TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
STOWA 2012-46 <strong>TRENDS</strong> <strong>IN</strong> SLIBONTWATER<strong>IN</strong>G<br />
De bedrijfsvoerders zijn wel betrokken en actief bezig met de optimalisatie van de bestaande<br />
apparatuur. Deze betrokkenheid is volgens de bedrijfsvoerders zelf van groot belang voor het<br />
halen van een goede ontwateringsprestatie. Daarentegen is er bij veel waterschappen wel een<br />
trend zichtbaar dat er minder tijd beschikbaar is voor het bedrijven van de slibontwatering<br />
en het analyseren van prestaties, hetgeen zijn weerslag kan hebben op de ontwateringsprestatie.<br />
Bij één van de bezochte waterschappen had men juist goede ervaringen met het betrekken<br />
van een procestechnoloog bij de verbetering van het ontwateringsproces.<br />
Eén van de belangrijkste trends in de bedrijfsvoering is de invoering van de gezamenlijke<br />
(Europese) aanbesteding van polymeer. Vanaf 2000 zijn enkele waterschappen hier voorzichtig<br />
mee begonnen en in de loop van de tijd hebben meer waterschappen zich hierbij aangesloten.<br />
In 2008 is gestart met een geheel nieuwe opzet van de aanbesteding en groeide het<br />
aantal waterschappen dat meedeed bij de aanbesteding van 5 naar 14 waterschappen. Vanuit<br />
de praktijk worden er door de bedrijfsvoerders vraagtekens gesteld over de effectiviteit van<br />
deze aanbesteding.<br />
Het onderzoek heeft laten zien dat de keuze van het polymeer van invloed kan zijn op de ontwateringsprestaties.<br />
In het detailonderzoek is diverse malen geconstateerd dat veranderingen<br />
van polymeer leiden tot andere ontwateringsprestaties, zowel ten goede als ten slechte.<br />
De juiste keuze van het polymeer is dan ook van belang voor het halen van een goed ontwateringsresultaat.<br />
Meer kennis over de interactie tussen het polymeer en het eigen slib kan helpen<br />
om een voorselectie te maken van polymeren die geschikt zijn voor het eigen slib. Oriënterend<br />
lab onderzoek in het kader van deze studie geeft aanwijzingen dat de rijping van het<br />
polymeer in de praktijk niet altijd volledig is.<br />
Bij de keuze van het polymeer is het van belang een goede afweging te maken tussen de kosten<br />
van het verbruik en het te behalen ontwateringsresultaat. Uit het onderzoek komt naar<br />
voren dat er bij de waterschappen een sterke focus is op het bereiken van een zo droog mogelijke<br />
slibkoek. Het polymeerverbruik is daaraan ondergeschikt en wordt ook niet altijd nauwgezet<br />
gevolgd. Niet in alle situaties weegt het extra polymeerverbruik echter op tegen de drogere<br />
slibkoek. Dit geldt in het bijzonder voor centrifuges die al een hoog polymeerverbruik<br />
hebben. Bij zeefbandpersen zal het extra polymeerverbruik meestal wel opwegen tegen de<br />
kosten van de extra afvoer van een nattere koek. Extra aandacht is nodig voor deze afweging<br />
bij waterschappen die hun slib laten verwerken bij de monoverbrandingsinstallaties van SNB<br />
en HVC. Bij deze installaties is het drogen van natter slib relatief goedkoop door de beschikbare<br />
restwarmte, zodat het zowel financieel als energetisch bezien beter kan zijn om natter<br />
slib aan te leveren dan meer polymeer te gebruiken.<br />
5.1.4 trends in kennisontwikkeling<br />
Het literatuur onderzoek laat zien dat er in de afgelopen 10 jaar veel aandacht is besteed aan<br />
de invloed van EPS op de flocculeerbaarheid en ontwaterbaarheid van het slib. Dit onderzoek<br />
mist echter een goede vertaling naar de praktijk doordat gebruik gemaakt wordt van laboratoriumtesten<br />
(CST, SRF) die geen grote voorspellende waarden hebben voor het ontwateringsresultaat<br />
op praktijkschaal. Bovendien wordt vooral naar de chemische kenmerken van het<br />
slib gekeken. Een goed inzicht in de relatie tussen proceskeuzes (gisting, fosfaatverwijdering,<br />
stikstofverwijdering) in de zuivering en deze chemische parameters ontbreekt. Er is bijvoorbeeld<br />
geen enkel onderzoek gevonden dat een verklaring geeft voor de slechtere ontwaterbaarheid<br />
van slib van zuiveringen met een biologische defosfatering. Het onderzoek laat wel<br />
zien dat met name de eitwitten in het EPS van slib een belangrijke rol spelen bij de ontwa<br />
70