06.05.2013 Views

Hoe kan onderwijs meer betekenen voor jongeren? - Onderwijsraad

Hoe kan onderwijs meer betekenen voor jongeren? - Onderwijsraad

Hoe kan onderwijs meer betekenen voor jongeren? - Onderwijsraad

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

46<br />

Het <strong>onderwijs</strong> <strong>voor</strong>ziet in een breedte<strong>voor</strong>ziening (sport- en bewegings<strong>onderwijs</strong>), maar<br />

de begeleiding van leerlingen naar topniveaus in de sport behoort niet tot de kerntaken<br />

van het <strong>onderwijs</strong>. Onderwijs heeft echter wel de opdracht leerlingen zo adequaat mogelijk<br />

in hun persoonlijke ontwikkeling te begeleiden. Vanuit die opdracht is er dan ook een<br />

aantal scholen dat tracht zodanige rand<strong>voor</strong>waarden te scheppen <strong>voor</strong> leerlingen, dat<br />

deze zich met behulp van derden tot op topsportniveau kunnen ontwikkelen.<br />

(1) Voorzieningen in het <strong>onderwijs</strong><br />

Er zijn diverse <strong>voor</strong>zieningen gericht op het herkennen en ontwikkelen van sporttalent (zie<br />

bijlage 2). In het basis<strong>onderwijs</strong> is de aanzet nog pril en is er nog weinig expertise beschikbaar.<br />

Het vraagstuk van bijzondere sporttalenten speelt, <strong>voor</strong> de meeste sporten, pas vanaf<br />

het <strong>voor</strong>tgezet <strong>onderwijs</strong>. Daar treffen we dan ook de meeste <strong>onderwijs</strong>initiatieven aan.<br />

Bewegings<strong>onderwijs</strong> is veelal een verplicht onderdeel van het schoolcurriculum <strong>voor</strong> kinderen<br />

tot achttien jaar. 62 In dit advies gaat het om <strong>voor</strong>zieningen naast dit reguliere bewegings<strong>onderwijs</strong>,<br />

bedoeld om extra aandacht te schenken aan het ontwikkelen van sporttalent.<br />

Het <strong>kan</strong> gaan om materiële <strong>voor</strong>zieningen als goed uitgeruste sportfaciliteiten,<br />

maar ook om maatregelen die flexibiliteit in de organisatie van de school mogelijk<br />

maken. De indruk bestaat dat alle scholen die extra aandacht <strong>voor</strong> talenten op sportgebied<br />

hebben, samenwerken met (professionele) derden (zie onder punt 2). Wel komt<br />

het <strong>voor</strong> dat scholen hun faciliteiten <strong>voor</strong> bewegings<strong>onderwijs</strong> of sport geheel zelfstandig<br />

op een zodanig niveau brengen, dat aankomende topsporters er goed mee uit de<br />

voeten kunnen. Maar dit gaat uiteraard niet overal, en <strong>voor</strong> lang niet alle sporten, op.<br />

In sommige grote steden (Rotterdam) maken ook basisscholen deel uit van een topsportinitiatief.<br />

In het algemeen echter zijn <strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong> de leeftijdsgroep van vier- tot<br />

twaalfjarigen weinig <strong>voor</strong>handen. Voor <strong>jongeren</strong> van zestien jaar en ouder bestaan binnen<br />

het middelbaar beroeps<strong>onderwijs</strong> wel <strong>voor</strong>zieningen.<br />

(2) Voorzieningen in samenwerking tussen het <strong>onderwijs</strong> en derden<br />

De meest <strong>kan</strong>srijke ontwikkeling in de samenwerking tussen <strong>onderwijs</strong> en derden op het<br />

gebied van sporttalent betreft de zogenoemde LOOT-scholen (Landelijk Overleg Onderwijs<br />

Topsport). 63 Deze scholen <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>tgezet <strong>onderwijs</strong> werken onderling samen om<br />

hun leerlingen topsportfaciliteiten te kunnen bieden. De LOOT-scholen zijn <strong>voor</strong>alsnog de<br />

meest verregaande samenwerkingsvorm van <strong>onderwijs</strong> met de (georganiseerde) sport. 64<br />

De basis van de samenwerking is de LOOT-licentie, die het ministerie van OCW op basis<br />

van bepaalde criteria verleent. Deze licentie stelt scholen in staat <strong>meer</strong> flexibiliteit in<br />

<strong>onderwijs</strong>aanbod en organisatie aan te brengen ten behoeve van de specifieke behoeften<br />

van de aankomende topsporter (zie ook bijlage 2). De LOOT-licentie wordt steeds <strong>voor</strong><br />

vier jaar toegekend. Hierdoor moeten scholen alert blijven, en zich blijven afvragen of zij<br />

aan de eisen (willen) voldoen. Een belangrijk criterium <strong>voor</strong> toekenning is de afstand tot<br />

scholen die al een licentie bezitten (afstandscriterium). Als een aanvragende school te<br />

dicht bij een LOOT-school gevestigd is, krijgt deze geen licentie.<br />

62 Behalve in het middelbaar beroeps<strong>onderwijs</strong>.<br />

63 LOOT-scholen werken op diverse terreinen samen, onder andere op het gebied van kennisuitwisseling, belangenbehartiging en<br />

de ‘verdeling van de markt’. Momenteel zijn er 20 LOOT-scholen. De omvang van deelname van <strong>jongeren</strong> per school varieert<br />

van 26 tot 250 leerlingen (Hoogbergen, 2001).<br />

64 Vanuit de georganiseerde sport is er ondanks de LOOT-scholen en de zogenoemde topsportvriendelijke scholen, nog sprake van<br />

een beperkte samenwerking. Dit komt bij<strong>voor</strong>beeld tot uitdrukking in het feit dat slechts 8 van de 28 topsportcoördinatoren<br />

een overzicht hebben van alle talenten in de eigen tak van sport, die op een LOOT-school zitten (Van Bottenburg, Roques & Smit,<br />

2003, p. 42).<br />

<strong>Onderwijsraad</strong>, mei 2004

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!