02.05.2013 Views

TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa

TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa

TRENDS IN SLIBONTWATERING - Stowa

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

STOWA 2012-46 <strong>TRENDS</strong> <strong>IN</strong> SLIBONTWATER<strong>IN</strong>G<br />

van het detailonderzoek laten echter zien dat het polymeerverbruik even hard gestegen is bij<br />

ontwateringen met gisting als zonder gisting. De gegevens laten ook zien dat het polymeergebruik<br />

vaak net zo hard gestegen is bij locaties die geen extern slib verwerken als bij locaties<br />

die veel extern slib verwerken. Wel bevestigen de gegevens de conclusies uit het literatuuronderzoek<br />

dat de vergisting van slib leidt tot een hoger polymeerverbruik. Hierbij is het belangrijk<br />

om rekening te houden met de invloed een voorbezinking op het ontwateringsresultaat.<br />

De aanwezigheid van primair slib verlaagt het polymeerverbruik sterk. Met de beschikbare<br />

data kan echter niet aangetoond worden dat minder primair slib ook leidt tot meer polymeerverbruik.<br />

Vaak wordt de slechtere ontwaterbaarheid van slib toegeschreven aan een toename van het<br />

gebruik van biologische fosfaatverwijdering. De gegevens van het CBS laten zien dat het slibvolume<br />

dat afkomstig is van ontwateringen met voornamelijk biologische fosfaatverwijdering<br />

vanaf eind jaren negentig langzaam is toegenomen tot een maximum van 20% van het<br />

totale slib aandeel rond 2006. Vanaf 2007 begint dit aandeel vervolgens weer langzaam te<br />

dalen. Wel is er vanaf 2007 sprake van een sterke toename van het slibvolume dat afkomstig<br />

is van zuiveringen met een combinatie van biologische en chemische fosfaatverwijdering. Dit<br />

aandeel neemt toe van 20% in 2006 tot 51% in 2010. De data van het CBS laat zien dat slib dat<br />

afkomstig is van een biologische fosfaatverwijdering (al dan niet in combinatie met chemische<br />

ondersteuning) een iets lager droge stof gehalte heeft dan slib van een volledig chemische<br />

fosfaatverwijdering. Het verschil is echter gering (0,5­0,7 %­punt) en bij het detailonderzoek<br />

is er nauwelijks verschil in droge stof gehalte te zien. Wel laat dit detailonderzoek een<br />

significant hoger polymeergebruik zien voor slib dat (deels) biologisch wordt gedefosfateerd.<br />

Voor centrifuges was het verbruik gemiddeld 39% hoger, bij zeefbandpersen 22% en bij filterpersen<br />

zelfs 93%.<br />

Een toename van het aandeel fosfaat dat met biologische methoden wordt vastgelegd zou<br />

daarom een mogelijke verklaring kunnen zijn voor de toename van het polymeergebruik.<br />

Toch laat het detailonderzoek zien dat er ook bij zuiveringen met volledig chemische defosfatering<br />

gemiddeld genomen sprake is van een bijna even grote toename van het polymeerverbruik.<br />

Daarmee kan biologische fosfaatverwijdering niet de enige verklaring zijn voor de<br />

toename van het polymeerverbruik.<br />

Aangezien biologische fosfaatverwijdering sneller kan leiden tot een hogere concentratie vrij<br />

fosfaat in het slibwater, zou dit een verklaring kunnen geven voor het hogere polymeerverbruik.<br />

Het detailonderzoek laat echter zien dat er nauwelijks een correlatie is te constateren<br />

tussen het fosfaatgehalte in het centraat of filtraat en het ontwateringsresultaat. Bij een<br />

beperkt aantal ontwateringslocaties wordt een correlatie gevonden tussen de fosfaatconcentratie<br />

in het slib en het droge stof gehalte van de slibkoek. Een correlatie met het polymeerverbruik<br />

kon vrijwel nooit worden aangetoond. De oorzaak van het hogere polymeerverbruik bij<br />

biologische fosfaatverwijdering hangt daarom waarschijnlijk eerder samen met structurele<br />

veranderingen in de slibeigenschappen (bijvoorbeeld EPS) dan met de concentraties fosfaat in<br />

het slib of in het slibwater.<br />

Voorafgaand aan de sterke groei van biologische fosfaatverwijdering vanaf 2007 is er in de<br />

CBS cijfers in de jaren 2003 ­ 2006 een sterke groei te zien van de invoering van aanvullende<br />

stikstofverwijdering. De verscheidenheid aan in de database vermelde technieken is groot,<br />

maar in de meeste gevallen betreft het de invoering van een vorm van denitrificatie. Soms<br />

gebeurt dit door een aanvullende regeling, soms door de introductie van voordenitrificatie.<br />

65

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!