier jaar drab onderuit de polymeertank.<br />
De menging van het polymeer in de voorraadtank varieert sterk. Meestal worden roerders op<br />
de tank gebruikt, terwijl ook wel een rondpompsysteem wordt gebruikt. Sommige tanks zijn<br />
liggend opgesteld, andere staan verticaal. Bij Waterschap Groot Salland waren in eerst instantie<br />
snelle roerders opgesteld. Deze roerders worden nu alleen nog maar af en toe aangezet om<br />
het polymeer te mengen. Reden is dat men het idee heeft dat de snelle roerders de polymeerketens<br />
kunnen afbreken.<br />
Tabel 17 vat de resultaten samen van de informatie uit de vragenlijst. Het beeld komt redelijk<br />
goed overeen met het beeld uit de interviews. Er is een grote variatie in de voorraad en de<br />
menging van het polymeer in de opslag. Er is maar één waterschap die een kwaliteitscontrole<br />
uitvoert van het ontvangen polymeer door het CZV gehalte van het polymeer te bepalen. Bij<br />
de bezochte waterschappen had men weinig problemen met klontering van het polymeer.<br />
In de vragenlijst antwoorden toch een aantal waterschappen dat zij hier wel eens problemen<br />
mee hebben gehad. De meeste problemen lijken samen te hangen met een slechte batch polymeer<br />
of door de overstap van een polymeer naar een ander polymeer.<br />
52